[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over het Ontwerpbesluit erkenningen wegverkeer (Kamerstuk 29398-1134)

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2024D51803, datum: 2024-12-20, bijgewerkt: 2024-12-20 16:05, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2024Z21977:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Op 4 december 2024 kondigde u het schriftelijk overleg van 11 december 2024 aan en verzocht u ons om geen onomkeerbare stappen te zetten inzake het Ontwerpbesluit erkenningen wegverkeer (Kamerstuk 29398, nr. 1134) totdat de kamerbehandeling is afgerond. Op 4 december zijn door de leden van de PVV en VVD schriftelijke vragen ingediend inzake de voorhangprocedure van deze ontwerpregeling.

Onderstaand treft u de beantwoording aan.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

Barry Madlener

Beantwoording schriftelijk overleg inzake de voorhangprocedure Ontwerpbesluit erkenningen wegverkeer (Kamerstuk 29398, nr. 1134)

PVV-fractie

Vraag 1

De leden van de PVV-fractie vragen om de mogelijke risico’s rondom het gebruik misbruik van handelaarskentekens te bundelen en tevens te voorzien van potentieel mitigerende maatregelen die een potentieel risico zo klein als mogelijk houden.

Het handelaarskenteken is bedoeld voor het bedrijfsmatig ontplooien van voertuiggerelateerde activiteiten met het voertuig dat het handelaarskenteken voert. Dit betreft bijvoorbeeld het doen van test- en proefritten en het halen en brengen van het voertuig voor bijvoorbeeld verkoop of reparatie.1 Er bestaat echter een risico dat bedrijven voor andere doeleinden met het handelaarskenteken op de weg rijden en daarmee misbruik maken van het handelaarskenteken. Met het nieuwe stelsel wordt het risico op misbruik verder verkleind.

Het handelaarskenteken is op dit moment opgenomen in het Kentekenreglement. Daarvoor gelden algemene regels, maar er is geen aparte erkenning. Het huidige stelsel legt beperkingen op aan het gebruik van het handelaarskenteken om misbruik tegen te gaan. Zo mogen maximaal vijf handelaarskentekens per vestiging worden aangevraagd en mag het handelaarskenteken alleen worden gebruikt in het kader van de bedrijfsactiviteiten van het bedrijf. Hierop houdt de RDW toezicht en op misbruik staan in de huidige situatie al sancties, zoals het ongeldig verklaren van het handelaarskenteken. Ook wordt misbruik tegengegaan door toezicht te houden op het gebruik van het handelaarskenteken.

Alle beperkingen en waarborgen uit het huidige stelsel blijven van kracht. De mogelijkheden om misbruik te voorkomen worden uitgebreid door het onder erkenning brengen van het handelaarskenteken. Zo kan er bij overtreding van de aan de erkenning gestelde eisen en voorwaarden een last onder bestuursdwang, een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete worden opgelegd en kan de erkenning - en daarmee het handelaarskenteken - worden ingetrokken.

Daarnaast moeten bedrijven voldoen aan de eisen voor de basiserkenning. Dit houdt in dat er een verklaring omtrent het gedrag moet worden overgelegd bij de aanvraag en dat er een Bibob-toets plaats kan vinden bij risico op misbruik van een erkenning. Bij grof misbruik van één van de erkenningen of andere malafide praktijken kan bovendien de basiserkenning worden ingetrokken, waarmee ook geen gebruik meer kan worden gemaakt van de erkenning handelaarskenteken.

Vraag 2

De leden van de PVV-fractie merken op dat de demontage-erkenning aan bedrijven kan worden toegekend zonder dat daarvoor een bevoegdheid op grond van de Omgevingswet is verkregen en vragen of het niet effeciënter is om de demontage-erkenning enkel toe te kennen aan bedrijven die het gehele demontageproces kunnen doorlopen.

De vraag van de leden van de PVV-fractie is terecht. De laatste alinea van paragraaf 2.3.7 van de nota van toelichting bij het Ontwerpbesluit zal daarom worden geschrapt. Vervolgens zal de koppeling tussen de erkenning demontage en het Besluit activiteiten leefomgeving (AMvB onder de Omgevingswet) worden gemaakt, zoals die nu ook bestaat in het huidige artikel 8 van de Regeling erkenning bedrijfsvoorraad, in de uitwerking van de erkenning demontage in de toekomstige Regeling erkenningen wegverkeer.

Vraag 3

De leden van de PVV-fractie vragen ten aanzien van de erkenning voorbehoud en verplichtingen welke soort gegevens in het kentekenregister kunnen worden opgenomen en of deze gegevens onderhevig zijn aan privacywetgeving.

In het kader van de erkenning voorbehoud en verplichtingen zal in het kentekenregister worden opgenomen wie (de kentekenhouder of de erkenninghouder) in beginsel moet zorgen dat aan de voertuigverplichtingen wordt voldaan en of er een voorbehoud is geplaatst op het verstrekken van de tenaamstellingscode. Om de erkenninghouder aan te kunnen schrijven moet informatie van de erkenninghouder zijn opgenomen in het kentekenregister. Dit kunnen persoonsgegevens zijn en deze kunnen onderhevig zijn aan privacywetgeving. De regels voor deze erkenning worden verder uitgewerkt in de Regeling erkenningen wegverkeer. Daarin worden voor zover nodig regels voor privacy worden gesteld.

Vraag 4

De leden van de PVV-fractie vragen wat in het kader van artikel 17 van het Ontwerpbesluit onder voertuigverplichtingen wordt verstaan en of er voertuigverplichtingen zijn die dwingend toebehoren aan één van de partijen én waarvan dus niet per overeenkomst van afgeweken kan worden en zij zouden graag een allesomvattende lijst ontvangen.

Er zijn vijf voertuigverplichtingen die in artikel 17 van het Ontwerpbesluit zijn opgenomen. Dat zijn de motorrijtuigenbelasting (MRB), de gemeentelijke parkeerbelasting, verkeersboetes, de APK-plicht en de aansprakelijkheidsverzekering (WAM). Uit de wet volgt dat de houder van het voertuig voor het voldoen aan deze verplichtingen (eind)verantwoordelijk is. Bij overeenkomst kan die (eind)verantwoordelijkheid niet worden verlegd. Wel kan een erkenninghouder voorbehouden en verplichtingen contractueel met een lessee afspreken waardoor de erkenninghouder – in naam van de lessee - zorg zal dragen voor het voldoen aan de betreffende voertuigverplichting. Artikel 17 van het Ontwerpbesluit maakt mogelijk dat deze afspraken bekend worden gemaakt door een aantekening in het kentekenregister. Als aan een van de voertuigverplichtingen niet wordt voldaan, zal de bevoegde instantie uiteindelijk altijd de houder van het voertuig aanschrijven omdat die persoon daarvoor in de wet is aangewezen.


Vraag 5

De leden van de PVV-fractie vragen of het detailniveau van enkele punten in Ontwerpbesluit wel recht doet aan de snelheid waarmee de sector ontwikkeld en of het systeem daarmee wendbaar genoeg is.

Zoals in de nota van toelichting is opgenomen is bij het opstellen van het Besluit erkenningen wegverkeer als uitgangspunt gehanteerd dat de regelgeving binnen de wettelijke kaders en in overeenstemming met de Aanwijzingen voor de regelgeving op een zo laag mogelijk niveau uitgewerkt wordt om daarmee zoveel mogelijk flexibiliteit in te bouwen. Dat heeft ertoe geleid dat de erkenningen zelf in het Besluit erkenningen wegverkeer worden geregeld en de eisen en voorwaarden die aan de erkenningen en bevoegdheden worden gesteld, zijn gedelegeerd naar ministeriële regeling.

Dit uitgangspunt heeft overigens alleen betrekking op het erkenningenstelsel. De bestaande aanpalende AMvB’s worden niet volledig herzien, maar alleen aangepast op het nieuwe erkenningenstelsel. Dit betreft onder andere de wijzigingen in het Kentekenreglement. Een volledige herziening van deze aanpalende AMvB’s - waarbij dan ook onderwerpen aan de orde zouden komen die niet aan de erkenningen gerelateerd zijn - valt buiten de reikwijdte van de modernisering van het erkenningenstelsel en zou significant meer tijd in beslag nemen.

VVD-fractie

Vraag 6

De leden van de VVD-fractie vragen of de minister garanties kan geven over de invoeringsdatum van 1 juli 2025.

Het Besluit erkenningen wegverkeer zal na afronding van de kamerbehandeling voor advies naar de Raad van State worden gestuurd. Het advies wordt in het voorjaar verwacht. Daarna wordt het nader rapport als reactie op het advies worden opgesteld en zal het besluit via de voorportalen door de ministerraad kunnen worden vastgesteld. Dat zal naar verwachting voor de zomer 2025 zijn.

Er wordt nu aan de Regeling erkenningen wegverkeer gewerkt waarin het Besluit verder wordt uitgewerkt. Het gaat hierbij om acht regelingen die worden samengevoegd in één regeling. De huidige Regeling erkenning bedrijfsvoorraad bevat vier bevoegdheden (inschrijven, export, demontage en tenaamstellen) die verbonden kunnen worden aan de erkenning bedrijfsvoorraad en die worden omgezet naar aparte erkenningen. Daarvoor worden in de regeling nieuwe regels opgesteld. Verder worden de nieuwe erkenning handelaarskentekens en de nieuwe erkenning voorbehoud en verplichtingen geïntroduceerd waarvoor ook nieuwe regels worden opgesteld en moet de Regeling tachografen worden aangepast. Hier overheen moet een moderniseringsslag worden gemaakt en moet de aanpalende regelgeving in lijn worden gebracht met de regels voor het nieuwe erkenningenstelsel. Al met al is dit een omvangrijk en complex wetgevingsproject dat met de nodige zorgvuldigheid moet worden uitgevoerd. Mede daardoor is de beoogde inwerkingtredingsdatum inmiddels verschoven naar 1 januari 2026.

Vraag 7

De leden van de VVD-fractie vragen hoe de branche bij de verdere uitwerking van de specifieke erkenningsregelingen, bijvoorbeeld in een ministeriële regeling, betrokken zal worden.

De branchepartijen zijn en worden onder meer via informatiesessies betrokken bij het uitwerken van de Regeling erkenningen wegverkeer. Hierbij is ook voorafgaand aan de internetconsultatie al gelegenheid voor de branche om input te leveren.


  1. Kamerstukken II 2021/22, 36164, nr. 3, p. 15.↩︎