Antwoord op vragen van het lid Ellian over gerechtelijke dwalingen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D51910, datum: 2024-12-20, bijgewerkt: 2024-12-20 16:55, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
In antwoord op uw brief van 29 oktober 2024 deel ik u mee, dat de schriftelijke vragen van het lid Ellian (VVD) inzake gerechtelijke dwalingen, worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.
De Staatssecretaris Rechtsbescherming,
T.H.D. Struycken
Vragen van het lid Ellian (VVD) aan de staatssecretaris van
Rechtsbescherming over gerechtelijke dwalingen
(ingezonden 29 oktober 2024, 2024Z17131)
Vraag 1
Bent u bekend met de zaak van Berry de R.[1]
Antwoord op vraag 1
Ja
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat iemand aantoonbaar onschuldig is veroordeeld en
onschuldig heeft vastgezeten door toedoen van het vermeende
slachtoffer?
Antwoord op vraag 2
Het is zeer te betreuren als blijkt dat iemand ten onrechte is
veroordeeld voor een feit dat hij of zij niet heeft gepleegd, waarvoor
de gewezen verdachte ook nog een gevangenisstraf heeft moeten ondergaan.
Iedere onterechte veroordeling is er wat mij betreft een te veel.
Onterechte veroordelingen hebben niet alleen zeer ingrijpende gevolgen
voor de direct betrokken personen, maar zijn ook schadelijk voor het
vertrouwen van burgers in de rechtsbescherming die een rechtsstaat aan
zijn burgers wordt geacht te bieden.
Vraag 3
Hoe veel rechtelijke dwalingen hebben er totaal in Nederland
plaatsgevonden volgens de cijfers van de rechtspraak en het Openbaar
Ministerie?
Antwoord op vraag 3
Gerechtelijke dwalingen worden niet specifiek geregistreerd in de
systemen van Rechtspraak en het OM. Sinds de negentiger jaren zijn in
ieder geval acht zaken bekend, te weten de Schiedammer Parkmoord,
Puttense Moordzaak, Ina Post, Lucia de B., Showbizzmoord, Rosmalense
Flatzaak, Pettense campingmoord en Berry de R.
In dit verband verwijs ik ook naar de cijfers van het project van
EUREX (The European Registry of Exonerations)1,
waarbij het gaat om twaalf vastgestelde onterechte veroordelingen in
Nederland in een periode van bijna vijftig jaar (van 1970 tot 2019).
Vraag 4
Welke reflectie vindt er bij alle betrokken partijen (politie,
advocatuur, Openbaar Ministerie en rechtspraak) plaats nadat een
rechtelijke dwaling is geconstateerd?
Antwoord op vraag 4
De reflectie kan afhankelijk van de specifieke zaak en binnen de
afzonderlijke organisaties op verschillende manieren plaatsvinden.
Bij de politie wordt de zaak na vaststelling van onterechte veroordeling neergelegd in de politie-eenheid waar de zaak heeft gedraaid. Daar wordt de zaak besproken tussen politie en OM. Eventuele leerpunten kunnen worden voorgelegd aan het landelijk overleg recherche, dit kan leiden tot aanpassing van werkprocessen en/of opleidingen.
Bij de advocatuur is het aan de desbetreffende advocaat/advocaten in de zaak zelf om te bepalen hoe zij reflecteren in dergelijke gevallen. Er zijn opleidingen en cursussen voor juridische professionals die advocaten kunnen volgen in het kader van hun permanente educatie die specifiek aandacht besteden aan gerechtelijke dwalingen.
Bij het OM kan het reflecteren variëren van reflectie door de betrokken OM-onderdelen zelf, door een speciaal daarvoor ingestelde commissie, door de Reflectiekamer Kwaliteitsontwikkeling of reflectie door de Landelijke Reflectiekamer.
Bij de Rechtspraak worden arresten in hoger beroep of cassatie in
beginsel verstrekt aan het gerecht (hof en/of rechtbank) waar de zaak is
behandeld en daar doorgestuurd ter kennisneming aan de rechter(s) (en
gerechtsjuristen) die de zaak hebben behandeld. Ook na herziening is dat
het geval. Vervolgens kunnen bespreking en reflectie verder ook
plaatsvinden op een (jurisprudentie)overleg waaraan rechters en
gerechtsjuristen van de betreffende rechtbank deelnemen. Zie verder
hieronder het antwoord op vraag 7.
Vraag 5
Op welke wijze bestaat binnen de rechtspraak aandacht voor het voorkomen
van rechtelijke dwalingen?
Antwoord op vraag 5
Uit gerechtelijke dwalingen in het verleden heeft de Rechtspraak lessen
getrokken en acties ondernomen met als doel gerechtelijke dwalingen te
voorkomen. Zo is er een register van gerechtelijke deskundigen (NRGD)
opgesteld zodat rechters snel de passende deskundige kunnen benoemen en
de juiste informatie kunnen opvragen. Rechters en raadsheren worden
bovendien extra geschoold, bijvoorbeeld op het gebied van statistiek en
DNA.
Verder worden rechters en raadsheren specifiek over het onderwerp oordeelsvorming geschoold. Met cursussen van het studiecentrum rechtspleging (SSR) als ‘Rechterlijke oordeelsvorming’ en ‘De menselijke factor’ leren rechters en raadsheren technieken en beschouwingswijzen ter verbetering van de oordeelsvorming en ter voorkoming van tunnelvisie.
Daarnaast zijn bij alle gerechten forensisch adviseurs aangesteld die
rechters, raadsheren en gerechtsjuristen ondersteunen bij forensische
kwesties in complexe strafzaken. Zij helpen bij het wetenschappelijk
correct interpreteren van forensisch bewijs en wijzen op risico’s voor
misinterpretaties.
Vraag 6
Welke hulp is beschikbaar als sprake is van een rechtelijke
dwaling?
Antwoord op vraag 6
In deze zaak heeft het OM reeds excuses aangeboden aan de gewezen
verdachte. Dat is belangrijk omdat het aanbieden van excuses een eerste
stap is naar volledige rehabilitatie van de betrokkene.
De vervolgstappen in het proces van rehabilitatie kunnen, afhankelijk
van het individuele geval, zijn het vergoeden van de geleden materiële
en immateriële schade en het bieden van nazorg om de spoedige terugkeer
van de betrokkene in de samenleving te bevorderen.
Vraag 7
Bent u bereid om de zaak van Berry de R. volledig te laten evalueren om
helder te krijgen hoe het zo ongelooflijk mis kon gaan en om voor de
toekomst te leren van deze zaak? Zo ja/nee, waarom?
Antwoord op vraag 7
De zaak Berry de R. is geanalyseerd door de Reflectiekamer
Kwaliteitsontwikkeling hierna: de Reflectiekamer). De Reflectiekamer is
in 2019 opgericht door het College van Procureurs Generaal om te
reflecteren op (kortgezegd) vormverzuimen. De Reflectiekamer wordt
voorgezeten door een oud-rechter. Verder zitten er advocaten,
wetenschappers, politiemensen en vertegenwoordigers van het OM in.
Het advies van de Reflectiekamer is gestuurd naar het desbetreffende OM-onderdeel, de politie-eenheid en de rechtbank die de zaak hebben behandeld, met als doel om het advies in breder verband te bespreken, bijvoorbeeld tijdens een bijeenkomst voor het hele cluster strafrecht van de rechtbank. Ook zal het advies breder binnen het OM worden gedeeld en wordt het advies betrokken bij interne cursussen en opleiding over digitale opsporing.
[1] Algemeen Dagblad, 25 mei 2024, ‘Stalker’ Berry zat jaar onschuldig in de cel, maar dankzij Thijs Zeeman staat zijn 'slachtoffer’ nu zelf terecht (https://www.ad.nl/binnenland/stalker-berry-zat-jaar-onschuldig-in-de-cel-maar-dankzij-thijs-zeeman-staat-zijn-slachtoffer-nu-zelf-terecht~ae9c3110/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F).
Met de EUREX-database hebben onderzoekers een eerste, omvangrijke aanzet gedaan om Europese gerechtelijke dwalingen in kaart te brengen. https://www.registryofexonerations.eu/facts-and-data↩︎