Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over het bericht: ‘Overheid aan kop met het inzetten van interim-managers’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D01803, datum: 2025-01-20, bijgewerkt: 2025-01-21 09:11, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1064).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z21691:
- Gericht aan: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1064
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Overheid aan kop met inzetten van interim-managers» (ingezonden 19 december 2024).
Antwoord van Minister Uitermark (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 20 januari 2025).
Vraag 1
Klopt het dat de vraag naar interim-managers vanuit de overheid onverminderd groot blijft?1
Antwoord 1
In 2023 is 5% van de totale uitgaven aan externe inhuur besteed aan inhuur voor interim-management.2 In het jaar 2022 was dit 4%.
Departementen leggen in hun jaarverslagen verantwoording af over de externe inhuur binnen hun departement. De gegevens over 2024 worden in mei 2025 gepubliceerd in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2024 (JBR).
Vraag 2
Klopt het dat interimmers in dienst van de overheid hun tarieven vaker verhogen dan in de rest van de markt?
Antwoord 2
Het beeld dat interimmanagers die door het Rijk worden ingehuurd hun tarieven vaker verhogen dan in de rest van de markt herken ik niet. In offertetrajecten is sprake van voldoende marktwerking om concurrerende tarieven aangeboden te krijgen, welke niet zomaar tussentijds verhoogd kunnen worden.
Vraag 3
Bent u het eens met de conclusie van het trendonderzoek van Schaekel & Partners dat de voorgenomen besparing door de Rijksoverheid klein is, zoals gesteld in eerdergenoemd artikel? En zo nee, waarom denkt u dat de slagingskans wel voldoende groot is, in het licht dat 92 procent van de respondenten denkt dat het de overheid niet gaat lukken de uitgaven aan externe inhuur rijksbreed naar het gewenste niveau te brengen?
Antwoord 3
In het regeerprogramma is afgesproken om het aantal ambtenaren en externe inhuur substantieel terug te dringen. De ministeries zijn druk bezig om op een verantwoorde en realiseerbare wijze aan dit voornemen uitvoering te geven. In het commissiedebat Functioneren Rijksdienst van 6 november 2024 heb ik in dit kader toegezegd om in het eerste kwartaal van 2025 een plan van aanpak terugdringen externe inhuur aan Uw Kamer te sturen. Daarnaast zal de stand van zaken regelmatig aan de orde komen in de ministeriële commissie taakstelling rijksdienst (zie ook vraag 7).
Vraag 4
Zijn er targets afgesproken wanneer de alle ministeries onder de norm moeten zitten, aangezien het artikel vermeld dat de inhuur nog altijd rond de vijftien procent van de totale personele uitgaven schommelt en slechts drie van de twaalf ministeries onder de norm van tien procent zitten?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Deelt u de analyse van de heer De Sonnaville dat interimmers een uiterst comfortabele positie hebben en zij alle lusten van het zzp-schap genieten zonder de lasten, omdat zij door de omvang en verwachtingen van deze specifieke markt een hoge mate van werkzekerheid hebben? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de medewerkers in vaste dienst? Is er sprake van scheve verhoudingen en acht u dit wenselijk, zeker in onzekere tijden van reorganisatie?
Antwoord 5
Inhuur vindt vooral plaats bij (grote) uitvoeringsorganisaties die te maken hebben met piekbelasting en opdrachten met een tijdelijk en/of specialistisch karakter. In deze gevallen kan er vanuit doelmatigheidsoverwegingen gekozen worden voor het inhuren van externen. Daarnaast is externe inhuur een oplossing wanneer het op korte termijn niet lukt om het benodigde personeel in dienst te nemen. Departementen die kampen met personele tekorten of waarbij sprake is van beleidsintensiveringen kunnen op deze manier toch hun werkzaamheden uitvoeren.
Externe inhuur vormt samen met de reguliere aanstellingen het totaal van de beschikbare personele capaciteit voor de taakuitoefening. De analyse van de heer De Sonnaville deel ik derhalve niet.
Vraag 6
Zou u een stand van zaken willen geven van de door u voorgenomen verandering in inhuurgedrag?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 7
Zou u willen toelichten wat de voortgang is van het door het kabinet in het regeerprogramma opgenomen voornemen om een ministeriële commissie in te stellen om externe inhuur terug te dringen en die periodiek zal vaststellen of er aanvullende maatregelen nodig zijn, en welke resultaten er al zijn geboekt?
Antwoord 7
De ministeriële commissie taakstelling rijksdienst (MCTR) is in de ministerraad op 10 januari 2025 ingesteld. De MCTR komt drie keer per jaar bijeen, te weten in Q1, Q2 en Q4. Gezien het doel en de taakopvatting van deze commissie zal daar ook het terugdringen van de externe inhuur aan de orde komen. Zoals ik in het commissiedebat Functioneren Rijksdienst (6 november 2024) en het daarop volgende tweeminutendebat (5 december 2024) heb aangegeven, verwacht ik een plan van aanpak voor het terugdringen van de externe inhuur in Q1 met uw Kamer te kunnen delen.