Antwoord op vragen van de leden Van den Hil en Michon-Derkzen over het bericht ‘Geweld, intimidatie en homofobie – hoe Feyenoord zijn meest gevreesde hooligans dichtbij houdt’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D01812, datum: 2025-01-20, bijgewerkt: 2025-01-21 09:36, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1068).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Mede namens: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2024Z20670:
- Gericht aan: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Gericht aan: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: J. van den Hil, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: I.J.M. Michon-Derkzen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1068
Vragen van de leden Van den Hil en Michon-Derkzen (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Geweld, intimidatie en homofobie – hoe Feyenoord zijn meest gevreesde hooligans dichtbij houdt» (ingezonden 10 december 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 20 januari 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 915.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Geweld, intimidatie en homofobie – hoe Feyenoord zijn meest gevreesde hooligans dichtbij houdt»?1 en de aflevering van onderzoeksprogramma BOOS over dit onderwerp?2 Zo ja, wat is uw reactie op het bericht en de aflevering?
Antwoord 1
Ja, ik ken het bericht en de uitzending. De daar getoonde feiten keur ik ten zeerste af. Het is daarnaast goed te zien dat politie en het OM direct hebben gehandeld op de strafbare feiten en dat de daders zijn veroordeeld.
Vraag 2
Is er informatie beschikbaar of en hoe dit ook bij andere voetbalclubs speelt?
Antwoord 2
Ja. Uit het versterkingsplan Veilig en Gastvrij betaald voetbal3 en uit de cijfers van de KNVB, de politie en het OM, alsmede uit onderzoeken (zoals het vorig jaar uitgebrachte onderzoek «Van voetbalrellen leren»4) blijkt dat maatschappelijke fenomenen als geweld, intimidatie, racisme, antisemitisme en homofobie helaas ook tot uiting komen in het betaald voetbal.
Vraag 3
Hoe gaat u ervoor zorgen dat Feyenoord, en mogelijk andere clubs, en de KNVB goed in gesprek gaan over de omgang van Feyenoord met dit deel van de harde kern? En hoe geweld, intimidatie, racisme, antisemitisme en homohaat door deze groep uitgebannen wordt?
Antwoord 3
In het landelijk programmaplan Veilig en Gastvrij Voetbal zijn weerbare BVO’s (Betaald voetbalorganisaties) een van de speerpunten. De landelijke partners uit de Regiegroep Voetbal en Veiligheid werken samen aan het weerbaar maken van BVO’s tegen oneigenlijke invloed van de harde kernen en criminelen door middel van bewustwording en handelingsperspectieven. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het organiseren van een zogeheten Fieldlab en het geven van weerbaarheidstrainingen aan bestuurders van BVO’s. Ook met Feyenoord wordt gesproken hoe om te gaan met de harde kern en hoe dergelijk «supportersgedrag» uitgebannen kan worden. In de voortgangsbrief voetbal en veiligheid van 14 januari 2025 van de Minister van Justitie en Veiligheid wordt uitgebreid ingegaan op alle maatregelen rondom Veilig en Gastvrij betaald voetbal, waaronder ook weerbare BVO’s en de persoonsgerichte- en groepsaanpak.
Daarnaast wordt racisme, antisemitisme, discriminatie en homofobie aangepakt via het programma Ons Voetbal Is Van Iedereen, een gezamenlijk plan van het voetbal, verschillende maatschappelijke partners en de rijksoverheid. Dit plan bestaat uit vier elkaar aanvullende actielijnen: voorkomen, signaleren, sanctioneren en samenwerken. Een concreet voorbeeld is de inzet van de speciaal aanklager discriminatie bij de KNVB, die binnengekomen signalen en meldingen in behandeling neemt en toeziet op de uitvoering van straffen en maatregelen.
Vraag 4 en 5
Hoe gaat u de burgemeester van Rotterdam, maar ook burgemeesters van steden met vergelijkbare problematiek bij betaald voetbalorganisaties, ondersteunen om gebruik te maken van de middelen die zij heeft om het geweld en de intimidatie door deze groep aan te pakken?
Bent u bereid zelf ook een rol te spelen en te ondersteunen bij het zoeken naar goede oplossingen als er op lokaal niveau te weinig wordt doorgepakt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
De lokale driehoek OM, politie en burgemeester zijn verantwoordelijk en maken hierin de passende afwegingen. Het past niet dat de landelijke overheid hier in treedt, maar als het lokale gezag daar prijs op stelt, dan ben ik bereid mijn hulp aan te bieden. De voorbeelden in Rotterdam laten zien dat de politie en het OM daders in beeld brengen, vervolgen en straffen. In de Regiegroep voetbal en veiligheid, onder voorzitterschap van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, hebben twee vertegenwoordigende burgemeesters zitting. Via hen worden lokale problemen die een bovenlokale aanpak nodig hebben geagendeerd. Hetzelfde gebeurt door de vertegenwoordigers van het OM, de politie en de KNVB die zitting hebben in de Regiegroep. Ook is er wekelijks overleg tussen de gemeenten met een BVO over de gebeurtenissen in een speelronde. Hier kunnen problemen worden geadresseerd en indien nodig worden opgeschaald naar de Regiegroep en het departement. Clubs en gemeenten kunnen desgewenst altijd de hulp van de Taskforce van de KNVB inschakelen bij het opsporen en identificeren van daders of het Auditteam Voetbal en Veiligheid vragen om onderzoek te doen en te adviseren. Ook instrumenten als de voorgenoemde acties onder de noemer «Weerbare BVO’s (antwoord op vraag 3) en de persoonsgerichte aanpak en de ontwikkeling van een digitale meldfaciliteit kunnen hierbij ondersteunen.
Vraag 6 en 7
Hoe duidt u dat leden van de harde kern van Feyenoord een stadionverbod hadden maar ook beschikten over een sleutel van het stadion?
Hoe verhoudt zich dat tot de verantwoordelijkheid van clubs, en secundair de KNVB, om stadionverboden te handhaven?
Antwoord 6 en 7
Van de KNVB en Feyenoord heb ik geen informatie ontvangen die bevestigt dat deze personen over een sleutel van het stadion beschikken. Van de KNVB heb ik begrepen dat er eerder vermoedens waren dat personen zouden beschikken over een sleutel in relatie tot een incident in maart 2021 tijdens COVID. Destijds zijn tijdens een wedstrijd een aantal Feyenoord-supporters het stadion binnengedrongen. Bij dit incident is niet vastgesteld dat supporters van Feyenoord met een stadionverbod over een sleutel van het stadion beschikten. Het gehele stadion is echter na dit incident voorzien van nieuwe sloten. Het is zeker niet de bedoeling dat supporters (al dan niet met een stadionverbod) de beschikking hebben over een sleutel zonder toestemming van een BVO.
Vraag 8
Zijn er cijfers bekend over het aantal en handhaven van stadionverboden?
Antwoord 8
Uit cijfers van de KNVB met peildatum 17 december 2024 blijkt dat 1.799 personen een lopend landelijk (civielrechtelijk) stadionverbod in Nederland hebben. In het seizoen 2023–2024 hebben 36 personen een stadionverbod opgelegd gekregen voor het overtreden van hun landelijke stadionverbod. Over de periode 1 juli 2024 tot 1 december 2024 zijn dit er 15. Een overtreder krijgt bij een eerste overtreding van het stadionverbod 36 maanden (als de overtreding in het stadion plaatsvindt) stadionverbod boven op het bestaande stadionverbod en een boete van € 900,–.
Vraag 9
Klopt het dat deze alleen tellen op de dagen dat er een wedstrijd is en dat op andere dagen het stadion gewoon betreden kan worden door mensen met een stadionverbod?
Antwoord 9
De inhoud van het stadionverbod is hier leidend. Voor een landelijk (civielrechtelijk) stadionverbod van de KNVB is dit juist, een dergelijk verbod ziet alleen op voetbal. Een landelijk stadionverbod is enkele uren vóór, tijdens en na afloop van een voetbalwedstrijd of voetbalevenement van kracht op de plaats waar de voetbalwedstrijd of het voetbalevenement wordt gehouden en waaraan een BVO of een vertegenwoordigend elftal van de KNVB deelneemt. Op andere dagen is een landelijk stadionverbod voor het stadion dus niet van kracht. Bestuursrechtelijk en strafrechtelijk kunnen andere voorwaarden worden opgelegd.
Vraag 10
Deelt u de mening dat daders die geweld tegen stewards, scheidsrechters of ander personeel in een voetbalstadion plegen niet langer mogen wegkomen met een kale taakstraf?
Antwoord 10
Het opleggen van een straf is altijd aan de rechter. Een rechter houdt bij het opleggen van de straf rekening met alle omstandigheden van het specifieke geval.
NRC, 28 november 2024, https://www.nrc.nl/nieuws/2024/11/28/geweld-intimidatie-en-homofobie-hoe-feyenoord-zijn-meest-gevreesde-hooligans-tegen-de-borst-drukt-a4874779↩︎
BOOS, 28 november 2024, https://www.youtube.com/watch?v=_nODCyCVUV0↩︎
Kamerstukken II 2023–2024, 25 232, nr. 74.↩︎
https://bureaubeke.nl/publicaties/van-voetbalrellen-leren/↩︎