[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over het bericht 'Einde Buy Now Pay Later stap dichterbij'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D01991, datum: 2025-01-21, bijgewerkt: 2025-01-22 11:30, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1089).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z16548:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1089

Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Einde Buy Now Pay Later stap dichterbij» (ingezonden 22 oktober 2024).

Antwoord van Minister Heinen (Financiën), mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 21 januari 2025).

Vraag 1

Bent u bekend met de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU inzake Buy Now Pay Later (BNPL), dat er wél sprake is van een kredietvergoeding wanneer de kredietgever, om economisch voordeel te krijgen, bij het sluiten van de overeenkomst er op anticipeert dat de consument de betalingsverplichting niet na zal komen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met het onderzoek van de AFM dat BNPL-aanbieders tot 40% van hun inkomsten halen uit te laat betalen, en dat dit zo’n groot deel van de inkomsten is, dat dit een onderdeel is van het verdienmodel?

Antwoord 2

Wij zijn bekend met het rapport van de AFM. De AFM stelt dat in 2021 de aanmaningskosten een substantieel deel (tot 40%) vormden van de inkomsten van sommige BNPL-aanbieders en deze inkomsten kunnen winstgevend zijn.2

Vraag 3

Klopt het daarom dat BNPL niet buiten de Richtlijn consumentenkrediet kan vallen, en daarom net zo goed aan de regels moet voldoen?

Antwoord 3

Het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: Hof) heeft op 17 oktober jl. uitspraak3 gedaan over de betreffende zaak waar onder meer het verdienmodel van een BNPL-aanbieder ter discussie stond. De Nederlandse staat heeft tijdens dit proces zijn zienswijze gedeeld met het Hof. Samenvattend oordeelt het Hof dat de rente en de kosten van niet-nakoming in beginsel geen deel uitmaken van de «rente» en de «andere kosten» in de zin van artikel 2, lid 2, onder f), van richtlijn 2008/48, ongeacht of de toepassing en de hoogte van die rente en die kosten bij wet zijn voorzien dan wel in de kredietovereenkomst zijn vastgelegd. BNPL is in beginsel uitgezonderd van de Richtlijn consumentenkrediet, tenzij de BNPL-aanbieder al bij het sluiten van de overeenkomst anticipeert op wanbetaling om economisch voordeel te behalen, oftewel de niet-nakomingskosten deel uitmaken van het verdienmodel van de aanbieder. Het Hof verwijst in de uitspraak tevens naar de zienswijze van Nederland. Of er sprake is van een economisch voordeel hangt af van de omstandigheden rond de sluiting van de betrokken overeenkomst en andere relevante omstandigheden, zoals met name de wettelijke dan wel contractuele aard van de rente en de kosten van niet-nakoming, de termijnen waarbinnen die rente en kosten opeisbaar worden en het bedrag van deze rente en kosten. Om te kunnen bepalen of de betreffende BNPL-aanbieder in deze specifieke zaak binnen het toepassingsbereik van de huidige Richtlijn consumentenkrediet valt en welke implicaties dit heeft, moet de uitspraak van de rechter worden afgewacht. Voor deze casus zal de Hoge Raad de vragen van de kantonrechter te Arnhem beantwoorden, waarna de kantonrechter, die over de feitelijke beoordeling gaat, uitspraak zal doen. Een nadere uitleg hierover treft u aan in de heden verzonden Kamerbrief over BNPL.

Vraag 4

Bent u het met ons eens dat voor BNPL dus moet worden gewaarschuwd voor de risico’s van kredieten, dat duidelijk moet zijn wat de kosten zijn en waarbij de kredietwaardigheid van de consument moet worden beoordeeld?

Antwoord 4

Nederland heeft zich er tijdens de onderhandelingen over de herziening van de richtlijn consumentenkrediet sterk voor ingezet om BNPL onder de reikwijdte van de herziene Europese Richtlijn consumentenkrediet te plaatsen, zodat onder meer de in de vraag genoemde maatregelen, verplicht worden voor BNPL-aanbieders. Deze inzet is succesvol geweest; de aanbieders van BNPL-betaaldiensten komen dan ook te vallen onder de herziene Europese Richtlijn consumentenkrediet. Vanaf dan moeten ook de aanbieders van BNPL-betaaldiensten aan dezelfde, strenge regels voldoen als de aanbieders van consumptief krediet. In de praktijk betekent dit dat de aanbieders onder andere een krediettoets moeten gaan uitvoeren (waaronder een BKR-toets) en moeten voldoen aan regels ten aanzien van informatieverstrekking en reclame-uitingen.

Vraag 5

Kunt u nagaan bij de Hoge Raad wat hun tijdsplanning is om deze uitspraak verder te beoordelen?

Antwoord 5

Na ontvangst van de uitspraak van het Hof worden de partijen in de procedure en de belanghebbende die zich in de procedure heeft gemeld, door de Hoge Raad uitgenodigd om schriftelijke opmerkingen te maken naar aanleiding van de uitspraak van het Hof (het partijdebat). Vervolgens wordt aan de procureur-generaal bij de Hoge Raad gelegenheid gegeven voor het nemen van een nadere conclusie in de zaak. Daarna bepaalt de Hoge Raad de dag waarop hij uitspraak zal doen. De Hoge Raad heeft aangegeven dat de tijd waarop hij zal beslissen naar huidige verwachting zal worden bepaald op een dag in de tweede helft van 2025.


  1. https://schuldinfo.nl/nieuwsbericht/tx_news/einde-buy-now-pay-later-stap-dichterbij/?tx_news_pi1%5Bcontroller%5D=News&tx_news_pi1%5Baction%5D=detail&cHash=7498bceb55386775c8ed4986e85498d7↩︎

  2. https://www.afm.nl/nl-nl/sector/actueel/2024/april/bnpl-marktbeeld-experiment↩︎

  3. Hof van Justitie 17 oktober 2024, ECLI:EU:C:2024:895↩︎