Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken (21501-33-1109) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D02329, datum: 2025-01-22, bijgewerkt: 2025-01-23 09:31, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-01-22 15:00: Tweeminutendebat Raad Algemene Zaken (21501-33-1109) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Raad Algemene Zaken d.d. 28 januari 2025
Raad Algemene Zaken d.d. 28 januari 2025
Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Algemene Zaken d.d. 28
januari 2025 (21501-33, nr. 1109).
De voorzitter:
Dan is nu het tweeminutendebat Raad Algemene Zaken aan de orde. Ik geef
als eerste graag het woord aan de heer Paternotte van de fractie van
D66.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit onderzoek en analyse van Googles online
advertentiedatabase blijkt dat Hongarije via videocampagnes heeft
geprobeerd het publieke debat in zeven EU-lidstaten te
beïnvloeden;
overwegende dat in Polen en Slowakije deze campagnes specifiek hebben
plaatsgevonden tijdens verkiezingstijd;
overwegende dat volgens onderzoek Hongarije een aanzienlijke rol heeft
gespeeld in de verkiezingswinst van Robert Fico, en dat de videocampagne
in Slowakije tot wel 1,8 miljoen keer is bekeken;
overwegende dat het ondermijnen van de democratie in andere EU-lidstaten
een zeer grove schending vormt van artikel 2 van het verdrag betreffende
de Europese Unie;
spreekt uit dat het door Hongarije beïnvloeden van verkiezingen en het
publieke debat in andere lidstaten onacceptabel is;
verzoekt de regering de Europese Commissie te verzoeken om een
vervolgonderzoek naar deze beïnvloeding van verkiezingen en het publieke
debat in andere EU-lidstaten, en Hongarije daarop aan te spreken tijdens
de informele raad van 3 februari,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte en Boswijk.
Zij krijgt nr. 3025 (21501-02).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er grote zorgen bestaan over schendingen van de
electorale integriteit tijdens de verkiezingen in Georgië;
overwegende dat de Georgische autoriteiten naar aanleiding hiervan
ongekend en ongeoorloofd geweld hebben gebruikt en legitieme
demonstraties blijven onderdrukken;
overwegende dat in een vergelijkbare situatie in Belarus, waar de
verkiezingen eveneens "niet vrij, niet eerlijk en niet in
overeenstemming met de internationale standaarden" werden geacht, de
Europese Raad besloot de uitslag niet te erkennen;
verzoekt de regering om er in EU-verband voor te pleiten om de uitslag
van de Georgische verkiezingen ook niet te erkennen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte en Piri.
Zij krijgt nr. 3026 (21501-02).
De heer Paternotte (D66):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
De heer Dassen van Volt.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de discussie omtrent gezamenlijke financiering van
onder andere defensie binnen de EU steeds actueler wordt;
constaterende dat onder het Pools voorzitterschap de discussie wordt
gestart om een defensiefonds op te richten en dit gefinancierd zal
worden door defensiebonds;
verzoekt de regering om het gebruik van defensiebonds niet uit te
sluiten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dassen.
Zij krijgt nr. 3027 (21501-02).
De heer Kahraman, Nieuw Sociaal Contract, ziet af van zijn
spreektijd.
De heer Van Campen staat ook op mijn lijstje, maar de heer Van der Burg
zegt dat de VVD niet zal spreken.
Tot zover de inbreng van de Kamer. Kan de minister de moties nu reeds
becommentariëren? Dat is niet het geval. Ik schors voor vijf
minuutjes.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Veldkamp:
Voorzitter. Raad Algemene Zaken. Ik begin met de motie-Paternotte op
stuk nr. 3025 over Hongarije en beïnvloeding. Als er beïnvloeding van
verkiezingen door een EU-lidstaat of door een andere staat zou hebben
plaatsgevonden, is dat een kwalijke zaak. Daarom is onderzoek van
belang. Ik kan deze motie oordeel Kamer geven, zij het met twee
kanttekeningen. Het is in principe aan de lidstaat waar de vermeende
beïnvloeding heeft plaatsgevonden zelf om daar onderzoek naar te doen of
de Commissie hierom te vragen. Ik kan wel in samenwerking met mijn
collega van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
bij de Commissie informeren of er onderzoek gedaan kan worden. Het is
van belang dat eerst te doen, omdat nog niet duidelijk is of Hongarije
zich ook als statelijke actor schuldig zou hebben gemaakt. Maar oordeel
Kamer dus, met die interpretatie.
De tweede motie, die op stuk nr. 3026 van de leden Paternotte en Piri,
gaat over de verkiezingen in Georgië. Wij onderschrijven de conclusies
van het ernstige verkiezingsrapport van de OVSE/ODIHR. Er was een
ongelijk speelveld en er waren onregelmatigheden te constateren. De
autoriteiten in Georgië moeten het vertrouwen herstellen door die
aanbevelingen op te volgen en daarbij nieuwe verkiezingen overwegen. Ik
zal in Brussel ook inbrengen om die boodschap bij de Georgische
autoriteiten te bepleiten. Nederland erkent echter staten en niet
verkiezingen. Daarom moet ik deze motie ontraden.
De laatste motie is die op stuk nr. 3027 van de heer Dassen over
eurobonds. Het kabinet is geen voorstander van het aangaan van
gemeenschappelijke schulden voor nieuwe Europese instrumenten. Zie het
regeerprogramma. Daarmee ontraad ik deze motie.
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover dit debat. Dank aan de minister voor zijn
aanwezigheid vandaag bij deze drie debatten.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Morgen stemmen wij over alle moties van de afgelopen drie
debatten.
Ik schors een enkel ogenblik en daarna gaan we door met het debat over
het demonstratierecht in Nederland.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.