Antwoord op vragen van het lid Ergin over dreigende incidenten bij een islamitische basisschool in Nijmegen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D02397, datum: 2025-01-23, bijgewerkt: 2025-01-24 14:31, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1104).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z21322:
- Gericht aan: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: D.A. Ergin, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1104
Vragen van het lid Ergin (DENK) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over dreigende incidenten bij een islamitische basisschool in Nijmegen (ingezonden 17 december 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Paul (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 23 januari 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 919.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat er bij de islamitische basisschool Hidaya in Nijmegen tweemaal een man is gesignaleerd die schietbewegingen maakte naar een toezichthouder op het schoolplein?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Zijn er volgens u concrete aanwijzingen dat de veiligheid van de leerlingen en het personeel op deze basisschool momenteel in gevaar is?
Antwoord 2
Die signalen heb ik niet.
Vraag 3
Erkent u dat incidenten zoals deze een bijzonder intimiderend effect kunnen hebben op ouders en leerlingen van islamitische scholen, juist in een tijd waarin moslimhaat volgens recente onderzoeken steeds zichtbaarder wordt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Dergelijke dreigende gebaren zijn intimiderend. Het is goed dat de school aanvullende maatregelen heeft genomen, in nauw contact staat met de politie en de ouders goed informeert.
Vraag 4
Erkent u dat er een zorgwekkend patroon zichtbaar is van moslimhaat richting islamitische scholen gezien het toenemende aantal incidenten zoals deze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Helaas vinden er jaarlijks op verschillende scholen veiligheidsincidenten plaats. Elk incident er één te veel, ongeacht de grondslag van de school. Over het al dan niet aanwezig zijn van opzet, een patroon en mogelijke oorzaken van een dergelijk patroon kan ik niks zeggen. OCW heeft geen kennis omtrent de daders en hun motieven omdat het onderzoeken van dit incident een taak is van de politie.
Vraag 5
Wat vindt u van de reactie van de politie dat «vooralsnog geen sprake lijkt te zijn van direct gevaar,» ondanks de duidelijke dreiging die ouders ervaren en acht u dit een afdoende reactie om vertrouwen en veiligheid te waarborgen?
Antwoord 5
Het is niet mijn rol om te oordelen over het onderzoek en de inschatting van de politie. Ik hecht er grote waarde aan dat we op de professionaliteit en zorgvuldigheid van de politie vertrouwen. Tegelijkertijd zijn de zorgen van ouders begrijpelijk. Hopelijk brengen de aanvullende maatregelen die de school heeft genomen en het onderzoek van de politie rust.
Vraag 6
Hoe waarborgt u dat islamitische scholen en hun leerlingen dezelfde veiligheid en bescherming genieten als andere scholen?
Antwoord 6
Veiligheid is echt de basis voor een school. Ongeacht de grondslag van de school moeten leerlingen en personeel een veilige leer- en werkomgeving hebben. De veiligheid op islamitische scholen wordt dus op eenzelfde wijze geborgd als op alle scholen in Nederland. Zo hebben scholen een zorgplicht voor de veiligheid op school. Dat betekent dat zij onder andere veiligheidsbeleid moeten voeren om de veiligheid op school te versterken, onveilige situaties te voorkomen en incidenten goed af te handelen. Met het wetsvoorstel Vrij en veilig onderwijs, dat naar verwachting voor de zomer van 2025 naar uw Kamer zal worden gestuurd, worden de eisen aan scholen op dit vlak verder aangescherpt. De Inspectie van het Onderwijs ziet erop toe dat scholen die verplichtingen ook nakomen. Onderdeel van goed veiligheidsbeleid is goed samenwerken met externe partners zoals politie en gemeente. Ook deze partijen hebben een verantwoordelijkheid om de veiligheid op en rond de school te waarborgen. Scholen kunnen bij Stichting School en Veiligheid terecht voor advies en ondersteuning op het vlak van veiligheid.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u de samenwerking tussen scholen, gemeenten, politie, OM, veiligheidsregio’s en de Minister van Justitie en Veiligheid bij het waarborgen van de veiligheid van islamitische onderwijsinstellingen en acht u de huidige aanpak voldoende om verhoogde dreiging effectief te mitigeren?
Antwoord 7
Ik onderstreep het belang van samenwerking tussen al deze partijen. Scholen staan er niet alleen voor om de veiligheid te borgen, ook andere partners zoals gemeente, politie en OM hebben hier een rol. Samen met partners binnen en buiten de Rijksoverheid werkt het kabinet aan het versterken van de lokale samenwerking tussen onder andere scholen, gemeenten, jeugdwerk en politie om de veiligheid binnen en buiten de school te borgen.
De Gelderlander, 3 december 2024, ««We hebben overwogen onze kinderen thuis te laten»: ouders bezorgd na incidenten bij islamitische school», «We hebben overwogen onze kinderen thuis te laten»: ouders bezorgd na incidenten bij islamitische school | Marieke Smid | gelderlander.nl↩︎