Beleidsreactie op het rapport "Diversiteit van personeel, zelfstandigen, toezichthouders en adviseurs in de culturele en creatieve sector β wat is de stand in 2024?"
Nieuwe visie cultuurbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D03297, datum: 2025-01-29, bijgewerkt: 2025-01-29 14:10, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Rapport "Diversiteit van personeel, zelfstandigen, toezichthouders en adviseurs in de culturele en creatieve sector β wat is de stand in 2024?"
- Beslisnota bij Kamerbrief Beleidsreactie op het rapport "Diversiteit van personeel, zelfstandigen, toezichthouders en adviseurs in de culturele en creatieve sector β wat is de stand in 2024?"
Onderdeel van kamerstukdossier 32820 -534 Nieuwe visie cultuurbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z01464:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-01-30 13:54: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-02-06 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (π origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
---|
Datum | 29 januari 2025 |
---|---|
Betreft | Beleidsreactie Diversiteit van personeel, zelfstandigen, toezichthouders en adviseurs in de culturele en creatieve sector |
Media en Creatieve Industrie Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon |
Onze referentie 48714917 |
Bijlagen |
Onderzoek: Diversiteit van personeel, zelfstandigen, toezichthouders en adviseurs in de culturele en creatieve sector β wat is de stand in 2024? |
Met deze brief bied ik u de Monitor "Diversiteit van personeel, zelfstandigen, toezichthouders en adviseurs in de culturele en creatieve sector β wat is de stand in 2024?" aan.
Cultuur speelt een belangrijke rol in de vorming van de samenleving en daarom is het belangrijk dat de mensen die in culturele instellingen werken de samenstelling van de samenleving weerspiegelen. De culturele sector heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid om de verschillende demografische groepen in de samenleving te vertegenwoordigen. Dit zorgt ervoor dat verschillende perspectieven, ervaringen en achtergronden in de culturele productie tot uiting komen en een breder publiek aantrekken.
In deze monitor is de samenstelling van het personeel op het gebied van herkomst, geslacht en leeftijd in de culturele en creatieve sectoren onderzocht. Naast onderzoek naar de gesubsidieerde culturele en creatieve instellingen, betreft het ook onderzoek naar de niet-gesubsidieerde culturele en creatieve instellingen. Het laatste onderzoek dateerde uit 2018.
Het doel van deze meting is om de stand van zaken in kaart te brengen en nationale ontwikkelingen op het gebied van arbeidsparticipatie te volgen. Het onderzoek laat de spreiding zien op het gebied van afkomst, gender en leeftijdsrepresentatie.
Uit het onderzoek, uitgevoerd door Significant APE, blijkt dat de gesubsidieerde culturele en creatieve sector in Nederland pluriformer is geworden. Vergeleken met 2018 is er een duidelijke diversificatie in geslacht, herkomst en leeftijd van het personeel en de raden van toezicht. Bij hoger betaalde functies is dit niet het geval.
De Wet op het Specifiek Cultuurbeleid (WSc) geeft mij als minister van OCW de taak om voorwaarden te scheppen voor een rijk en gevarieerd cultureel aanbod dat voor iedereen toegankelijk is. Hier ligt een belangrijke verantwoordelijkheid bij de culturele sector zelf. Dit rapport biedt culturele instellingen praktische handvatten om diversiteit en inclusie te versterken en zo bij te dragen aan een cultuursector die iedereen vertegenwoordigt. Ik ben van mening dat alle professionals hun talenten moeten kunnen gebruiken en moeten kunnen bijdragen aan ons culturele landschap en het economische potentieel1 van de culturele en creatieve industrieΓ«n. Daarom blijf ik in gesprek met de sector over hoe we gezamenlijk de toegankelijkheid kunnen bevorderen en verwacht ik dat de sector uit eigen beweging aan dit onderwerp blijft werken om een inclusieve sector te bevorderen.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Eppo Bruins