Motie van het lid Van der Werf over scenario's uitwerken voor hoe Nederland kan toewerken naar 3% defensie-uitgaven
Europese Raad
Motie
Nummer: 2025D03453, datum: 2025-01-29, bijgewerkt: 2025-01-30 13:09, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-20-2175).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J. van der Werf, Tweede Kamerlid (D66)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 20-2175 Europese Raad.
Onderdeel van zaak 2025Z01541:
- Indiener: J.J. van der Werf, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2025-01-29 17:00: Debat over de informele Europese Raad van 3 februari (Plenair debat (debat)), TK
- 2025-01-30 13:50: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over moties ingediend bij het debat over de informele Europese Raad en over moties ingediend bij het tweeminutendebat Informele Raad Concurrentievermogen) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
21 501-20 Europese Raad
Nr. 2175 MOTIE VAN HET LID VAN DER WERF
Voorgesteld 29 januari 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de secretaris-generaal van de NAVO, de heer Rutte, reeds diverse keren NAVO-lidstaten heeft opgeroepen om de defensie-uitgaven te verhogen tot ten minste 3% van het bruto binnenlands product;
constaterende dat president Trump herhaaldelijk het principe van collectieve verdediging in artikel 5 van het Noord-Atlantisch Verdrag in twijfel heeft getrokken en zinspeelde dat hij Rusland zou aanmoedigen om te doen «wat het maar wil»;
overwegende dat de huidige NAVO-norm van 2% defensie-uitgaven onvoldoende is wanneer Europa in staat wil zijn haar eigen grondgebied te verdedigen tegen Rusland;
overwegende dat Nederland reeds dagelijks wordt geconfronteerd met hybride en cyberaanvallen vanuit Rusland en China;
verzoekt de regering scenario's uit te werken voor hoe Nederland kan toewerken naar 3% defensie-uitgaven, daarbij specifiek te kijken naar meer Europese samenwerking en het versterken van de Nederlandse defensie-industrie, en de uitkomsten daarvan uiterlijk voor Prinsjesdag met de Kamer te delen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Werf