Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2024-2025

21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 629 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 januari 2025

In aanvulling op de eerder aan uw Kamer toegezonden geannoteerde agenda voor de gecombineerde informele Raad Buitenlandse Zaken Handel en informele Raad Concurrentievermogen op 3 en 4 februari a.s. (ref. Kamerstuk 21 501-30, nr. 623) informeer ik uw Kamer hierbij dat het Poolse voorzitterschap deze week de handelsrelaties tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten (VS) als volledig agendapunt heeft toegevoegd.

Tijdens het recente Commissiedebat d.d. 22 januari jl. ter voorbereiding van deze Raad heeft het kabinet reeds met uw Kamer van gedachten gewisseld over de kabinetsinzet tijdens deze Raad op het punt van de EU-VS handelsbetrekkingen. De verwachting was dat dit onderwerp tijdens het eerste agendapunt over de toekomst van het EU handels- en industriebeleid aan de orde zou komen.

Zoals uiteengezet tijdens dit debat is de Nederlandse inzet erop gericht om de handelsrelatie met de VS via dialoog te versterken en waar nodig assertief op te komen voor de eigen economische en handelsbelangen. Een eensgezind EU-optreden is hierbij cruciaal. Daarnaast is het belangrijk dat de EU stappen blijft zetten om het concurrentievermogen van de Unie te versterken, overeenkomstig de aanbevelingen van het Draghi rapport.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,
R.J. Klever

De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts