[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitvoering motie van de leden Krul en Joseph over alle conclusies en aanbevelingen van het VN-comité in de werkagenda's opnemen met concrete en haalbare doelstellingen (Kamerstuk 24170-343) en motie van de leden Joseph en Krul over de artikelen 15 en 16 van het VN-verdrag Handicap met spoed opnemen in de nationale strategie en de werkagenda (Kamerstuk 24170-347)

Gehandicaptenbeleid

Brief regering

Nummer: 2025D03937, datum: 2025-01-31, bijgewerkt: 2025-02-05 09:34, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24170-353).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24170 -353 Gehandicaptenbeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z01743:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

24 170 Gehandicaptenbeleid

Nr. 353 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 januari 2025

Naar aanleiding van het aannemen van de ontraden motie Joseph en Krul1 en de motie Krul en Joseph2, ingediend tijdens het plenair debat VN-verdrag voor de rechten van personen met een handicap op 10 december 2024, informeer ik u over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de moties.

Motie Krul en Joseph over het opnemen van alle conclusies en aanbevelingen

De motie Krul en Joseph betreft het opnemen van alle conclusies en aanbevelingen van het VN-comité voor de Rechten van Personen met een Handicap (hierna: het Comité) in de werkagenda's met concrete en haalbare doelstellingen.

Ik begrijp de wens om alle aanbevelingen van het Comité op te nemen in de werkagenda. Leidend voor de werkagenda zijn de doelstellingen uit de nationale strategie VN-verdrag Handicap (hierna: nationale strategie). Bij de totstandkoming van de nationale strategie is samen met vertegenwoordigende organisaties en andere betrokken partijen bewust de keuze gemaakt om de nationale strategie te richten op zeven levensdomeinen. Door focus aan te brengen wordt het bereiken van de doelstellingen en het nemen van nieuwe maatregelen die concrete verbeteringen opleveren, realistisch en haalbaar. Met als doel dat mensen met een beperking daadwerkelijk minder drempels gaan ervaren in hun (dagelijks) leven.

Uiteraard worden de aanbevelingen van het Comité die betrekking hebben op de inhoud van de nationale strategie zoveel als mogelijk meegenomen in de werkagenda.

In de Kamerbrief van 9 december 2024 (Kamerstuk 24 170, nr. 334) en het debat van 10 december 2024 heb ik toegezegd om u voor de zomer deze werkagenda toe te sturen. Het toevoegen van alle aanbevelingen in de werkagenda vraagt om grote aanpassingen in het huidige werkproces. Hierbij kunt u onder andere denken aan het betrekken van beleidsdirecties die op dit moment nog niet betrokken zijn en het organiseren van sprintsessies op de onderwerpen die nu nog niet worden belicht en het betrekken van ervaringsdeskundigen hierbij. Omdat die partijen nog niet in een eerder stadium zijn betrokken vraagt dit om meer afstemming en voorbereidende gesprekken om te komen tot concrete maatregelen. Hierdoor ontstaat een vertraging en kan ik de werkagenda niet voor de zomer naar uw Kamer zenden als toegezegd.

Een dergelijke vertraging betekent dat mensen met een beperking nog langer moeten wachten op maatregelen die leiden tot concrete verbeteringen in hun leven. Ik zal daarom bij het versturen van de werkagenda een aanpak meesturen die betrekking heeft op de aanbevelingen die dan nog geen onderdeel zijn van de werkagenda.

Motie Joseph en Krul over het opnemen van artikel 15 en 16

De motie Joseph en Krul gaat over het met spoed opnemen van de artikelen 15 en 16 van het VN-verdrag Handicap in de nationale strategie en werkagenda. Artikel 15 betreft de vrijwaring van foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. En artikel 16 betreft de vrijwaring van uitbuiting, geweld en misbruik.

Bescherming tegen geweld, misbruik uitbuiting of verwaarlozing is momenteel al onderdeel van de nationale strategie (levensdomein «Veiligheid en rechtsbescherming») en onderwerp van gesprek in de ontwikkeling van de werkagenda. Op dit moment zijn de maatregelen nog in ontwikkeling en moeten er nog aanvullende sprintsessies met ervaringsdeskundigen, hun vertegenwoordigende organisaties, veldpartijen en ministeries plaatsvinden. Wel wil ik u alvast meenemen in enkele voorlopige denkrichtingen voor maatregelen op dit gebied (deze kunnen op basis van de sprintsessies die nog moeten plaatsvinden worden aangepast):

• Het vergroten van kennis van bepaalde groepen zorg- en veiligheidsprofessionals over de risico’s op geweld en/of misbruik bij mensen met een beperking en het versterken van hun vaardigheden voor bejegening en ondersteuning die goed aansluiten bij het slachtoffer;

• Toegankelijkheid van centra/opvang voor mensen met een beperking die slachtoffer zijn van geweld en/of misbruik.

Onderwerpen gerelateerd aan artikel 15 zoals het gebruik van de isoleercel of dwangmaatregelen in de zorg werk ik uit in een wetsvoorstel voor de aanpassing van de Wet verplichte ggz (hierna: Wvggz) en de Wet zorg en dwang (hierna: Wzd). Uw kamer is hierover tijdens het commissiedebat Ouderenzorg (Kamerstuk 29 389, nr. 128) (16 oktober 2024) ingelicht. De verwachting is dat begin 2025 het wetsvoorstel voor consultatie aangeboden kan worden. Bij het aanbieden van het wetsvoorstel gaat het kabinet in de memorie van toelichting in op de aanbevelingen van het VN-comité in relatie tot het wetsvoorstel voor de Wvggz en de Wzd.

Op het gebied van dwangmaatregelen in de zorg (artikel 15), werkt de Staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport aan de afbouw van gesloten jeugdhulp en de opbouw van meer passende (kleinschalige) vormen van jeugdhulp. Binnen dit proces wordt ook ingezet op het terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat vrijheidsbeperkende maatregelen in het belang van jongeren en/of jeugdzorg medewerkers opgelegd kunnen blijven worden. Dit wordt ook opgenomen in de werkagenda als maatregel, maar is wel een zelfstandig traject. Bij versturen van de werkagenda informeer ik u opnieuw over de invulling van artikel 15 en 16.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V. Maeijer


  1. Kamerstukken II 2024/25, 24 170, nr. 347↩︎

  2. Kamerstukken II 2024/25, 24 170, nr. 343↩︎