Jaaroverzicht dossiers onderwijs vertrouwensinspecteurs 2023-2024
Veiligheid op school
Brief regering
Nummer: 2025D04029, datum: 2025-02-03, bijgewerkt: 2025-02-07 13:35, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29240-173).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
- Jaaroverzicht dossiers onderwijs vertrouwensinspecteurs 2023-2024
- Beslisnota bij Kamerbrief Jaaroverzicht dossiers onderwijs vertrouwensinspecteurs 2023-2024
Onderdeel van kamerstukdossier 29240 -173 Veiligheid op school.
Onderdeel van zaak 2025Z01761:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-02-04 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-02-20 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
29 240 Veiligheid op school
Nr. 173 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 februari 2025
Leerlingen en studenten moeten vrij en veilig zijn in het onderwijs. Dat is een randvoorwaarde om tot goede leerprestaties te kunnen komen omdat leerlingen en studenten zich alleen in een veilige leeromgeving ten volle kunnen ontwikkelen. Daarom is er in het funderend onderwijs een zorgplicht voor een veilig schoolklimaat en hebben ook in het mbo, hbo en wo de instellingen vanuit de wettelijke voorschriften voor bestuur en toezicht de verantwoordelijkheid een veilige leer- en werkomgeving te borgen. De Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) houdt toezicht op deze wettelijke eisen.
Maar dit alles betekent niet dat het in de praktijk altijd goed gaat. Leerlingen en studenten krijgen helaas soms te maken met seksueel grensoverschrijdend gedrag of fysiek of psychisch geweld. Het is verschrikkelijk dat hen dat overkomt, juist in een omgeving die veilig zou moeten zijn. Leerlingen en studenten moeten als zoiets gebeurt de juiste hulp krijgen op de school of instelling. Daarnaast kunnen zij, of anderen die een misstand zien of vermoeden, ook contact opnemen met de vertrouwensinspecteurs van de inspectie. De vertrouwensinspecteurs luisteren en informeren. Zo nodig adviseren de vertrouwensinspecteurs ook, bijvoorbeeld over het traject om een formele klacht in te dienen of aangifte te doen. In sommige gevallen is een school of instelling ook verplicht om contact op te nemen met de vertrouwensinspecteurs. Met hun werk helpen de vertrouwensinspecteurs om de veiligheid in het onderwijs te waarborgen en te vergroten.
Ieder jaar publiceert de inspectie een overzicht van de dossiers die bij de vertrouwensinspecteurs binnenkomen. Samen met deze brief sturen wij uw Kamer het overzicht van de cijfers over het schooljaar 2023–2024. In deze brief geven we een korte reactie op de cijfers en gaan we in op de inzet van het kabinet om de veiligheid van leerlingen en studenten te verbeteren.
Meer dossiers, met name in het funderend onderwijs
In schooljaar 2023–2024 hebben de vertrouwensinspecteurs voor het hele onderwijs meldingen binnengekregen over 2317 dossiers.1 Het aantal dossiers waarover is gemeld, is ten opzichte van 2022–2023 met 165 toegenomen (8 procent), en dat is een trend die al langer zichtbaar is. Dat is ernstig, want elk geval van onveiligheid is er één te veel. Dat een melding wordt gedaan, wil overigens niet in alle gevallen zeggen dat zich ook een ernstig feit heeft voorgedaan. Het is niet bekend of deze stijging komt doordat het aantal en/of de ernst van de incidenten is toegenomen. Het kan ook komen doordat melders de vertrouwensinspecteurs beter weten te vinden, door de toegenomen aandacht voor sociale veiligheid of doordat er meer vertrouwen is om te melden.
Van de dossiers over schooljaar 2023–2024 gaan er 1187 over psychisch geweld, 623 over fysiek geweld, 290 over seksuele intimidatie, 96 over seksueel misbruik, 98 over discriminatie en 16 over radicalisering (waarbij het meestal gaat om leerlingen die kenmerken van radicalisering vertonen). Wat opvalt aan de cijfers is dat de toename ten opzichte van vorig jaar vooral zit in de meldingen over psychisch en fysiek geweld en radicalisering, terwijl er minder meldingen zijn over seksueel misbruik, seksuele intimidatie en discriminatie. Specifiek voor het funderend onderwijs valt op dat het aantal en de zwaarte van de meldingen over fysiek en psychisch geweld blijven toenemen.
De cijfers van de vertrouwensinspecteurs zetten ons op scherp, ook al weten we uit de Landelijke Veiligheidsmonitor dat het percentage leerlingen in het funderend onderwijs dat zich veilig voelt al jaren vrij stabiel is en schommelt tussen de 95 en de 98 procent.2 Het gaat om ernstige zaken, en de cijfers laten zien dat we er nog niet altijd in slagen om alle leerlingen en studenten de veilige leeromgeving te bieden waarop zij recht hebben. Het kabinet blijft dus onverminderd en met grote inzet doorgaan om de veiligheid in het onderwijs te versterken.
Verder werken aan een veilige leeromgeving voor leerlingen en studenten
Funderend onderwijs
We zien dus dat het beter moet met de veiligheid in het onderwijs. In het funderend onderwijs hebben scholen een zorgplicht voor de veiligheid van leerlingen. Zij kunnen bij Stichting School & Veiligheid terecht als ze daarbij ondersteuning nodig hebben. Daarnaast kunnen leerlingen, studenten, ouders en onderwijspersoneel op www.jouwveiligeschool.nl terecht als ze zich niet veilig voelen op school en niet goed weten waar ze kunnen aankloppen. Op deze manier helpen we iedereen in het onderwijs om werk te maken van veiligheid. En we doen meer dan dat. Het kabinet werkt aan het Wetsvoorstel vrij en veilig onderwijs, waarmee scholen onder andere verplicht worden een vertrouwenspersoon te hebben en hun veiligheidsbeleid jaarlijks te evalueren. Ook pakken we seksueel grensoverschrijdend gedrag verder aan door de huidige meld-, overleg- en aangifteplicht uit te breiden (een uitbreiding die ook voor het vervolgonderwijs zal gelden). Dit wetsvoorstel is eind 2024 naar de Raad van State gestuurd, en zal naar verwachting in het tweede kwartaal van dit jaar aan uw Kamer worden aangeboden. Naast dit pakket werken we er ook aan om de continue VOG-screening in het onderwijs te realiseren en steviger in te zetten op preventie door te onderzoeken hoe we scholen (verder) kunnen ondersteunen om het pedagogisch schoolklimaat te versterken, zoals we aan uw Kamer hebben laten weten in de brief over het Herstelplan kwaliteit funderend onderwijs.3
Vervolgonderwijs
Op 15 januari 2025 heeft uw Kamer de beleidsreactie op de Monitor Integrale Veiligheid MBO ontvangen.4 In die reactie is uw Kamer geïnformeerd over de belangrijkste resultaten van de monitor en is toegelicht hoe in het mbo wordt gewerkt aan het verbeteren van de veiligheid van studenten en medewerkers. Om de verantwoordelijkheid van instellingen te verduidelijken, introduceert het kabinet een wettelijke zorgplicht voor sociale veiligheid in het vervolgonderwijs.
In 2023 is de «integrale aanpak sociale veiligheid in hoger onderwijs en wetenschap» aan de Kamer gepresenteerd.5 Deze integrale aanpak, die samen met stakeholders uit het veld is opgesteld, gaat uit van verschillende actielijnen waaronder het realiseren van bovengenoemde wettelijke zorgplicht. Een andere actielijn betreft een onderzoek naar meld- en klachtvoorzieningen, dat momenteel wordt uitgevoerd en voor de zomer van 2025 naar uw Kamer zal worden gezonden. Onderdeel van de integrale aanpak is het landelijk programma sociale veiligheid waarmee een subsidieregeling bekostigd wordt voor het financieel ondersteunen van activiteiten met als doel de bevordering van een sociaal veilige leer- en werkomgeving voor studenten en werknemers in het hoger onderwijs en de wetenschap. Hiervoor kunnen de (samenwerkende) universiteiten, hogescholen, studie- en studentenverenigingen en medewerkers- en promovendiorganisaties voorstellen indienen. Voor het landelijk programma sociale veiligheid is gedurende 2024–2027 jaarlijks € 4 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast ontvangen instellingen tot en met 2031 jaarlijks € 4 miljoen voor uitvoering van afspraken over sociale veiligheid uit het bestuursakkoord.
Daarnaast zijn veel van de maatregelen rond seksueel grensoverschrijdend gedrag in de verschillende onderwijssectoren samengebracht in het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Zo kunnen we dit probleem integraal aan pakken. Dit voorjaar ontvangt uw Kamer de voortgangsbrief. Doorlopend spant ook de regeringscommissaris zich in om het onderwijs veiliger te maken, bijvoorbeeld met haar advies over het sociale veiligheidsbeleid in het hoger onderwijs of de aanstaande conferentie die zij met en voor het mbo organiseert. Tevens heeft zij een belangrijke rol gespeeld als aanjager van het Studentenpact tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.
Op deze manier werken wij eraan, samen met de sectoren en met alle onderwijsprofessionals, dat alle leerlingen en studenten in veiligheid kunnen leren en zich ontwikkelen. Wij voelen dit als een zware verantwoordelijkheid. Met de aangekondigde maatregelen en de extra stappen die we zullen zetten in het Herstelplan kwaliteit funderend onderwijs zetten we ons er vol voor in om de veiligheid in het onderwijs verder te vergroten.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul
NB: de vertrouwensinspecteurs voegen meldingen van verschillende melders over dezelfde casus bij een onderwijsinstelling samen tot één dossier. Het overzicht van de vertrouwensinspecteurs is gebaseerd op het aantal dossiers, niet op de verschillende onderliggende meldingen.↩︎
Zie bijlage bij Kamerstuk 29 240, nr. 133.↩︎
Kamerstukken 29 240, nr. 138, p. 9–10.↩︎
Kamerstukken 29 240, nr. 158.↩︎
Kamerstukken 29 240, nr. 131. In 2024 heeft de Minister een voortgangsbrief over de integrale aanpak aan de Kamer gestuurd, zie Kamerstukken 29 240, nr. 140.↩︎