[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de tussentijdse en eindevaluaties Erasmus+ (2014-2020/ 2021-2027) en het Europees Solidariteitskorps (2018-2020/ 2021-2027)

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Brief regering

Nummer: 2025D04186, datum: 2025-02-03, bijgewerkt: 2025-02-07 13:20, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-3994).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -3994 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2025Z01822:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 3994 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 februari 2025

Op 7 oktober jongstleden hebben wij uw Kamer de twee rapporten van de tussentijdse en eindevaluaties van het programma Erasmus+ (2014–2020/ 2021–2027) en het Europees Solidariteitskorps (2018–2020/ 2021–2027) aangeboden (Kamerstuk 22 112, nr. 3966). In deze brief geven wij, mede namens de Staatssecretaris voor Jeugd, Preventie en Sport, toelichting op de uitkomsten van de evaluaties en onze reactie hierop, daarmee uitvoering gevend aan het verzoek hierom per brief van de vaste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2024D40537).

Wij onderstrepen de meerwaarde van het programma Erasmus+ en de bevindingen uit de evaluatie dat Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps (hierna: ESC-programma) bijdragen aan onze nationale doelen zoals professionalisering van docenten en digitalisering van het onderwijs. Erasmus+ heeft een positieve impact in alle onderwijssectoren. Naast studenten uit het hbo en wo profiteren ook docenten, mbo-studenten en scholieren uit het po en vo van het programma. Erasmus+ draagt ook bij aan wederkerige studiepuntmobiliteit en daarmee aan een meer gebalanceerde spreiding van studenten in Europa. Daarnaast is Erasmus+ een uitwerking van de Europese Jeugdstrategie waarbij de actieve deelname van jongeren aan de maatschappij bijdraagt aan meer verbinding en betrokkenheid. Wij zullen in aanloop naar het nieuwe programma Erasmus+ pleiten voor blijvende focus op kwaliteit en impact van de Erasmus+ projecten met als doel om de onderwijskwaliteit en jeugd- en jongerenwerk in Nederland en de EU te versterken.

Opdracht van de evaluaties

De huidige programma’s van zowel Erasmus+ als het Europees Solidariteitskorps hebben een looptijd van 2021 tot en met 2027, gelijk aan de looptijd van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) van de Europese Unie. De Europese Commissie (hierna: Commissie) heeft Nederland gevraagd twee nationale rapporten op te leveren over de implementatie en impact van Erasmus+ en het ESC-programma tot nu toe, ten behoeve van de Mid Term Review van de programma’s in de gehele Europese Unie.Het Ministerie van OCW heeft deze opdracht mede namens het Ministerie van VWS uitgezet bij de bureaus Ockham IPS en SEOR. Hieronder gaan wij in op de belangrijkste bevindingen van de op 30 mei jl. opgeleverde rapporten.

Resultaten en aanbevelingen van de Erasmus+ evaluatie

De evaluatie van de implementatie van Erasmus+ in Nederland is positief. Het beschikbare budget wordt volledig benut en projectdoelen worden over het algemeen bereikt. Volgens de evaluatie heeft het programma een significant effect op de internationaliseringsstrategieën van deelnemende organisaties evenals op de kwaliteit van hun aanbod, personeel en deelnemers. Begunstigden waarderen de ondersteuning door de Nationale Agentschappen (hierna: NA’s) en recente nieuwe mogelijkheden in het programma, zoals kleinschalige partnerschappen en mobiliteitsmogelijkheden voor verschillende doelgroepen. De onderzoekers benadrukken dat de vier horizontale prioriteiten1 van het programma relevant zijn voor de Nederlandse context en de meeste begunstigden geven aan dat de voordelen van deelname aan Erasmus+ duidelijk opwegen tegen de administratieve kosten.

Verbeterpunten volgens de evaluatie

• De impact van Erasmus+ op systeemniveau kan worden vergroot door het voortzetten van impactstrategieën van de NA’s, uitrollen van ontwikkelde resultaten en het monitoren en promoten van goede voorbeelden. De evaluatoren stellen extra financiële steun aan veelbelovende projecten voor.

• In de evaluatie worden de ongebruiksvriendelijke IT-tools en administratieve processen bekritiseerd. De Commissie zou meer uitleg moeten geven over regels en rapportagevereisten en tijdige informatie moeten verschaffen over aankomende calls en aanvraagprocessen.

• Erasmus+ bevordert inclusie, maar er zijn, met name binnen de onderdelen Onderwijs & Training, uitdagingen in het bereiken van alle soorten organisaties en diversiteit aan deelnemers. De evaluatoren adviseren meer financiële steun voor coaching, mentoring en gastorganisaties om de mobiliteit van kwetsbare groepen te faciliteren.

• De door de Commissie opgestelde horizontale prioriteiten (jongerenparticipatie en burgerschap, inclusie en diversiteit, digitalisering en groen Erasmus+) zouden niet boven de centrale doelen2 van het programma gesteld moeten worden. Er is behoefte aan duidelijke verwachtingen over de integratie van deze prioriteiten in projecten en realistische kaders op nationaal niveau.

• Er moet continuïteit zijn in toekomstige programma’s om constante aanpassing aan nieuwe vereisten te vermijden. Daarnaast wordt een stabiel budget voor mobiliteitsacties en heroverweging van de management fee voor NA’s om te compenseren voor de toegenomen taken en verwachtingen aangeraden.

Resultaten en aanbevelingen van de evaluatie van het ESC-programma

De implementatie van het ESC-programma wordt eveneens positief beoordeeld. Participanten geven aan persoonlijke vaardigheden en competenties opgedaan te hebben. Volgens de evaluatoren is het programma relevant en voldoende in lijn met maatschappelijke uitdagingen. De horizontale prioriteiten (jongerenparticipatie en burgerschap, inclusie en diversiteit, digitalisering en groen Erasmus+) komen eveneens duidelijk naar voren, met name het doel «inclusie en diversiteit» geniet veel aandacht van het NA. Deelname aan het ESC-programma lijkt de kennis over Europa te verhogen bij deelnemers en het programma heeft een significant effect op de internationaliseringsstrategieën van deelnemende organisaties, waarmee het een mooie aanvulling is op de Maatschappelijke Diensttijd. Hiermee is het programma een belangrijk instrument om een meer inclusieve samenleving op te bouwen, kwetsbare mensen te helpen en maatschappelijke problemen aan te pakken.

Verbeterpunten volgens de evaluatie

• Uit de evaluatie blijkt dat het bereiken, begeleiden en behouden van deelnemers voor de solidariteitsprojecten nog een uitdaging is. Volgens de evaluator zou het behulpzaam zijn als de Commissie organisaties ondersteunt bij de jongerenbegeleiding.

• Daarnaast zou de zichtbaarheid van het ESC-programma vergroot kunnen worden door meer aandacht te geven aan het delen van «positieve verhalen».

• Tot slot herhalen de begunstigden de kritiek op de ondersteunende IT-tools en de administratieve processen en is de hoge werkdruk voor het NA een aandachtspunt.

Vervolgproces

De Nederlandse evaluaties zijn onderdeel van de overkoepelende Europese Mid Term Review van Erasmus+ die eind 2024 of begin 2025 wordt verwacht. De evaluaties zijn van belang met het oog op de Commissievoorstellen voor het volgende programma Erasmus+ die als onderdeel van het nieuwe MFK halverwege 2025 verwacht worden. Wij willen uitdrukkelijk niet vooruitlopen op de nog te bepalen overkoepelende Nederlandse inzet voor de onderhandelingen over het volgende MFK vanaf 2028.

Wij zullen de aandachtspunten die blijken uit de evaluaties duidelijk onder de aandacht van de Commissie brengen, zodat deze kunnen worden meegenomen in de overkoepelende Mid Term Review en in de vervolgstappen die de Commissie in dit kader onderneemt.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul


  1. De Commissie heeft een aantal horizontale prioriteiten opgesteld waaraan zowel Erasmus+ als het ESC-programma moeten bijdragen: jongerenparticipatie en burgerschap, inclusie en diversiteit, digitalisering en groen Erasmus+ (verduurzaming).↩︎

  2. De centrale doelen van Erasmus+ zijn versterking van de kwaliteit van het onderwijs, jeugdwerk en aanmoediging van actief burgerschap.↩︎