Motie van het lid Lahlah c.s. over onderzoeken hoe de banenafspraak ruimer kan worden ingevuld door vooral het werk zelf als criterium te nemen
Vereenvoudiging van de banenafspraak en de quotumregeling voor mensen met een arbeidsbeperking (Wet banenafspraak)
Motie
Nummer: 2025D04729, datum: 2025-02-05, bijgewerkt: 2025-02-06 12:41, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36449-12).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Lahlah, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
- Mede ondertekenaar: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid (CDA)
- Mede ondertekenaar: B. van Kent, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 36449 -12 Vereenvoudiging van de banenafspraak en de quotumregeling voor mensen met een arbeidsbeperking (Wet banenafspraak).
Onderdeel van zaak 2025Z02072:
- Indiener: A. Lahlah, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: B. van Kent, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2025-02-05 14:00: Vereenvoudiging van de banenafspraak en de quotumregeling voor mensen met een arbeidsbeperking (Wet banenafspraak) (36449) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2025-02-11 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 449 Vereenvoudiging van de banenafspraak en de quotumregeling voor mensen met een arbeidsbeperking (Wet banenafspraak)
Nr. 12 MOTIE VAN HET LID LAHLAH C.S.
Voorgesteld 5 februari 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat banen pas meetellen voor de banenafspraak wanneer het werk plaatsvindt bij «reguliere» bedrijven of overheidsinstellingen;
overwegende dat de Arbeidsinspectie signaleert dat werkgevers door de arbeidsmarktkrapte vaak onvoldoende ruimte hebben om invulling te geven aan de begeleidingsbehoefte van werknemers die onder de banenafspraak vallen;
overwegende dat het centraal stellen van het werk zelf, in plaats van de plek waar het werk plaatsvindt, nieuwe mogelijkheden kan creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt;
overwegende dat dit kan door bedrijven te stimuleren (een deel van) hun productie bij werkontwikkelbedrijven neer te leggen, zodat ook dat werk meetelt voor de banenafspraak;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe de banenafspraak ruimer kan worden ingevuld door niet langer uitsluitend de werkplek, maar vooral het werk zelf als criterium te hanteren, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Lahlah
Ceder
Van Kent
Inge van Dijk