Uitkomst pilot SZW over gesprekken met bedrijven die arbeidswetten op het gebied van eerlijk werk hebben overtreden
Arbeidsmarktbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D05548, datum: 2025-02-10, bijgewerkt: 2025-02-12 14:12, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29544-1269).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29544 -1269 Arbeidsmarktbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z02420:
- Indiener: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2025-02-12 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-02-18 16:30: Procedures en brieven SZW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2025-03-06 13:00: Arbeidsmarktbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
29 544 Arbeidsmarktbeleid
25 883 Arbeidsomstandigheden
Nr. 1269 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2025
Met het kabinet sta ik voor een goed functionerende arbeidsmarkt en een gezonde economie. Om die reden werkt het kabinet aan eerlijk, gezond en veilig werk in Nederland. Vanuit die optiek moet de Rijksoverheid zelf het voorbeeld geven met betrekking tot goed opdrachtgeverschap en goed werkgeverschap. Daarom hecht het kabinet waarde aan naleving van wet- en regelgeving door haar leveranciers.
In dat kader is uw Kamer in 2021 geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek naar het uitsluiten van bedrijven en beëindigen van overheids-contracten van bedrijven die arbeidswetten hebben overtreden. Tevens is toen een pilot aangekondigd waarin gesprekken worden gevoerd met bedrijven die arbeidswetten hebben overtreden en die diensten hebben geleverd aan SZW.1
Deze pilot is inmiddels uitgevoerd in samenwerking met de verantwoordelijke Rijksdiensten2 op basis van inspectieresultaten van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Met deze brief deel ik de bevindingen.
Aanleiding
In de Kamerbrief van 2021 is een verkenning voorgesteld in de vorm van een pilot om te kijken of contractpartners van SZW een overtreding van arbeidswetten hebben begaan en of het mogelijk is die partijen uit te sluiten van aanbestedingen of het contract met hen te beëindigen. Omdat de sanctie in verhouding moet staan tot de overtreding is dit juridisch complex en in de inkooppraktijk moeilijk uitvoerbaar.3 Evenwel bleek dat maar een klein percentage van de geïnspecteerde bedrijven die diensten hebben geleverd aan SZW is beboet.4 De Arbeidsinspectie houdt echter risicogericht toezicht waardoor dus niet 100% van de bedrijven worden geïnspecteerd. In potentie zouden er meer overtreders kunnen zijn. Desondanks heb ik een vervolg aan deze pilot gegeven door over de jaren 2020–2023 nogmaals een analyse uit te voeren naar bedrijven die diensten leveren of hebben geleverd aan SZW. Ditmaal om met die bedrijven bij wie overtredingen zijn geconstateerd te bespreken welke maatregelen zij hebben genomen.
Werkwijze
De opdracht luidde: onderzoek alle contracten van SZW die zijn afgesloten met bedrijven die in het openbare overzicht van uitgevoerde inspecties voorkomen en waarbij een overtreding is geconstateerd.5 Deze overtreding hoeft niet binnen het SZW-contract te hebben plaatsgevonden. In het geval van raamovereenkomsten vanuit het zogenoemde categoriemanagement6 gaat het om met SZW afgesloten nadere overeenkomsten of om contracten met schoonmaakbedrijven omdat deze categorie bij SZW is belegd. Het gaat veelal om contracten die ondertussen al beëindigd zijn, omdat het enige tijd duurt in verband met procedures rondom bezwaar en beroep voordat de overtreding onherroepelijk is vastgesteld.
De Arbeidsinspectie heeft een overzicht verstrekt van haar inspecties en de beboete bedrijven in de betreffende kalenderjaren. Dit overzicht van bedrijven is op basis van de KvK-nummers vergeleken met de lijst met contractanten van SZW. Op deze manier is vastgesteld of het beboete bedrijf diensten heeft uitgevoerd voor SZW. In de pilotperiode 2020–2023 bleek dat er 14 bedrijven zijn waar de Arbeidsinspectie een overtreding heeft geconstateerd én die een contract met SZW hadden. Het betrof in alle gevallen een overtreding in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Met deze bedrijven zijn gesprekken gevoerd door de contract- en categoriemanagers vanuit het Rijk en SZW.
Uitkomsten gesprekken
Alle bedrijven zijn geschrokken van de geconstateerde overtreding(en) en toonden zich bereid om het gesprek aan te gaan op getroffen mitigerende maatregelen.
De maatregelen waren als volgt:
− Aanscherping interne processen; alle bedrijven hebben processen zoveel mogelijk geautomatiseerd, waarbij generieke checks op processen plaats-vinden. Bijvoorbeeld software die de echtheid van identiteitspapieren vaststelt;
− De bedrijven hebben hun interne audits uitgebreid. Het gaat om audits die toezien op de accuraatheid van de personeelsdossiers;
− Bewustwording en agendering; alle bedrijven schenken meer aandacht aan bewustwording bij het inhuren van mensen uit een ander land, zodat mede-werkers ook alerter zijn op het volgen van de juiste procedures bij het inhuren.
Eén van de bedrijven heeft meerdere keren arbeidswetten overtreden. De categoriemanager heeft aangegeven dit scherp in beeld te hebben. Deze ziet er op toe dat het bedrijf de beloofde procesverbetering organisatie-breed doorvoert. Een ander bedrijf besloot voorlopig zelfs helemaal geen mensen meer aan te nemen die geen woonadres in Nederland hebben. Zij vonden de administratiedruk, en de kans op het maken van eventuele fouten, te groot. De sectoren variëren waarin de beboete bedrijven werkzaam zijn. Deels zijn het sectoren waarin vaker sprake is van arbeidsmisstanden, zoals logistiek en schoonmaak en waar de Arbeidsinspectie risicogericht toezicht houdt, maar ook ICT- en de uitzendbranche.
Vervolg
Zoals reeds vermeld, moet de Rijksoverheid zich vanuit haar voorbeeldfunctie actief inzetten om naleving van de geldende wet- en regelgeving te bevorderen, bovenal bij haar eigen leveranciers. Dit kan met name door het aangaan van de structurele dialoog met deze bedrijven.
Ook wordt Rijksbreed en in afstemming met de verantwoordelijke Minister van EZ verkend welke mogelijkheden er wél zijn om aanbestedingsregels voor de uitvoering te wijzigen. Daarnaast is op Europees niveau het traject gestart om de Europese aanbestedingsregels te herzien. EZ en SZW voeren op ambtelijk niveau het gesprek om meer sociale voorwaarden in het aanbestedingsrecht in te bedden. Dit is echter een traject van de langere termijn. Momenteel ligt de focus daar vooral op het creëren van een gelijk Europees speelveld voor ondernemingen.
Tevens kijkt men of bepaalde soort dienstverlening meer inbesteed kan worden. Met inbesteden is de Rijksoverheid zelf werkgever en kan er meer controle uitgeoefend worden op het naleven van wet- en regelgeving. Deze verschillende stappen sluiten ook aan op het advies van de Adviesraad Migratie in zijn rapport «Geen derderangsburgers, de risico’s voor gedetacheerde arbeidsmigranten en de samenleving», waarin de Adviesraad stelt dat de Rijksoverheid ook meer eisen moeten stellen aan de contractvorm waaronder mensen bij hen worden aangesteld.7 Voor de korte termijn hebben de contract- en categoriemanagers aangegeven dat deze pilot hun bewustwording over de naleving van goede arbeidsvoorwaarden heeft vergroot. Zij zien hier voortaan scherper op toe.
Daarnaast wordt momenteel in het kader van de aanpak van arbeidsmisstanden een aantal generieke maatregelen uitgevoerd. Het gaat dan onder meer om nieuwe wetgeving (Wet toelating ter beschikkingstelling van arbeidskrachten, Wet modernisering aanpak mensenhandel) en een verkenning naar een uitleenverbod naar sectoren met veel arbeidsmisstanden. Over mogelijke versterking van reeds bestaande instrumenten (zoals het beboeten van feitelijk leidinggevenden) heeft mijn voorganger uw Kamer op 26 april 2024 geïnformeerd.8 Als laatste wordt er momenteel ook een onderzoek uitgevoerd naar de maatschappelijke effecten van boetes als onderdeel van een breder handhavingsinstrumentarium. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek wordt per arbeidswet bekeken of de huidige boetebeleidsregels voldoen, of dat deze aangepast moeten worden. Ik verwacht uw Kamer hierover in Q2 2025 te informeren.
Tot slot
Zoals ik u meldde, sta ik voor een goed functionerende arbeidsmarkt en een gezonde economie. Met bovengenoemde maatregelen zet ik me samen met het kabinet in om arbeidsmisstanden te bestrijden en hiermee een eerlijke, gezonde en veilige arbeidsmarkt te realiseren.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Y.J. van Hijum
Kamerstukken II 2020/21, 29544, nr. 1039, 14 januari 2021.↩︎
Aanbesteding van diensten binnen het Rijk is Rijksbreed geregeld waarbij verschillende inkoopcategorieën zijn belegd bij verschillende ministeries. Zo is schoonmaak belegd bij SZW, civiele dienstauto’s en extern wagenparkbeheer bij Defensie, en logistiek bij Financiën.
Zie: Inkoopcategorieën en categorieplannen | Zakendoen met het Rijk.↩︎
Voor het uitsluiten van deelname aan overheidsopdrachten dan wel het beëindigen van lopende contracten dienen de beginselen voor proportionaliteit, transparantie, objectiviteit en gelijke behandeling in acht te worden genomen. Verder tellen overtredingen niet mee die eerder dan drie jaar geleden hebben plaatsgevonden niet mee. De aanbesteder is bij uitsluiten of beëindigen altijd verplicht een inschrijver gelegenheid te bieden tot tegenbewijs.↩︎
In de onderzoeksperiode (2018–2019) betrof het vier van de geïnspecteerde bedrijven.↩︎
Zie hier overzicht van uitgevoerde inspecties.↩︎
Categoriemanagement voor het Rijk betekent dat ministeries niet alleen voor zichzelf inkopen, maar per productgroep (of categorie) voor elkaar. Door deze specialisatie bouwt het Rijk marktkennis en expertise op en neemt de kwaliteit van inkopen toe. Leveranciers hebben minder administratiekosten en hebben met veel minder aanspreekpunten te maken.↩︎
Geen derderangsburgers, Adviesraad Migratie, 13 maart 2024.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 25883, nr. 488, 26 april 2024↩︎