Preview document (🔗 origineel)

---

Geachte voorzitter,

Tijdens het debat over de aanpak van de incasso-industrie op 6 februari jl. heeft de staatssecretaris Rechtsbescherming toegezegd dat ik uw Kamer zal voorzien van een appreciatie van verschillende moties inzake buy now, pay later (BNPL). In totaal zijn zes moties ingediend over BNPL. Twee moties inzake BNPL hebben reeds in het debat een appreciatie oordeel Kamer gekregen (nummer 1, kenmerk: 24515-780) en (nummer 6, kenmerk: 24515-785). Vier moties zijn aangehouden voor aanvullende appreciatie, die ik hierna per motie geef.

Graag stel ik voorop dat het kabinet veel belang hecht aan het versterken van de bescherming van consumenten bij het gebruik van BNPL. De beste manier om dit te bewerkstelligen is een spoedige implementatie van de herziene Europese Richtlijn consumentenkrediet (CCD II). Dit heeft dan ook de hoogste prioriteit.

Het kabinet verwacht de openbare consultatie van het wetsvoorstel in maart 2025 te kunnen starten. Het wetsvoorstel zal naar verwachting eind van het jaar klaar zijn voor indiening in de Kamer. De uiterste implementatiedatum van het voorstel is 20 november 2026.

Motie Ceder (CU) over het ontwikkelen van register vergelijkbaar met Cruks

De motie van het lid Ceder (CU) verzoekt de regering om met de financiële sector en BNPL-partijen in overleg te treden om een soortgelijk register te ontwikkelen voor het aangaan van consumptieve kredieten, leningen en achteraf betalen en de Kamer hierover te informeren (nummer 2, kenmerk: 24515-781).

Tijdens het debat is het oordeel ontraden gegeven aan de motie, met als toelichting dat de implementatie van de herziene Europese Richtlijn consumentenkrediet (CCD II) op dit moment de prioriteit heeft van het kabinet.

Daar kan ik aan toevoegen dat aansluiting van de BNPL-aanbieders op het BKR-register onderdeel uitmaakt van deze implementatie. De indiener van de motie, het lid Ceder, verduidelijkte tijdens het debat dat de motie het kabinet niet verzoekt om dit register zelf te ontwikkelen, maar dit bij de sector te beleggen en haar hierin te stimuleren. Indien de motie daarop wordt aangepast, kan ik de motie van het lid Ceder oordeel Kamer geven. Het kabinet zal ter uitvoering van de motie het ontwikkelen van een dergelijk register meenemen in de gesprekken die de betrokken ministeries voeren met de BNPL-aanbieders.

Motie Welzijn (NSC) en Lahlah (GL-PvdA) over beperken kosten BNPL

De motie van de leden Welzijn (NSC) en Lahlah (GL-PvdA) verzoekt de regering om wetgeving voor te bereiden om bij buy-now-pay-later de kosten te beperken tot een maximum percentage van de aankoopprijs en de Kamer binnen vier maanden te informeren over de opties, mogelijkheden en het tijdspad (nummer 5, kenmerk: 24515-784).

Het thema kosten en maximering van kosten is onderwerp van de implementatie van de CCDII. Met implementatie van de CCDII worden de kosten van BNPL gemaximeerd. Tijdens de behandeling van de implementatiewetgeving kan de wijze waarop dat gebeurt onderwerp van debat zijn. Daarmee acht ik de motie van de leden Welzijn en Lahlah ontijdig.

Motie Van Dijk (CDA) en Ceder (CU) over aanvullende maatregelen onder CCDII

De motie van de leden Van Dijk (CDA) en Ceder (CU) verzoekt de regering om in samenwerking met experts breed te kijken naar mogelijkheden om onder CCDII aanvullende maatregelen te nemen voor het verbieden, of op zijn minst sterk ontmoedigen van BNPL-betalingen in fysieke winkels, zowel via de pinautomaat als via de Apple wallet (nummer 7, kenmerk: 24515-786).

Ik geef de motie van de leden Inge van Dijk en Ceder oordeel Kamer.

Motie Van Dijk (CDA) over maatregelen bescherming bij webshops

De motie van het lid Van Dijk (CDA) verzoekt de regering om maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat ook bij webshops die achteraf betalen aanbieden, eenzelfde niveau van consumentenbescherming gegarandeerd wordt als onder de CCDII (nummer 8, kenmerk: 24515-787).

Het kabinet betrekt bij het beleid rond BNPL de positie van (grote en kleine) webwinkels die achteraf betalen aanbieden en hecht daarbij groot belang aan de bescherming van consumenten en het gelijk speelveld tussen verschillende soorten aanbieders en verschillende vormen van achteraf betalen. Tijdens de behandeling van de implementatiewetgeving kan de Kamer ook in debat over dit aspect van de regelgeving. Daarmee acht ik de motie van het lid Inge van Dijk ontijdig.

Hoogachtend,

de minister van Financiën, E. Heinen