[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Publieksversie Eindrapportage herijking studentenreisproduct 2023-2024

Openbaar vervoer

Brief regering

Nummer: 2025D05752, datum: 2025-02-11, bijgewerkt: 2025-02-18 16:45, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-23645-835).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 23645 -835 Openbaar vervoer.

Onderdeel van zaak 2025Z02506:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

23 645 Openbaar vervoer

Nr. 835 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 februari 2025

Hierbij bied ik uw Kamer de publieksversie van het extra herijkingsonderzoek 2023–2024 voor het studentenreisproduct aan. Uit dit onderzoek is gebleken dat het reisgedrag van studenten grotendeels gelijk is gebleven aan het herijkingsonderzoek 2022–2023.

Bij deze gelegenheid geef ik u tevens graag nadere toelichting over het studentenreisproduct en de uitgaven van de overheid hieraan, en voorts over de rol van het herijkingsonderzoek.

Studentenreisproduct

Voor het studentenreisproduct heeft de Staat een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten met verenigingen van ov-bedrijven en NS. Deze overeenkomst geldt sinds 2010 voor onbepaalde tijd. Het contract beschrijft de voorwaarden voor het studentenreisproduct, het type vervoer dat gecontracteerd is binnen het studentenreisproduct en de vergoeding die OCW jaarlijks aan de ov-bedrijven betaalt voor de geleverde diensten.

Uitgaven overheid voor het studentenreisproduct

De totale contractprijs, dus het bedrag dat OCW jaarlijks betaalt aan de ov-bedrijven, wordt grofweg beïnvloed door twee factoren:

− Het aantal studenten met een geactiveerd studentenreisproduct (kaarthouders, q)

− De prijs per kaart (p)

Het aantal kaarthouders hangt af van het aantal studenten. Als er meer studenten studeren, zijn er meer kaarthouders. Als er minder studenten studeren, zijn er minder kaarthouders. Het aantal kaarthouders waar OCW de vergoeding over moet betalen, volgt daarmee de ontwikkeling in de studentenaantallen op mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten.

In het contract zijn afspraken gemaakt voor de prijs per kaart. Jaarlijks wordt de kaartprijs geïndexeerd en een keer in de drie jaar wordt daarnaast via een herijkingsonderzoek de prijs aangepast op basis van het daadwerkelijke reisgedrag. Ik licht dat hierna toe. Het aantal kaarthouders maalde kaartprijs bepaalt de vergoeding van OCW aan de ov-bedrijven voor het gebruik van het studentenreisproduct en daarmee het bedrag dat studenten aan prestatiebeurs ontvangen voor hun studentenreisproduct.1

Herijkingsonderzoek studentenreisproduct: meten van het reisgedrag

Eens in de drie jaar laten OCW en de ov-bedrijven een zogenaamd herijkingsonderzoek uitvoeren. Dit is een afspraak uit het eerdergenoemde contract. Hiermee wordt het gemiddeld aantal gereisde kilometers per kaartcategorie berekend. Het aantal afgelegde kilometers wordt op basis van OV-chipkaartdata gemeten. OCW en de OV-bedrijven laten dit onderzoek uitvoeren door een onafhankelijk onderzoeksbureau. Wanneer de stijging of daling van het aantal afgelegde kilometers significant is (≥5%), leidt dit tot aanpassingen van de kaartprijs. Deze aanpassingen vinden plaats naast de reguliere indexatie. Hiermee wordt geborgd dat de prijs per kaart overeenkomt met het objectief gemeten reisgedrag van studenten.

Oorspronkelijk zou een herijkingsonderzoek plaatsvinden in de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022. Vanwege de toenmalige reisbeperkende coronamaatregelen heeft OCW, op verzoek van de vervoerders, besloten de herijking uit te stellen, omdat het herijkingsjaar in die periode aantoonbaar niet-representatief zou zijn. Immers, studenten reisden zeer beperkt in die periode.

Die herijking werd daarom verschoven naar de periode 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023, waarin de coronabeperkende maatregelen reeds waren opgeheven.

Het herijkingsonderzoek 2022–2023 liet een substantieel veranderd reisgedrag van studenten zien. Zij reisden minder dan in de periode daarvoor.2 Dat leidde tot een bijstelling van de contractvergoeding met ruim –200 miljoen euro per jaar. In het licht van de motie-Bikker c.s. en motie-Krul c.s. heeft het kabinet-Rutte IV toen besloten om de middelen die vrijvielen als gevolg van de herijking eenmalig aan te wenden voor ondersteuning van het ov in 2024.3 Dit laat onverlet dat destijds de kaartprijzen voor het studentenreisproduct – conform het contract – wel zijn verlaagd voor studenten. Voorts hebben OCW en de ov-contractpartners destijds afgesproken om een extra herijkingsonderzoek uit te voeren over de periode 1 juli 2023 tot en met 1 juni 2024 met gevolgen voor de vergoeding per 1 januari 2025. Dat is het onderzoek dat u als bijlage bij deze brief aantreft. Daaruit is gebleken dat het reisgedrag van studenten grotendeels hetzelfde is gebleven. Het verwachte effect van de herijking op de vergoeding aan de vervoerders is een verlaging van minder dan € 1 miljoen op een totaalomvang van het contract van meer dan € 1 miljard. Vanaf 1 januari 2025 betaalt OCW dus een lagere vergoeding aan de ov-bedrijven. Het prestatiebeursbedrag in 2025 voor het studentenreisproduct bedraagt 109,04 euro per maand.

In 2025 vindt het volgende herijkingsonderzoek plaats. Op verzoek van de ov-bedrijven wordt de periode van het volgende herijkingsonderzoek gewijzigd naar het kalenderjaar 2025 (in plaats van juli 2025–juni 2026). Op deze wijze kunnen de ov-bedrijven de gevolgen van de herijking beter verwerken in hun bedrijfsvoering. De resultaten van deze herijking worden verwerkt in de vergoeding per 1 januari 2027.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins


  1. Voor mbo 3- en 4-studenten, hbo- en wo-studenten is het studentenreisproduct onderdeel van de prestatiebeurs. Dit betekent dat het een lening betreft totdat de student op tijd een diploma behaalt (in beginsel binnen tien jaar). In dat geval is het studentenreisproduct een gift. In 2025 is het bedrag dat deze studenten moeten lenen bij DUO voor het studenten € 109,04 per maand. Voor mbo 1 en 2-studenten is het studentenreisproduct altijd een gift.↩︎

  2. Eindrapportage herijking studentenreisproduct 2021–2023 (publieksversie) | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎

  3. Kamerbrief over aanvullende financiële steun voor het openbaar vervoer | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎