Motie van het lid Boswijk c.s. over in ieder geval 25% van het ODA-budget via maatschappelijke organisaties blijven besteden
Vaststelling van de begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (XVII) voor het jaar 2025
Motie
Nummer: 2025D05791, datum: 2025-02-11, bijgewerkt: 2025-02-12 14:05, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-XVII-70).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.G. Boswijk, Tweede Kamerlid (CDA)
- Mede ondertekenaar: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
- Mede ondertekenaar: D.H. Hirsch, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 XVII-70 Vaststelling van de begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (XVII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2025Z02535:
- Indiener: D.G. Boswijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.H. Hirsch, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2025-02-11 16:15: Tweeminutendebat Toekomst samenwerking met maatschappelijke organisaties in ontwikkelingshulp (CD 29/1) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2025-02-18 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (XVII) voor het jaar 2025
Nr. 70 MOTIE VAN HET LID BOSWIJK C.S.
Voorgesteld 11 februari 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit talrijke onafhankelijke evaluaties blijkt dat het maatschappelijk middenveld een bewezen effectief bestedingskanaal is voor het behalen van Nederlandse beleidsdoelen op het gebied van ontwikkelingshulp;
constaterende dat de Minister van zins is desondanks fors en disproportioneel te gaan bezuinigen op het maatschappelijk middenveld;
constaterende dat in 2023 en 2024 ongeveer 25% van het ODA-budget werd gealloceerd via het maatschappelijk middenveld;
overwegende dat voorkomen moet worden dat zorgvuldig opgebouwde kennis en netwerken onnodig verloren gaan door onduidelijkheid over het beschikbare budget voor de komende jaren;
verzoekt de regering om in ieder geval 25% van het ODA-budget via maatschappelijke organisaties te blijven besteden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Boswijk
Hirsch
Ceder