[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Wapenexport Maleisië - Communicatiesystemen

Wapenexportbeleid

Brief regering

Nummer: 2025D05809, datum: 2025-02-11, bijgewerkt: 2025-02-21 12:52, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22054-451).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22054 -451 Wapenexportbeleid.

Onderdeel van zaak 2025Z02545:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

22 054 Wapenexportbeleid

Nr. 451 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 februari 2025

Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk 22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen naar € 2.000.000,– (Kamerstuk 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning ter waarde van € 2.063.041,– voor uitvoer van militair materieel naar Maleisië.

Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer naar Maleisië van communicatiesystemen. De eindgebruiker van de goederen is de marine van Maleisië. De goederen worden geïntegreerd in marineschepen.

De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport.1 Deze toetsing, waarvan de essentie ten aanzien van het meest relevante criterium hieronder wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende argumenten:

Handhaving regionale stabiliteit (CR4)

In de Zuid-Chinese Zee is al geruime tijd sprake van diverse maritieme geschillen, in het bijzonder over eilanden in dit gebied. Er zijn overlappende claims in de Zuid-Chinese Zee tussen China, Vietnam, Taiwan, de Filipijnen, Maleisië en Brunei. Maleisië claimt delen van de Spratly-eilanden op basis van het Zeerechtverdrag en heeft op vijf eilanden militairen gestationeerd. Er is vooralsnog geen sprake van openlijke vijandigheden of militaire strijd/botsingen.

In het algemeen lost Maleisië zijn geschillen met buurlanden op diplomatieke wijze op en beroept zich hierbij doorgaans op de mechanismen van het internationaal recht, waaronder het Internationaal Gerechtshof. Maleisië heeft in recente jaren een belangrijke faciliterende rol gespeeld bij het bereiken van een vredes- en autonomieregeling met de Islamitische afscheidingsbeweging op Mindanao (Filipijnen).

Maleisië poogt doorgaans zijn geschillen middels vreedzame internationale geschillenbeslechting op te lossen. Daardoor is militaire escalatie van de geschillen rond de Spratly-eilanden met een directe rol voor Maleisië vooralsnog niet waarschijnlijk. Er is om die reden geen duidelijk risico dat de goederen ingezet zullen worden voor agressie jegens een ander land of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken. Toetsing aan criterium 4 heeft geleid tot een positief oordeel.

Ten aanzien van de overige criteria gelden geen bijzonderheden, deze zijn positief getoetst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,
R.J. Klever

De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp


  1. 8 GS 2008/944 van 8 december 2008↩︎