Toezegging gedaan tijdens het commissiedebat staatsdeelnemingen van 27 maart 2024 over het proces met betrekking tot de opvolging van de president van de Nederlandsche Bank (DNB)
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2025D06181, datum: 2025-02-13, bijgewerkt: 2025-02-19 09:19, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-IX-37).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Heinen, minister van Financiën (Ooit VVD kamerlid)
- Beslisnota bij Kamerbrief over toezegging gedaan tijdens het commissiedebat staatsdeelnemingen van 27 maart 2024 over het proces met betrekking tot de opvolging van de president van de Nederlandsche Bank (DNB)
- Profielschets en functieprofielen directie DNB
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 IX-37 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2025Z02727:
- Indiener: E. Heinen, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2025-02-18 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-02-20 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2025-02-20 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025
32 013 Toekomst financiële sector
Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2025
In het commissiedebat staatsdeelnemingen van 27 maart 2024 is de toezegging gedaan om uw Kamer te informeren over het proces met betrekking tot de opvolging van de president van de Nederlandsche Bank (DNB).1 Met deze brief geef ik hier opvolging aan.
De Bankwet 1998 bepaalt dat de president en de directeuren, die samen de directie van DNB vormen, voor een periode van zeven jaar bij koninklijk besluit worden benoemd.2 Herbenoeming in dezelfde functie kan eenmaal plaatsvinden. De huidige president van DNB, de heer Knot, is per 1 juli 2011 benoemd en per 1 juli 2018 herbenoemd.3 Met ingang van 1 juli 2025 zal zijn zittingstermijn als president van DNB van rechtswege eindigen.
De procedure voor de benoeming van de president van DNB is vastgelegd in de Bankwet 1998 en de Wet op het financieel toezicht (Wft) en is gelijk aan de benoemingsprocedure van andere directieleden van DNB. Hieronder licht ik deze procedure toe.
De basis voor de benoeming is de profielschets voor de directiefuncties van DNB.4 In de bijlage treft u de profielschets, die de raad van commissarissen heeft geactualiseerd en die ik als Minister van Financiën heb goedgekeurd. Op basis van deze profielschets stelt de raad van commissarissen een functieprofiel voor de concrete vacature op.5 In dit functieprofiel wordt ingegaan op de vereiste deskundigheid en ervaring van de president en de aard van de te verrichten werkzaamheden.
De raad van commissarissen van DNB heeft het voortouw bij de werving en selectie van kandidaten.6 De raad betrekt hierbij in het kader van de huidige vacature een extern werving- en selectiebureau. Ook toetst de raad van commissarissen de betrouwbaarheid en geschiktheid van de kandidaten, waarbij de raad zoveel mogelijk rekening houdt met regelgeving met betrekking tot betrouwbaarheid en geschiktheid zoals die op enig moment van toepassing is op de financiële sector.7 Tijdens het wervingsproces brengt de raad van commissarissen op gezette momenten het ministerie op de hoogte van de voortgang van het proces. Een en ander resulteert in een aanbevelingslijst van doorgaans drie personen, opgemaakt door de raad van commissarissen.8
De Minister van Financiën beoordeelt vervolgens of de personen op de aanbevelingslijst, en in het bijzonder de persoon die de voorkeur van de raad van commissarissen geniet, voldoen aan de eisen zoals die voortvloeien uit de wet en het opgestelde functieprofiel. Op basis daarvan legt de Minister van Financiën een kandidaat aan de ministerraad ter goedkeuring voor.9 Na instemming van de ministerraad doet de Minister van Financiën een voordracht aan de Koning van het koninklijk besluit tot benoeming van de kandidaat. Tot slot draagt de Minister zorg voor de mededeling van dit besluit in de Staatscourant.10
Bovenstaand proces zal in de aanloop naar 1 juli 2025 plaatsvinden. Vanzelfsprekend is gedurende de selectie- en benoemingsprocedure regelmatig contact tussen mijn ministerie en de raad van commissarissen van DNB. Ik hecht, net als de raad van commissarissen, aan een tijdige en zorgvuldige procedure. De benoeming zal bekend worden gemaakt zodra de ministerraad daarmee heeft ingestemd.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Toezegging TZ202404-056.↩︎
Artikel 12, eerste en tweede lid, Bankwet 1998.↩︎
Stcrt. 2011, 12277; Stcrt. 2018, 31050.↩︎
Artikel 1:27a, derde lid, Wft.↩︎
Artikel 12, derde lid, Bankwet 1998.↩︎
Artikel 16 Reglement van Orde DNB N.V.↩︎
Artikel 1:27a, eerste en tweede lid, Wft. Zie ook de Beleidsregel geschiktheid 2012, in het bijzonder artikel 1.2 en de bijlage.↩︎
Artikel 12, tweede lid, Bankwet 1998.↩︎
Artikel 4, tweede lid, onderdeel l, aanhef en onder 3, RvO MR.↩︎
Artikel 12, vijfde lid, Bankwet 1998.↩︎