Nederlandse inzet op consultatie over de toekomst van de Europese auto-industrie
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Brief regering
Nummer: 2025D06258, datum: 2025-02-13, bijgewerkt: 2025-02-19 13:53, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-3998).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Beslisnota bij Nederlandse inzet op consultatie over de toekomst van de Europese auto-industrie
- Position paper The Netherlands – Future of the automotive industry
- Re-establishing a joint European agenda for the deployment of automated transport (informal discussion note)
Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -3998 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.
Onderdeel van zaak 2025Z02750:
- Indiener: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Medeindiener: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Medeindiener: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-02-18 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-02-19 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-03-20 14:00: Auto (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3998 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2025
De Europese Commissie (hierna: Commissie) is een publieke consultatie gestart over de toekomst van de Europese auto-industrie. Gezien het belang van de auto-industrie voor de Nederlandse economie, de welvaart en het welzijn, vindt het kabinet het belangrijk een actieve bijdrage te leveren aan deze consultatie. Daarom is er een position paper opgesteld waarin de Nederlandse inzet uiteen is gezet. In lijn met de afspraak gemaakt tijdens het Algemeen Overleg op 12 februari 2013 over informatievoorziening met betrekking tot Europese besluitvorming1, treft u bijgaand het antwoord aan van het kabinet op de consultatie van de Europese Commissie over de toekomst van de Europese auto-industrie.2
Achtergrond
Op 28 januari 2025 bent u geïnformeerd over de te verwachten wetgeving op het gebied van duurzame mobiliteit.3 In deze brief werd het aangekondigde EU Industrial Action Plan for the Automotive Sector (hierna: het actieplan) van de Commissie genoemd en de Strategische Dialoog die met de auto-industrie gevoerd zou worden. Deze Strategische Dialoog is op 30 januari jl. van start gegaan met 22 stakeholders uit de Europese auto-industrie.4 Lidstaten waren voor deze Strategische Dialoog niet uitgenodigd. De Strategische Dialoog voedt onder meer het actieplan, wat op 5 maart gepresenteerd wordt door Commissaris Tzitzikostas (Duurzaam Vervoer en Toerisme). Dit actieplan zal vervolgens worden besproken in de Raad.
Parallel aan de Strategische Dialoog heeft de Commissie een publieke consultatie geopend over de toekomst van de Europese auto-industrie, waarop het kabinet de bijgaande input heeft ingediend op 13 februari jl. De Commissie nodigt stakeholders uit om in de publieke consultatie hun mening te geven over de toekomst van de Europese auto-industrie. De uitkomsten van de publieke consultatie worden gebruikt voor de verdere ontwikkeling en afstemming van het actieplan.
Inzet Nederland
Nederland verwelkomt het initiatief om een actieplan op te stellen van harte. Een sterke en concurrerende Europese auto-industrie draagt in belangrijke mate bij aan de werkgelegenheid en het verdienvermogen. Een sterke auto-industrie is daarnaast ook van groot belang om private investeringen en aanverwante spillover effecten naar andere sectoren te behouden. Het krimpen van die investeringen en mogelijkheid tot spillovers, werkgelegenheid en verdienvermogen kan op termijn een risico vormen voor de Europese positie in de automotivesector en voorop automotive-vlak en brede welvaart. Dit zou ook een mogelijk negatief effect op risicovolle strategische afhankelijkheden kunnen hebben.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft in de Transportraad van 5 december jl. aangegeven uit te kijken naar de Strategische Dialoog. Hij benadrukte dat er een groot gevoel van urgentie is bij alle betrokkenen en er gekeken moet worden naar toekomstgerichte oplossingen.5 Ook de Minister van Economische Zaken vroeg tijdens de Raad van Concurrentievermogen van 28 november jl. aandacht voor de automobielsector.6
Voor de inbreng van Nederland in de publieke consultatie is er een position paper opgesteld om de Nederlandse zienswijze naar de Commissie te verduidelijken. In lijn met de Actieagenda Auto7 wordt in dit position paper benadrukt dat de auto belangrijk is en blijft voor onze economie, welvaart en het welzijn in Nederland. Nederlanders waarderen de vrijheid, het comfort en de flexibiliteit die een auto biedt. Daarnaast zijn vrachtwagens en bussen essentieel voor een soepel functionerende en sterke economie. Daarbij dragen digitalisering en automatisering van voertuigen bij aan onze verkeersveiligheid, bereikbaarheid en doorstroming. Nederland heeft belang bij een competitieve auto-industrie in de EU en moet zich daar in Europees verband actief voor inzetten. Het position paper bestaat uit de volgende vijf hoofdthema’s die overeenkomen met de thema’s uit de conceptnotitie van de Commissie voor de Strategische Dialoog8:
1. Innovatie en leiderschap in toekomstige technologieën:
Het position paper noemt dat Nederland forse belangen heeft bij een gezonde voertuigindustrie, onder meer vanwege onze vrachtwagenproducenten en eerste en tweedegraads hoog-innovatieve toeleveranciers, zoals producenten van halfgeleiders, hoogwaardig staal en geavanceerde composietmaterialen. Nederland ziet dat de transitie naar emissievrij wegvervoer hand-in-hand gaat met voertuigautomatisering en digitalisering. De auto-industrie heeft de afgelopen jaren een ingrijpende transitie doorgemaakt, mede dankzij digitalisering en automatisering. Deze technologische vooruitgang heeft geleid tot concrete verbeteringen op het gebied van verkeersveiligheid, bereikbaarheid en doorstroming. Geavanceerde rijhulpsystemen – zoals automatische noodremmen, adaptive cruisecontrol en lane-keeping assist – worden ontwikkeld om de veiligheid en comfort voor de inzittenden te verhogen en om bij te dragen aan de veiligheid van andere weggebruikers. Dankzij innovaties vanuit de auto-industrie zijn we in staat om weggebruikers in real-time te informeren over kritieke verkeerssituaties, zoals waarschuwingen bij rode kruispunten, naderende hulpdiensten en aangepaste routes bij wegwerkzaamheden of in de nabijheid van scholen. Hiermee benadrukken we de innovatiekracht van digitalisering om de huidige en toekomstige uitdagingen van de auto-industrie doelgericht aan te pakken. Het stellen van de juiste randvoorwaarden in de transitie naar emissievrij wegverkeer, en voertuigautomatisering en digitalisering is noodzakelijk. Het position paper benoemt dat bij het verzilveren van de kansen van voertuigautomatisering en digitalisering eventuele risico’s voor de nationale veiligheid meegewogen moeten worden. In lijn met de motie-Boswijk9 doet Nederland onderzoek naar de veiligheidsrisico’s van slimme auto’s.10
2. Schoon en duurzaam vervoer:
Nederland ziet dat er veel behoefte is aan vraagstimulerende maatregelen voor de auto-industrie. Deze bevorderen de ingroei van emissievrije voertuigen, maar geven vooral vertrouwen en duidelijkheid aan voertuigproducenten dat er een vraag is naar emissievrije voertuigen die zij produceren. Daarmee versterken dat type maatregelen het concurrentievermogen van de auto-industrie. Eerder schreef de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat met collega’s uit andere lidstaten een brief aan de Commissie met de oproep om met voorstellen te komen voor Europese maatregelen om die ingroei van emissievrije voertuigen te versnellen.11 In het position paper geeft Nederland aan dat een verdere uitrol van laadinfrastructuur nodig is, met name voor zware bedrijfsvoertuigen, en hand-in-hand dient te gaan met Europese oplossingen voor netcongestie. Bovendien benoemt het position paper het van belang van objectieve informatie over de ontwikkelingen op de markt voor wegvoertuigen. Alleen op die manier kan er inzicht komen in de ontwikkelingen op de markt, wat de potentiële consequenties zijn voor marktpartijen en hoe zich dit verhoudt tot lange-termijn ontwikkelingen. Daarbij moeten gewaarborgd worden dat mobiliteit bereikbaar en betaalbaar blijft voor burgers.
3. Concurrentievermogen en weerbaarheid
Het position paper onderstreept dat er een noodzaak is tot maatregelen om het concurrentievermogen, de innovatie en de weerbaarheid van de Europese auto-industrie te vergroten. Een onderdeel hiervan is de batterij-waardeketen, waarover u eerder geïnformeerd bent12, en voertuigautomatisering. Het is van belang dat de vruchten van investeringen in innovatie en emissievrije technologieën zoveel mogelijk de EU ten goede komen en dat privaat kapitaal leidt tot gerichte investeringen om de Europese auto-industrie te versterken. Het position paper benoemt dat bij bestaande wetgeving reeds sprake is van technologische neutraliteit, waarbij marktpartijen zelf mogen kiezen voor een vorm van emissievrije aandrijving van wegvoertuigen.
4. Handelsbetrekkingen en een internationaal gelijk speelveld
Nederland steunt open handel gekoppeld aan maatregelen die bijdragen aan het creëren van een mondiaal gelijk speelveld. Het bestaande Europese typegoedkeuringsstelsel voor voertuigen is een belangrijk middel om een gelijk speelveld binnen de EU te waarborgen. Daarnaast dragen technische standaardisatie en harmonisatie daaraan bij. Bij de ontwikkeling van nieuwe mondiale technische regelgeving kan extra aandacht worden besteed aan de mogelijke impact op de concurrentiekracht van de Europese auto-industrie. Nederland steunt geharmoniseerde normen omdat deze rechtszekerheid, zekerheid en stabiliteit bieden aan gebruikers, kosten verlagen voor producenten en daarmee bijdragen aan het goed functioneren van de interne markt.
5. Regelgeving stroomlijnen en processen optimaliseren
De auto-industrie heeft belang bij stabiele en voorspelbare regelgeving, zodat investeren in innovatie blijft lonen. Het position paper benoemt verschillende aandachtspunten voor het stroomlijnen van regelgeving en het optimaliseren van processen waaronder het invoeren van een impact assessment, indien relevant, op de bestaande infrastructuur voor nieuwe regelgeving, voldoende tijd voor de implementatie van regelgeving voor de lidstaten, het betrekken van alle relevante stakeholders en meer samenhang tussen regelgeving voor de toelating van voertuigen op de markt en de regelgeving voor de gehele levenscyclus van voertuigen.
Tot slot
Met deze brief hoopt het kabinet u duidelijkheid te hebben verschaft over de Nederlandse inzet op het gebied van de toekomst van de Europese auto-industrie.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Ch.A. Jansen
Kamerstuk 22 112, nr. 1581↩︎
Website voor de publieke consultatie: https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/14487-Future-of-the-European-automotive-industry_en.↩︎
Kamerstuk 22 112, nr. 3992↩︎
Zie persverklaring: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_25_378↩︎
Kamerstuk 21 501-33, nr. 1107↩︎
Kamerstuk 21 501-30, nr. 622↩︎
Kamerstuk 31 305, nr. 482↩︎
Zie conceptnotitie: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ac_25_297↩︎
Kamerstuk 21 501-20, nr. 2068↩︎
Kamerstuk 31 305, nr. 481↩︎
Kamerstuk 22 112, nr. 3947↩︎
Kamerstuk 31 209, nr. 262↩︎