Actuele ontwikkelingen in Suriname en de inzet van het kabinet
Suriname
Brief regering
Nummer: 2025D06447, datum: 2025-02-14, bijgewerkt: 2025-02-17 10:26, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 20361 -223 Suriname.
Onderdeel van zaak 2025Z02844:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-02-18 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-02-20 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Naar aanleiding van het aangevraagde notaoverleg met uw Kamer over Suriname, informeer ik u, mede namens de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, over de actuele ontwikkelingen in Suriname en de inzet van het kabinet.
Het Koninkrijk der Nederlanden en Suriname hebben vanuit het gedeelde verleden, de gemeenschappelijke taal en de grote Surinaamse diaspora in Nederland en de Caribische delen van het Koninkrijk een bijzondere relatie. De bilaterale samenwerking is zakelijk en betrokken op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect en omvat een breed scala aan onderwerpen. Sinds het aantreden van de regering Santokhi in juli 2020 en de brief die uw Kamer op 2 oktober 2020 ontving, heeft de relatie tussen Nederland en Suriname een hernieuwde vlucht genomen. Zo startte het Makandra programma in 2021, een samenwerking tussen de twee overheden. De excuses voor het slavernijverleden door voormalig minister-president Rutte op 19 december 2022 vormde de opmaat voor een dialoog met Suriname hierover. Sinds 2020 vond over en weer een groot aantal bezoeken plaats. In september 2021 bezocht President Santokhi met een regeringsdelegatie Nederland en op 1 juli 2023 woonde voormalig minister van Buitenlandse Zaken Keti Koti in Suriname bij. Ook tussen de Caribische delen van het Koninkrijk en Suriname zijn de banden aangehaald en verstevigd.
Ontwikkelingen in Suriname
Politiek
Dit is een belangrijk jaar voor Suriname: 25 mei a.s. vinden parlementsverkiezingen plaats en op 25 november a.s. viert Suriname zijn 50-jarige onafhankelijkheid. De regering staat sinds 2020 onder leiding van President Santokhi en bestaat uit een coalitie van de Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP), de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelings Partij (ABOP), en Pertjajah Luhur (PL). De Nationale Partij Suriname (NPS) stapte in februari 2023 uit de coalitie. De aankomende parlementsverkiezingen zijn de eerste met een evenredig kiesstelsel, ingevoerd na een uitspraak in augustus 2022 van het Surinaams Constitutioneel Hof. Het oordeelde dat het districtenstelsel discriminatoir is vanwege de grote discrepantie in de stem- en zetelverdeling tussen de verschillende districten in Suriname. De verkiezingsperiode is inmiddels gestart en de registratieperiode voor partijen om deel te nemen aan de verkiezingen is half maart. Rond die tijd worden ook de eerste partijprogramma’s verwacht. In Suriname worden geen publieke peilingen gehouden. Suriname heeft de Organisatie Amerikaanse Staten (OAS), CARICOM en de EU uitgenodigd verkiezingswaarnemers te sturen.
Na een jarenlange strafrechtelijke procedure volgde op 20 december 2023 de definitieve veroordeling van de verdachten van de Decembermoorden door het Constitutioneel Hof. Voormalig legerleider en president Desi Bouterse werd veroordeeld tot 20 jaar, zijn vier medeverdachten Iwan Dijksteel, Ernst Geffery, Benny Brondenstein en Stephanus Dendoe ieder tot 15 jaar. Bouterse en Dijksteel onttrokken zich aan hun gevangenisstraf en waren voortvluchtig. In december 2024 overleed Desi Bouterse zonder zijn straf te hebben uitgezeten.
Financieel-economisch
De huidige regering kampte bij aantreden met grote economische problemen. Santokhi zette een uitgebreid economisch hervormingsprogramma in met steun van het IMF. Onder dit driejarige programma (USD 688 miljoen) voerde Suriname ingrijpende sociaaleconomische en begrotingshervormingen door. Doel was de overheidsfinanciën op orde te brengen, corruptie tegen te gaan en de economie te stabiliseren. Ook zijn afspraken gemaakt over het herstructureren van schulden met (bilaterale) schuldeisers. De hervormingen leidden tot een aanmerkelijke verbetering van de economie en het terugdringen van de schuldenlast. Zo kwam de groei van het BBP volgens de Wereldbank in 2024 uit op 2,9% en daalde de inflatie van 34,9% (2020) tot 17,2% (2024). Waar de overheidsschuld in 2020 nog 146,4 % van het BBP bedroeg, wordt deze in 2024 geschat op 87,2 %. Tegelijkertijd leidden de hervormingen tot prijsstijgingen van eerste levensbehoeften omdat subsidies op o.a. elektriciteit en water werden afgeschaft. De Surinaamse bevolking ondervindt hiervan de effecten. Grote onvrede hierover leidde in februari 2023 tot gewelddadige protesten, uitzonderlijk in Suriname. De regering hervormde ook het toezicht op de financiële sector. De Centrale Bank kreeg een onafhankelijker positie, o.a. om te voldoen aan internationale standaarden ter voorkoming van witwassen en de financiering van terrorisme.
Op 1 oktober 2024 maakte het Franse TotalEnergies met de Amerikaanse APA Corporation bekend over te gaan tot exploitatie van een olieveld voor de Surinaamse kust, naar schatting goed voor 700 miljoen vaten. Het Surinaamse staatsoliebedrijf is voornemens een belang van 20% in de ontwikkeling van het olieveld te nemen. De eerste olie-inkomsten worden rond 2028 verwacht. De aankomende regering zal over de besteding hiervan belangrijke keuzes moeten maken, het is daarmee een belangrijk verkiezingsthema.
Mensenrechten
In het algemeen kunnen maatschappelijke organisaties, zoals vakbonden, mensenrechtenverdedigers en journalisten in vrijheid hun werkzaamheden verrichten. De Nederlandse ambassade zet zich conform de prioriteiten van het Nederlandse mensenrechtenbeleid actief in voor LHBTQI+ acceptatie, onder andere via deelname aan de Suriname PRIDE-maand. Daarnaast worden uit het decentrale mensenrechtenbudget projecten ten behoeve van rechten van vrouwen en meisjes gefinancierd. Suriname moet nog uitvoering geven aan de vonnissen van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens inzake de erkenning van de rechten van inheemse en tribale volken.
Bilaterale relatie
Verdragsmiddelen
Bij de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 stelde Nederland Verdragsmiddelen aan Suriname ter beschikking (omgerekend €1,58 miljard). Vanwege uitvoerings- en verantwoordingsproblemen en politieke ontwikkelingen in Suriname, liep de besteding van deze middelen meerdere malen vertraging op. Bij het aantreden van de regering Santokhi zijn de resterende Verdragsmiddelen van €13,37 miljoen vrijgegeven. In 2023 werden twee arrangementen getekend voor €8 miljoen t.b.v. de gezondheidszorg. Ook werd begin 2025 een arrangement getekend van €5 miljoen voor het Productie Krediet Fonds ter stimulering van het midden- en kleinbedrijf in Suriname. In 2025 worden daarmee de Verdragsmiddelen volledig besteed en wordt de ontwikkelingsrelatie met Suriname definitief afgerond.
Makandra
Het Makandra (Surinaams voor “samen optrekken”) programma faciliteert samenwerking tussen de Nederlandse en de Surinaamse overheid via kennisoverdracht op de terreinen goed bestuur, rechtsstaat, niet-economische infrastructuur, klimaatadaptatie en -mitigatie en sociale publieke diensten. Het fungeert als katalysator voor samenwerking tussen de Nederlandse en Surinaamse overheden. Het programma startte in 2021 en bedraagt €10 miljoen.
Makandra maakte 52 projecten mogelijk. Op financieel-economisch gebied zijn de Centrale Bank, Belastingdienst, Douane en Rekenkamer versterkt. Op justitieel gebied kreeg de samenwerking met Surinaamse ketenpartners zoals het Hof van Justitie, Openbaar Ministerie, Korps Politie Suriname, Korps Penitentiaire Ambtenaren en de Forensisch Maatschappelijke Zorg (Reclassering) een impuls. Op het terrein van klimaat werd samengewerkt op waterbeheer, kustbescherming en stedelijke veerkracht. Op de terreinen onderwijs en cultuur is ingezet op vernieuwing van wetgeving en versterking van de onderwijsinspectie in Suriname. In 2025 loopt het programma af en evalueert de Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) van mijn ministerie het programma.
Slavernijverleden
Toenmalig minister-president Rutte bood 19 december 2022 namens de Nederlandse regering excuses aan voor het handelen van de Nederlandse staat in het slavernijverleden. Zijne Majesteit de Koning herhaalde deze excuses op 1 juli 2023 en vroeg daarbij om vergiffenis. Uw Kamer is hierover in verschillende Kamerbrieven geïnformeerd.1 Het ministerie van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de opvolging van de excuses met Suriname en voert daartoe een dialoog met Suriname. In dit kader zijn ook middelen beschikbaar gesteld uit het fonds slavernijverleden voor Suriname: €33,3 miljoen voor maatschappelijke initiatieven en hetzelfde bedrag voor beleidsintensiveringen.
Om de dialoog op dit onontgonnen terrein op te starten stelde het ministerie van Buitenlandse Zaken van maart 2023 tot juli 2024 een Speciaal Gezant Slavernijverleden aan. Zij reisde zeven keer naar Suriname en sprak met nazaten van tot slaaf gemaakten en andere betrokkenen, waaronder de inheemse- en marrongemeenschappen. Om de dialoog met Nederland verder vorm te geven, bestaat aan Surinaamse zijde het voornemen een platform op te richten waarin vertegenwoordigers van de meest betrokken groepen deelnemen. De president van Suriname zal dit platform installeren. In afwachting van de oprichting van het platform zetten de Nederlandse ambassade in Paramaribo en mijn ministerie de dialoog over de opvolging van de excuses voor het slavernijverleden voort, in het eigen tempo van Suriname.
Anton de Kom leerstoel
Op 19 juni 2023 bood de minister van Buitenlandse Zaken namens de
regering de kinderen en familieleden van Anton de Kom excuses aan voor
het leed dat hij en zijn gezin hebben ondervonden door toedoen van de
toenmalige Nederlandse autoriteiten. Om invulling te geven aan het
eerherstel financiert het ministerie van Buitenlandse Zaken een
leerstoel aan de Vrije Universiteit Amsterdam, bedoeld om het
gedachtengoed van Anton de Kom levend te houden. Op 1 december 2024 werd
Guno Jones benoemd als hoogleraar op deze leerstoel. De Vrije
Universiteit Amsterdam en de Anton de Kom Universiteit in Paramaribo
werken in het kader van deze leerstoel intensief samen.
Handel
Suriname is voor Nederland een relatief kleine handelspartner. De totale waarde van de export van Nederland naar Suriname bedroeg in 2023 €230 miljoen waaronder zuivelproducten, machines- en transport apparatuur. De import van Suriname naar Nederland bedroeg €22 miljoen, waaronder vis, groenten en fruit. En marge van het bezoek van voormalig minister-president Rutte en minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in september 2022 reisden VNO-NCW voorzitter en 16 bedrijven uit de diensten-, agro- en maritieme sector mee om kansrijke sectoren te identificeren.2 Ondernemen in Suriname blijft voor Nederlandse bedrijven uitdagend vanwege de relatief kleine markt en een ingewikkeld vestigingsklimaat. De in augustus 2023 bij de ambassade aangetreden douane-attaché speelt hier waar mogelijk een adviserende rol. Ter ondersteuning bij het betreden van de Surinaamse markt, kunnen Nederlandse ondernemers een beroep doen op een deel van het handelsinstrumentarium (onder andere Private Sector Development-middelen en diverse RVO subsidies)3.
Veiligheid, justitie en rechtsstaat
Algemeen
Een goede samenwerkingsrelatie met Suriname op het gebied van justitie en veiligheid is van belang vanwege intensief personenverkeer, grensoverschrijdende criminaliteit, ondermijning en de nabijheid van de Caribische delen van het Koninkrijk. Sinds 2020 verdiepten Nederland en Suriname de samenwerking op een breed palet aan onderwerpen die raken aan justitie, rechtsstaat en veiligheid. Er wordt intensief samengewerkt met het ministerie van Justitie en Veiligheid, en ketenpartners zoals de Raad voor de Rechtspraak, het Openbaar Ministerie, de politie en de Douane. Het bezoek van toenmalig minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind aan Suriname in december 2022 onderstreepte de versterkte samenwerking. Makandra projecten gaven de samenwerking een verdere impuls.
Ondermijning
Ondermijnende criminaliteit is grotendeels grensoverschrijdend en internationaal van karakter. Suriname is een belangrijk doorvoerland voor cocaïne en daarom één van de prioritaire landen binnen de Rijksbrede internationale ondermijningsaanpak. Op de Nederlandse ambassade zijn een politieliaison en een douane-attaché werkzaam om de samenwerking met Suriname verder vorm te geven. In december 2024 tekenden de Surinaamse en Nederlandse Douane een Memorandum of Understanding (MoU) ter implementatie van het in 2004 gesloten Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken. Het verdrag maakt de informatie-uitwisseling en samenwerking tussen beide douanediensten mogelijk; het MoU operationaliseert en ondersteunt deze samenwerking.
Nederland en Suriname voeren al geruime tijd jaarlijks bilateraal drugsoverleg. Met behulp van Nederlandse inzet kunnen controles op drugs in Suriname effectiever worden ingezet in de haven en op de luchthaven, bijvoorbeeld door de inzet van door Nederland gefinancierde speurhonden en het trainen van scananalisten door de Nederlandse Douane. Daarnaast vinden twee keer per jaar trainingen plaats door de Koninklijke Marechaussee (KMar), politie en Douane gezamenlijk aan het BID-team (narcoticateam) van de Surinaamse politie en aan de Surinaamse douanerecherche om drugssmokkel via luchthavens aan te pakken.
Ook in internationaal verband zoekt Nederland samenwerking met Suriname. Nederland is sinds eind 2023 lid van EL PACCTO 2.0, een samenwerkings- programma tussen de EU, de Latijns-Amerikaanse en Caribische regio gericht op het tegengaan van georganiseerde criminaliteit in de regio. Dit programma koppelt expertise van Europese lidstaten aan een vraag uit de regio. Nederland levert de ‘Strategic Key Expert for the Caribbean region’, die o.a. behoeften voor samenwerking in kaart brengt, activiteiten ontwikkelt, korte termijn experts levert en verantwoordelijk is voor de integratie van de Caribische regio in het programma, inclusief Suriname. Suriname ratificeerde in 2021 het Verdrag van San José, een instrument gericht op regionale samenwerking, informatiedeling en effectieve inzet van schaarse maritieme capaciteit in de Caribische regio. Het verdrag, dat voor het gehele Koninkrijk van kracht is, beoogt verdragspartijen in staat te stellen om in elkaars territoriale wateren sneller en effectiever anti-drugsoperaties uit te voeren. Dit is van belang voor het Koninkrijk.
Defensie
In april 2021 tekenden Nederland en Suriname een intentieverklaring voor militaire samenwerking. Sinds augustus 2022 heeft Nederland weer een residerend defensie attaché in Paramaribo. Voor Suriname is Nederland één van de strategische defensiepartners, naast Brazilië, Frankrijk en de Verenigde Staten.
De militaire samenwerking verloopt goed en ziet onder meer op capaciteitsopbouw van de Surinaamse defensie en materiële ondersteuning. Via Makandra werden leiderschapstrainingen aangeboden en de kustwacht versterkt. Daar tegenover staat dat Nederland veel waarde hecht aan jungletrainingen in Suriname, cruciaal voor de wereldwijde inzetbaarheid van de Nederlandse krijgsmacht. Hiertoe trad in 2022 de bilaterale Status of Forces Agreement van 2008 in werking, nadat het in beide landen parlementair was goedgekeurd.
Volksgezondheid
De afgelopen jaren werkten Nederland en Suriname intensief samen op het gebied van gezondheidszorg. Eerst met een specifieke focus op de bestrijding van COVID-19, onder andere door schenking van vaccins, persoonlijke beschermingsmiddelen en medische apparatuur. Daarnaast stelde Nederland een speciaal gezant beschikbaar om de Surinaamse regering te adviseren over de hervorming van de gezondheidszorg om zo kwaliteit, toegankelijkheid en efficiëntie van de gezondheidszorg in het land te verbeteren.
Personenverkeer
Suriname koestert al lang de wens tot EU-visumliberalisering. Hiervoor dient Suriname aan door de EU vast te stellen voorwaarden te voldoen. De afgelopen jaren heeft de Nederlandse regering de Surinaamse wens meerdere malen onder de aandacht gebracht van de Europese Commissie. De Commissie dient eerst een voorstel te doen, waarna de lidstaten een standpunt bepalen.
In 2024 rondden Suriname en de Benelux-landen de onderhandelingen af over visumvrijstelling van de visumplicht voor houders van een geldig diplomatiek of dienstpaspoort. Deze uitzondering op het EU-visumbeleid is een nationale competentie. Nederland sluit dergelijke overeenkomsten in Benelux-verband. Aan de visumvrijstelling is ook het tekenen van een overeenkomst betreffende de terug- en overname van personen die onregelmatig op het grondgebied verblijven gekoppeld. Beide overeenkomsten zijn getekend op 14 februari jl. en zullen na ratificatie in werking treden. Daarbij is sinds 2020 de terugkeersamenwerking met Suriname hervat, onder andere via de gemengde werkgroep tussen Suriname en Nederland. Nederland en Suriname zetten zich blijvend in op continuering en verdere verbetering van deze samenwerking.
Internationaal cultuurbeleid
Met deze brief beantwoord ik de door uw Kamer aangenomen motie Van den Hul en Belhaj (februari 2021, 20.361, nr. 191), waarin wordt verzocht een extra impuls aan culturele samenwerking met Suriname te geven. Suriname blijft ook in het Internationaal Cultuur Beleidskader (ICB) 2025-2028 één van de 24 prioriteitslanden. Hiermee wordt de inzet op een duurzame en wederkerige relatie met Surinaamse culturele en erfgoedorganisaties voortgezet. De samenwerking strekt zich uit over verschillende culturele sectoren zoals film, dans, podiumkunsten, beeldende kunst, literatuur en erfgoed. De samenwerking op erfgoed is geïntensiveerd. Zo wordt gewerkt aan verbeterde toegankelijkheid van koloniale museale objecten uit Suriname die zich in Nederland bevinden, assisteert Nederland bij het versterken van de Surinaamse erfgoedwetgevingen en zijn beurzen beschikbaar gesteld voor onderzoekers en studenten voor onderzoek naar koloniale collecties. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) ondersteunt capaciteitsopbouw, ook voor gebouwd en maritiem erfgoed.
De wederzijdse belangstelling voor culturele samenwerking is duidelijk zichtbaar: tussen 2021 en 2023 werden gemiddeld 13 projecten per jaar ondersteund, in 2024 waren dat er 35. Dit was onder meer mogelijk door de aanvulling van de reguliere Internationaal Cultuur Beleid-middelen met budget vanuit het Herdenkingsjaar Slavernijverleden van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Rijkscultuurinstellingen voerden de afgelopen tijd verschillende residentieprogramma’s en ondersteuningen om de samenwerking te stimuleren, makers de mogelijkheid te bieden ervaring op te doen en van elkaar te leren. Ook de komende tijd zetten zij dit voort.
Onderwijs
De onderwijssamenwerking tussen Nederland en Suriname is sinds 2022 geïntensiveerd. In 2023 tekenden de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Robbert Dijkgraaf en de Surinaamse minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur Henry Ori een MoU. Daarin is afgesproken voor een periode van twee jaar samen te werken aan een onderwijsagenda met vier hoofdthema’s: versterking beleid en wettelijk kader; institutionele capaciteitsversterking tussen overheden; versterking kwaliteit funderend onderwijs; betere aansluiting op arbeidsmarkt en behoud (academisch) talent in Suriname. Nederlandse kennisinstellingen zijn actief betrokken bij de onderwijsagenda, bijvoorbeeld bij het vergroten van het studiesucces van Surinaamse studenten in Nederland en het aanmoedigen van meer synergie en samenhang in de vele losse samenwerkingsverbanden binnen het beroeps- en hoger onderwijs. Daarnaast werken de onderwijsinspecties nauw samen.
Caribisch deel Koninkrijk
De geografische nabijheid, de Surinaamse diaspora, met name op Curaçao, intensief personenverkeer, toerisme en handelsbelangen zorgen voor sterke banden met het Caribisch deel van het Koninkrijk. President Santohki bracht in oktober 2024 een officieel bezoek aan Aruba en Curaçao.
Aruba legt sinds 2021 de nadruk op het bevorderen van de handelsrelatie en werkt met Suriname samen op het gebied van toerisme, innovatie, volksgezondheid, kennisuitwisseling, het slavernijverleden en universitaire samenwerking. Een Arubaanse handelsmissie naar Suriname juni jl. onderstreepte opnieuw de intentie van beide landen om de samenwerking verder uit te breiden en te formaliseren in een Memorandum of Understanding (MoU), dat op 21 oktober 2024 werd ondertekend.
Ook Curaçao zet zich in voor het versterken van bestaande economische samenwerkingsverbanden en zal zich tegelijkertijd richten op het creëren van nieuwe samenwerkingsvormen, bijvoorbeeld in het kader van CARICOM. Minister-president Pisas bezocht hiertoe op 25 november 2024 Suriname.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Caspar Veldkamp
Kamerbrief vervolgtraject excuses slavernijverleden d.d. 22 april 2024, Kamerstuk 36284, nr. 39↩︎
Verslag bezoek minister-president en minister voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking aan Suriname op 12 en 13 september 2022, Kamerstuk 20361, nr. 205↩︎