Amendement van het lid Van Nispen over een hardheidsclausule voor het beëindigen van een in een strafbeschikking opgelegde geldboete
Vaststelling van Boek 1, Hoofdstuk 10, en de Boeken 7 en 8 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Tweede vaststellingswet Wetboek van Strafvordering)
Amendement
Nummer: 2025D06487, datum: 2025-02-17, bijgewerkt: 2025-02-17 09:35, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Nispen, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 36636 -11 Vaststelling van Boek 1, Hoofdstuk 10, en de Boeken 7 en 8 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Tweede vaststellingswet Wetboek van Strafvordering).
Onderdeel van zaak 2025Z02867:
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 636 | Vaststelling van Boek 1, Hoofdstuk 10, en de Boeken 7 en 8 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Tweede vaststellingswet Wetboek van Strafvordering) | |
Nr. 11 | AMENDEMENT VAN HET LID Van Nispen | |
Ontvangen 17 februari 2025 | ||
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: |
Artikel 7.5.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing voor een in een strafbeschikking opgelegde geldboete van de eerste categorie.
Toelichting
Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) ziet dagelijks mensen in situaties waarin de (standaard)regels niet passen en bij strikte toepassing kunnen leiden tot schrijnende situaties. Als iemand wel wil, maar niet kan betalen, denkt het CJIB inmiddels mee over een passende oplossing. Verdere verbetering is mogelijk door ruimte in beëindigingsmogelijkheden en daarmee maatwerk te kunnen bieden in situaties waar voortzetting van de tenuitvoerlegging geen redelijk doel meer dient. Dit stelt het CJIB in de Stand van de Uitvoering 2023.
Met dit amendement wil indiener realiseren dat niet alleen een in een vonnis of arrest opgelegde geldboete kan worden beëindigd door het CJIB, maar het CJIB ook de wettelijke mogelijkheid geven om deze bevoegdheid toe te passen bij geldboetes opgelegd in een strafbeschikking. Dat is nu al de bestaande werkwijze voor strafbeschikkingen tot 340 euro, maar wordt beperkt tot een hardheidsclausule bij geldboeten in vonnissen en arresten, dus niet langer voor OM-strafbeschikkingen. Indiener vindt die beperking onwenselijk en draait die bij amendement terug, zodat de menselijke maat door het CJIB kan worden toegepast bij strafrechtelijke geldboetes, opgelegd in een vonnis of arrest of OM-strafbeschikking.
Van Nispen