Voortgang Stationsagenda
Spoor: vervoer- en beheerplan
Brief regering
Nummer: 2025D06579, datum: 2025-02-17, bijgewerkt: 2025-02-19 12:51, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29984-1232).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
- Uitvoeringsagenda bij Stationsagenda 2025-2026
- Voortgangsrapportage Stationsagenda 2024
- Beslisnota bij Kamerbrief Voortgang Stationsagenda 2024
Onderdeel van kamerstukdossier 29984 -1232 Spoor: vervoer- en beheerplan.
Onderdeel van zaak 2025Z02910:
- Indiener: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-02-18 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-12 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 1232 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 februari 2025
Op 9 februari 2023 is de Stationsagenda aangeboden aan de Tweede Kamer.1 De Stationsagenda is een beleidsagenda met een toekomstvisie voor het station in 2040 en beoogt de kwaliteit van de bestaande treinstations te behouden en te verbeteren. Het is een beleidsagenda die aanvullend is op de concessies die het Ministerie van IenW heeft met ProRail en NS. Naast de Stationsagenda is ook een uitvoeringsagenda met de Kamer gedeeld voor de jaren 2023 en 2024 die beschrijft welke stappen op korte termijn worden gezet om de ambities op belangrijke publieke belangen, zoals veiligheid, toegankelijkheid en duurzaamheid waar te maken.
Ook het afgelopen jaar heeft het Ministerie van IenW samen met ProRail, NS Stations en andere belanghebbenden gewerkt aan de acties uit deze uitvoeringsagenda. Er is bij de aanbieding van de Stationsagenda toegezegd de Kamer op de hoogte te houden van de vorderingen hiervan. Hierbij bied ik u daarom de tweede voortgangsrapportage van de Stationsagenda en een nieuwe uitvoeringsagenda voor 2025 en 2026 aan.
Voortgangsrapportage Stationsagenda
De voortgangsrapportage beschrijft de voortgang die in 2024 is geboekt.
Oordeel van de reiziger
Een belangrijke graadmeter voor het functioneren van treinstations is het oordeel van de treinreiziger. Dit oordeel wordt sinds 2014 gemeten met een steekproef onder ruim 80.000 reizigers in de Stationsbelevingsmonitor. Het gemiddelde oordeel van de reiziger in 2024 komt uit op een 7,2, vergelijkbaar met de score van 2023. Reizigers zijn over het algemeen tevreden over de stations en waarderen deze al jaren met ruim een 7.
Een aantal stations waar verbouwingen of kleinere verbeteringen hebben plaatsgevonden scoort flink beter dan in 2023. Dit laat zien dat onze investeringen gezien worden en reizigers deze waarderen. Ook zijn er nog enkele stations die onvoldoende scoren; hier zijn verbetermaatregelen gepland.
Resultaten en voortgang prioritaire thema’s
De voortgangsrapportage bevat naast een beschrijving van de algemene ontwikkeling ook een overzicht van de voortgang rond 10 prioritaire thema’s. Een selectie van geboekte resultaten in 2024:
– Op meerdere stations zijn verbeteringen doorgevoerd om ze beter zelfstandig toegankelijk te maken voor reizigers met een beperkte mobiliteit. Er zijn op 6 aanvullende stations perrons op hoogte gebracht voor een gelijkvloerse instap. Daarnaast werd in september 2024 Den Haag Hollands Spoor feestelijk heropend. De stationshal van dit monumentale station is flink vernieuwd. Het station is beter toegankelijk gemaakt en de faciliteiten zijn vernieuwd en uitgebreid. Hiermee zijn 390 van de 394 stations volledig toegankelijk door middel van liften en/of hellingbanen.
– De combinatie fiets-trein blijft in Nederland onverminderd sterk. Er zijn in 2024 circa 17.000 extra bewaakte fietsparkeerplekken gerealiseerd ten opzichte van 2022. In totaal waren er eind 2024 ca. 206.000 bewaakte fietsparkeerplekken op alle stations. Ook aan onbewaakte stallingen werd gewerkt. In december 2024 werd de bijzondere nieuwe fietsenstalling op station Dordrecht in gebruik genomen, die modulair, duurzaam en energie-opwekkend is.
– Het deelmobiliteitaanbod op stations groeit. Het aantal stations met deelfietsen is met 10 locaties toegenomen ten opzichte van 2023. Zowel het ov-fiets aanbod als het aanbod van andere aanbieders breidde uit. Op 286 stations zijn nu deelfietsen beschikbaar.
– Op diverse stations is ruimte gemaakt voor maatschappelijke initiatieven, waarmee stations niet alleen vervoersknooppunten zijn, maar ook ruimte bieden voor cultuur en verbinding.
– Stations worden steeds duurzamer. In 2024 lag het percentage afvalscheiding weer enkele procenten hoger dan in 2023.
Bovenstaande resultaten vormen een selectie uit de bijgevoegde voortgangsrapportage.
Aandachtspunten
Met de Stationsbelevingsmonitor kunnen we ook thema’s identificeren die aandacht vragen. Zo is in 2024 het aantal stations dat op het gebied van sociale veiligheid lager dan een 6 scoort ten opzichte van 2023 met 10% gestegen naar 55 stations. Wanneer specifiek naar het veiligheidsgevoel van vrouwen wordt gekeken, zijn er nog meer stations die er negatief uitspringen. Daarom werk ik met onze partners intensief samen om dit dalende veiligheidsgevoel tegen te gaan. Iedereen moet zich veilig voelen in het openbaar vervoer en dus ook op de stations. Ook de wachttijdbeleving van reizigers op stations is in 2024 weliswaar licht gestegen, maar blijft met een score van 6,2 een van de minder goed beoordeelde thema’s, en daarmee een aandachtspunt.
De uitvoeringsagenda 2025–2026 bevat diverse acties om aan deze aandachtspunten te werken (zie vervolg).
Vervolg
Met deze rapportage is voor de tweede keer de inzet van het Ministerie van IenW, ProRail en NS Stations over de volle breedte van het stationsdomein in beeld gebracht. Het jaarlijks opstellen van deze voortgangsrapportage in de toekomst maakt transparant op welke manier we werken aan de publieke belangen op stations en hoe belangrijke indicatoren zich meerjarig ontwikkelen. In het eerste kwartaal van 2026 stuur ik u daarom dan ook een voortgangsrapportage over 2025 op.
Uitvoeringsagenda 2025–2026
Met de tweede Uitvoeringsagenda 2025–2026 zetten we onze samenwerking met ProRail en NS Stations ook de komende 2 jaar voort. Binnen de kaders van bestaande budgetten, projecten en programma’s werken we ook in deze tweede uitvoeringsagenda aan het verder verbeteren van de stations voor de gebruiker ervan. De prioritaire thema’s blijven voor een groot deel gelijk aan de thema’s waar we de afgelopen jaren aan werkten.
Een nieuw thema waar we mee aan de slag gaan is om de ambities uit de Stationsagenda door te vertalen naar een basiskwaliteit voor stations met een geactualiseerde set aan uitgewerkte (technische) specificatie-eisen. Deze eisen zijn leidend voor alle toekomstige (ver)bouwprojecten op stations.
De meeste maatregelen uit de Stationsagenda worden uitgevoerd binnen bestaande financiële kaders. Om een extra impuls aan de Stationsagenda te geven is IenW voornemens ProRail een subsidie te verstrekken van € 7,9 mln. om de maatregelen uit de Uitvoeringsagenda 2025–2026 uit te kunnen voeren.
Met deze subsidie kan een aantal aanvullende maatregelen voor prioritaire thema’s uit de Stationsagenda worden gerealiseerd. Een groot deel van de subsidie (€ 4,6 mln.) is gereserveerd voor het thema sociale veiligheid. Het merendeel van dit bedrag wordt besteed aan extra camera op stations die op sociale veiligheid onvoldoende scoren. Ook worden van dit bedrag op deze stations fysieke aanpassingen gedaan, zoals het plaatsen van groen, hekwerken en het verbeteren van zichtlijnen.
Om de wachttijdbeleving te verbeteren, één van de andere aandachtspunten, is in de subsidie € 800.000 gereserveerd voor nieuwe oplossingen die wachtende reizigers meer comfort en beschutting bieden.
Buiten de Stationsagenda om werkt het Ministerie van IenW ook mee aan de grootschalige verbouwing van stations, zoals Den Bosch en Eindhoven Centraal en de aanleg van enkele nieuwe stations, zoals Hazerswoude-Rijndijk. Dusdanige grote investeringen lopen via het MIRT-proces en dragen ook bij aan de ambities uit de Stationsagenda.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Ch.A. Jansen
Kamerstuk 29 984, nr. 1088, d.d. 09-02-2023.↩︎