[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over de vrijspraak van dierenactivisten voor de stalbezetting in Boxtel

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D06648, datum: 2025-02-17, bijgewerkt: 2025-02-19 10:49, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1300).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z21469:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1300

Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de vrijspraak van dierenactivisten voor de stalbezetting in Boxtel (ingezonden 18 december 2024).

Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 17 februari 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 983.

Vraag 1

Deelt u de mening dat stalbezettingen een ernstige bedreiging vormen voor de persoonlijke levenssfeer van boerengezinnen, gezien het feit dat bedrijf en woonhuis vaak op hetzelfde erf zijn gevestigd? Zo ja, welke concrete stappen gaat u ondernemen om dit beter te beschermen?

Antwoord 1

Ik kan mij goed voorstellen welke negatieve effecten dergelijke acties hebben op het veiligheidsgevoel van betrokkenen en veroordeel dergelijke acties, waarbij de wet wordt overtreden, dan ook.

De huidige wetgeving biedt voldoende handvatten om op te treden bij een illegale stalbezetting. Zo kan het Openbaar Ministerie bij een illegale stalbezetting reeds overgaan tot vervolging voor huisvredebreuk (artikel 138 Wetboek van Strafrecht (hierna Sr) en verboden toegang (artikel 461 Sr). Bij vragen 5, 6 en 7 zal ik hier verder op ingaan.

Vraag 2

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de motie uit 2023, waarin een ruime Kamermeerderheid het kabinet heeft verzocht om stalbezettingen primair te kwalificeren als huisvredebreuk of inbraak (art. 138 Sr)?1

Antwoord 2

De motie waar u naar verwijst is door de toenmalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit afgedaan in de Verzamelbrief dierenwelzijn van 24 juni 2024, waar u tevens in vraag 6 naar verwijst.2 Op basis van deze motie is het interne politie «Handelingskader en de tolerantiegrenzen dierenrechtenactivisme/-extremisme» aangescherpt, waar ik bij vraag 6 verder op in zal gaan.

Vraag 3

Acht de u, gelet op het recente arrest, het niet noodzakelijk om dit voorstel met de hoogste urgentie in te dienen? Wanneer kunnen wij een concreet voorstel verwachten?3

Antwoord 3

Nee, ik acht dit niet noodzakelijk. Zoals ik heb geantwoord op vraag 1 biedt de huidige wetgeving voldoende handvatten om op te treden bij een illegale stalbezetting, waar ik bij de antwoorden op vraag 5, 6 en 7 verder zal ingaan.

In het recente arrest valt te lezen dat het Openbaar Ministerie de verdachten, in lijn met de door u aangehaalde motie, heeft vervolgd voor huisvredebreuk (artikel 138 Sr). Het is vervolgens aan de rechter om een onafhankelijk oordeel te vellen over de voorgelegde zaak en om, indien de tenlastegelegde feiten bewezen zijn, de meest aangewezen straf te bepalen.

Vraag 4

Hoe gaat u voorkomen dat dergelijke uitspraken een precedent scheppen voor toekomstige acties van dierenactivisten, waardoor boeren zich onveilig blijven voelen op hun eigen erf?

Antwoord 4

Ik wil vooropstellen dat niemand zich onveilig zou mogen voelen op zijn of haar erf of woonhuis. Mede hierom is het interne politie «Handelingskader en de tolerantiegrenzen dierenrechtenactivisme/-extremisme» aangevuld om hiertegen op te treden. Bij vraag 6 ga ik verder in op dit handelingskader.

Verder kan ik niet ingaan op individuele strafzaken maar kan ik in zijn algemeenheid wel zeggen dat de rechter elke zaak op basis van de specifieke omstandigheden van die zaak zal beoordelen.

Vraag 5

Ziet u het risico dat deze uitspraak niet alleen boeren, maar ook andere ondernemers kwetsbaar maakt voor activistische acties, zoals het binnendringen en bezetten van bedrijfspanden, zonder dat daar serieuze juridische consequenties aan verbonden zijn? Hoe gaat u deze bredere implicaties adresseren?

Antwoord 5

Het is ernstig en verwerpelijk dat personen en ondernemers, waaronder boeren, schade lijden door activistische acties waarbij de wet wordt overtreden. Vooralsnog deel ik echter niet de conclusie dat aan dergelijke acties geen serieuze juridische consequenties verbonden zijn.

In deze gevallen kan het Openbaar Ministerie vervolgen, onder meer voor vernieling of huis/lokaalvredebreuk. Het OM bepaalt, afhankelijk van de omstandigheden, of vervolging aangewezen is en – zo ja – welke feiten ten laste worden gelegd. Het is vervolgens aan de rechter om een onafhankelijk oordeel te geven. Slachtoffers kunnen zich voegen als benadeelde partij in het strafproces, om schade vergoed te krijgen.

Het kabinet werkt samen met burgemeesters, politie, Openbaar Ministerie en anderen die een bijdrage kunnen leveren aan een optimale mix van maatregelen om zowel vreedzame demonstraties te faciliteren en te beschermen, alsook om kordaat op te kunnen treden tegen degenen die zich niet aan de wet houden. In het eerder aangekondigde onderzoek dat wordt uitgevoerd via het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) zal ook betrokken worden

hoe er scherper onderscheid gemaakt kan worden tussen ordeverstorende acties en vreedzame demonstraties. De uitkomsten van dit onderzoek worden in de zomer van 2025 verwacht.

Vraag 6

Oud-minister Adema heeft boeren in juni nog opgeroepen altijd aangifte te doen bij stalinsluiping of -bezetting; hoe kunt u boeren blijven motiveren om aangifte te doen, als zij zien dat daders vrijwel altijd vrijuit gaan of slechts een lichte boete opgelegd krijgen?

Antwoord 6

In het eind 2024 aangevulde interne politie «Handelingskader en de tolerantiegrenzen dierenrechtenactivisme/-extremisme» staat nu vermeld dat «Indien demonstranten zich wederrechtelijk toegang hebben verschaft tot een bedrijf, woning of erf (bijvoorbeeld bij een stalbezetting), dan dienen de benadeelden erop gewezen te worden hiervan aangifte te kunnen doen van lokaal-, huis- of erfvredebreuk».

Hier kunnen straffen van maximaal 1 jaar gevangenisstraf (te vermeerderen met maximaal 1 derde mocht dit in groepsverband zijn gepleegd) of een boete van de derde categorie worden geëist én opgelegd door de rechter. Ik herhaal om deze reden ook de oproep om altijd aangifte te doen bij een stalinsluiping of -bezetting, juist om de overtreders van de wet door het OM voor de rechter te brengen en aan deze een oordeel te vragen.

Vraag 7

Bent u bereid om stallen en agrarische bedrijven op te nemen in de wetgeving voor huisvredebreuk, zodat ook zonder het forceren van deuren of hekken sprake is van een strafbaar feit? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

In Nederland kan het Openbaar Ministerie bij een illegale stalbezetting reeds overgaan tot vervolging voor huisvredebreuk (artikel 138 Sr) en verboden toegang (artikel 461 Sr). Uw oproep om deze bedrijven op te nemen in deze regelgeving is dan ook overbodig.

Huisvredebreuk is een misdrijf dat wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie (artikel 138, eerste lid, Sr). Indien een betrokkene bij de huisvredebreuk bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, kan een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar of een geldboete van de vierde categorie worden opgelegd (artikel 138, derde lid, Sr). Indien de huisvredebreuk door twee of meer verenigde personen wordt gepleegd, kunnen de hiervoor genoemde strafmaxima met een derde worden verhoogd. Het negeren van een verboden toegang (artikel 461 Sr) is een overtreding die wordt bestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Zoals gezegd, het is aan het Openbaar Ministerie om te bepalen of vervolging aangewezen is en welke feiten ten laste worden gelegd. Indien tijdens een illegale stalbezetting andere strafbare feiten worden gepleegd (bijvoorbeeld vernieling van eigendommen van de staleigenaar), kan ook daarvoor strafrechtelijke vervolging plaatsvinden.

Vraag 8

Hoe weegt u de grote psychologische en economische impact van stalbezettingen op boeren en hun gezinnen mee in uw beleidsvorming? Welke maatregelen zijn beschikbaar om hen hierin bij te staan?

Antwoord 8

Ik leef mee met alle slachtoffers van overtreders van de wet en ik zet mij iedere dag in zoveel mogelijk slachtoffers te voorkomen en om overtreders van de wet te bestraffen.

Bij het doen van aangifte worden in principe alle slachtoffers gewezen op de mogelijkheid tot bijstand van Slachtofferhulp. Slachtofferhulp biedt juridische, praktische en emotionele hulp.4

Het is voor een slachtoffer mogelijk om binnen het strafproces een schadevergoeding te vorderen. Dat kan zowel materiële als immateriële schade zijn.5 Bij het indienen van zo’n vordering kan Slachtofferhulp ook behulpzaam zijn.

Vraag 9

Kunt u toezeggen dat u op korte termijn met een duidelijk en afdoende voorstel komt om te voorkomen dat dierenactivisten ongestraft boerenbedrijven kunnen binnendringen en bezetten?

Antwoord 9

De huidige wetgeving biedt voldoende handvatten voor politie en Openbaar Ministerie om op te treden tegen het binnendringen van (boeren-) bedrijven, zoals ik bij de antwoorden op vragen 5, 6 en 7 heb toegelicht.

Vraag 10

Ziet u het risico dat deze uitspraak niet alleen boeren, maar ook andere ondernemers kwetsbaar maakt voor activistische acties, zoals het binnendringen en bezetten van bedrijfspanden, zonder dat daar serieuze juridische consequenties aan verbonden zijn? Hoe gaat u deze bredere implicaties adresseren?

Antwoord 10

Zoals ik in mijn eerdere antwoorden op vragen 5, 6 en 7 heb toegelicht, kunnen politie en het Openbaar Ministerie reeds optreden bij illegale stalbezettingen, of bezettingen van bedrijfsterreinen en -panden.

Vraag 11

Welke waarborgen kunt u bieden aan ondernemers in het algemeen, zodat zij beschermd worden tegen acties die hun bedrijfsvoering en persoonlijke veiligheid in gevaar brengen, nu deze uitspraak een precedent lijkt te scheppen voor activisten om ongestraft privéterrein of bedrijfsruimten te betreden?

Antwoord 11

Zie hiervoor mijn eerdere antwoorden op vragen 5, 6 en 7.

Vraag 12

Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden gezien de urgentie?

Antwoord 12

Helaas is dit niet gelukt.


  1. Kamerstuk 28 286, nr. 1312↩︎

  2. Dierenwelzijn | Tweede Kamer der Staten-Generaal, Kamerstukken II, 28 286, nr. 1312.↩︎

  3. NOS, 16 december 2024, 60 dierenactivisten in hoger beroep vrijgesproken voor bezetten varkensstal Boxtel (https://nos.nl/artikel/2548563-60-dierenactivisten-in-hoger-beroep-vrijgesproken-voor-bezetten-varkensstal-boxtel).↩︎

  4. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/slachtofferbeleid/vraag-en-antwoord/waar-kan-ik-terecht-voor-slachtofferhulp↩︎

  5. Heb ik als slachtoffer recht op schadevergoeding? | Rijksoverheid.nl↩︎