Beleidskeuzes uitgelegd | subsidieregeling flexibel elektriciteitsverbruik (flex-e)
Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Brief regering
Nummer: 2025D06716, datum: 2025-02-17, bijgewerkt: 2025-02-20 15:31, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29023-535).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29023 -535 Voorzienings- en leveringszekerheid energie.
Onderdeel van zaak 2025Z02955:
- Indiener: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Volgcommissie: commissie voor de Rijksuitgaven
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-02-19 13:53: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-04 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 535 BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 februari 2025
Met het amendement-Erkens c.s. van 12 oktober 20231 heeft de Kamer € 55 miljoen vrijgemaakt voor het snel vrijspelen van ruimte op het stroomnet. In de voortgangsbrief Netcongestie2 van 21 november 2024 informeerde het kabinet de Kamer eerder over de invulling van dit amendement. Het kabinet stelt een subsidieregeling Flexibel elektriciteitsverbruik in om bedrijven (grootverbruikers van elektriciteit) te ondersteunen om hun elektriciteitsverbruik te kunnen flexibiliseren en daarmee de effecten van netcongestie voor afname te verminderen. De subsidieregeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In deze brief volgt een beknopte toelichting bij de Ministeriële Regeling Subsidieregeling Flexibel elektriciteitsverbruik (Flex-e).
Type maatregelen onder de subsidieregeling
Onder de regeling komt subsidie beschikbaar voor drie type maatregelen:
• Een flexibiliteitsscan biedt grootverbruikers inzicht in hun energiegebruik en kansen voor flexibel elektriciteitsgebruik.
• Een haalbaarheidsstudie voor flexibiliteitsmaatregelen biedt inzicht in de technische haalbaarheid en benodigde investering van concrete maatregelen voor flexibel gebruik.
• Realiseren van flexibiliteitsmaatregelen geeft subsidie op investeringskosten om maatregelen in de praktijk te realiseren.
De subsidieregeling is in de periode van 16 december 2024 tot 19 januari 2025 ter internetconsultatie voorgelegd.3
De verwachte openstelling van de subsidiemodule is op 1 april 2025.
Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie van de subsidieregeling
Hieronder worden, aan de hand van het Kader «Beleidskeuzes uitgelegd», de doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie conform de Comptabiliteitwet (CW) artikel 3.1 toegelicht
Nagestreefde doelen
De doelstelling van deze regeling is om het beschikbare flexibel elektrisch vermogen van grootverbruikers te vergroten en daarmee de effecten van netcongestie voor afname te verminderen.
Ingezette beleidsinstrumenten
Er wordt een subsidiemodule Flexibel Elektriciteitsverbruik (Flex-e) opengesteld. De subsidiemodule ondersteunt de doelgroep middels drie verschillende subsidiabele activiteiten:
A. Inhuur van een adviseur voor het uitvoeren van een flexibiliteitsscan met een maximaal subsidiebedrag van EUR 10.000 (subsidiepercentage 50%);
B. Inhuur van een adviseur voor het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie voor flexibiliteitsmaatregelen waarin een conceptueel technisch ontwerp van flexibiliteitsoplossingen wordt uitgewerkt met een maximaal subsidiebedrag van EUR. 125.000 (subsidiepercentage 50%);
C. Vergoeding van investeringskosten die benodigd zijn voor de realisatie van flexibiliteitsmaatregelen met een maximaal subsidiebedrag van EUR 300.000 (subsidiepercentage 35%).
Deze drie onderdelen van de regeling vormen een samenhangend geheeld om de doelgroep te ondersteunen bij zowel het vergroten van kennis en inzicht als het daadwerkelijk realiseren van flexibiliteitsmaatregelen.
Doelgroep: aangeslotenen met een aansluiting op een netvlak met midden- of hoogspanning en een gecontracteerd transportvermogen voor afname vanaf 100 kW, die een aansluiting hebben in een postcodegebied waar congestie voor afname is afgekondigd door de netbeheerder.
Financiële gevolgen voor het Rijk
Voor de subsidieregeling is ca. 62 mln. euro beschikbaar vanuit het eerder genoemde amendement-Erkens c.s. en vanuit het klimaatfonds. De verwachting is dat het volledige budget benut zal worden gedurende de openstelling van de subsidieregeling (2025–2026). Voor maatschappelijke sectoren worden geen financiële gevolgen voorzien.
Nagestreefde doeltreffendheid
Onderdelen A en B van de regeling zorgen ervoor dat aanvragers een maatwerk advies krijgen over welke flexibiliteitsmaatregelen ze kunnen nemen. Onderdeel C ondersteunt op het stroomnet aangesloten grootverbruikers bij het daadwerkelijk realiseren van de flexibiliteitsmaatregelen. Door de inzet van de flexibiliteitsmaatregelen kunnen bestaande netten beter benut worden. Hierdoor wordt het toepassen van congestiemanagement gestimuleerd, komt er ruimte vrij op het net en kunnen aanvragers verduurzamen ondanks congestie.
Voor onderdeel A worden ca. 3500–4000 aanvragen verwacht. Voor de openstelling van onderdeel A is het streven om minimaal 2.725 scans te kunnen subsidiëren om hiermee minimaal 25% van de doelgroep te helpen. Hiermee komt het budget voor onderdeel A van de subsidie op EUR 27,3 mln. Het resterende bedrag, EUR 13,5 mln. is vervolgens toegewezen aan onderdeel C van de regeling (realiseren van flex. maatregelen). Er worden ca. 500 aanvragen verwacht voor onderdeel C waarvan voor 200–300 aanvragen subsidie verleend kan worden. De middelen uit het Klimaatfonds zijn specifiek bedoeld voor het uitvoeren van haalbaarheidsstudies en gaan daarom geheel naar onderdeel B van deze regeling. Voor onderdeel B kan voor ca. 300–350 aanvragen subsidie verleend worden. Middelen uit het Klimaatfonds kunnen niet gecombineerd worden met beleidsmiddelen uit onderdeel A of onderdeel C. Medio 2025 volgt na monitoring besluit over het overhevelen van middelen uit jaar 2025 naar 2026 of verschuivingen van de onderdelen A en C.
Nagestreefde doelmatigheid
Het voorgestelde instrumentarium is aanvullend op de beleidsinstrumenten die al van kracht zijn. Zo wordt vanuit het Landelijk Actieprogramma Netcongestie al ingezet op voorlichting en wordt vanuit toezichthouder ACM al ingezet op het beprijzen en normeren van flexibel elektriciteitsverbruik via wijzigingen in de Netcode rondom nettarieven, alternatieve transportrechten en congestiemanagement. In aanvulling daarop ondersteunt deze subsidieregeling grootverbruikers bij de benodigde aanpassingen die noodzakelijk zijn om het net beter te gaan benutten en congestiemanagement in de praktijk toe te passen. Andere mogelijkheden om het beoogde doel te bereiken zijn afgewogen, zoals het beprijzen van base-load gebruik, het normeren van flexibel vermogen of extra voorlichting over flexibiliteit, maar deze opties dragen niet of onvoldoende bij aan het benodigde inzicht bij de individuele grootverbruiker om het flexibel vermogen te vergroten en daarmee de effecten van netcongestie voor afname te verminderen. Een aanvullende toelichting op deze opties is te vinden in het beleidskompas-formulier.
Evaluatieparagraaf
De doeltreffendheid en doelmatigheid van de regeling zal geëvalueerd worden. Dit gebeurt mede op basis van monitoring van de niet-bedrijfsgevoelige informatie die voortkomt uit de resultaten vanuit onderdeel A, B en C en evaluatiegesprekken met aanvragers. Er wordt tijdens deze gesprekken o.a. gevraagd of er op basis van de scan (onderdeel A) bij de netbeheerder is geïnformeerd over passende flexibele contractvormen en of de informatie uit het technisch ontwerp (onderdeel B) bij uitvoering helpt om van de wachtrij bij de netbeheerder af te komen. Bij de vergoeding van de realisatiegelden voor flexibiliteit (onderdeel C) levert het bedrijf de met de investering verwachte vrijgekomen flexibiliteit aan. Op basis van de evaluatie wordt bezien of de regeling – al dan niet in aangepaste vorm – wordt voortgezet en zo ja, of daar budget voor is.
Er wordt maandelijks gemonitord of er voldoende aanvragen zijn om het budget aan het eind van de looptijd uit te putten. Tussentijds zal de regeling worden geëvalueerd en indien nodig worden gewijzigd.
De Minister van Klimaat en Groene Groei,
S.Th.M. Hermans