Amendement van de leden Idsinga en Six Dijkstra ter vervanging van nr. 13 over zware nahang procedures
Wijziging van de Handelsregisterwet 2007 en de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies ter beperking van de toegang tot informatie over uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten alsmede van de toegang tot informatie over uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies (Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2025D06728, datum: 2025-02-17, bijgewerkt: 2025-02-17 18:11, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.L. Idsinga, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: J.P.S. Six Dijkstra, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
Onderdeel van zaak 2025Z02961:
- Indiener: F.L. Idsinga, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.P.S. Six Dijkstra, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2025-02-18 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 584 | Wijziging van de Handelsregisterwet 2007 en de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies ter beperking van de toegang tot informatie over uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten alsmede van de toegang tot informatie over uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies (Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers) | |
Nr. 23 | AMENDEMENT VAN de leden idsinga en six dijkstra ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 131 | |
Ontvangen 17 februari 2025 | ||
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: |
I
In artikel I, onderdeel C, wordt aan het voorgestelde artikel 22a een lid toegevoegd luidende:
6. Een krachtens het tweede of vierde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een van de Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat de inhoud van de algemene maatregel van bestuur, al dan niet ten dele, bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van de Kamers der Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.
II
Aan artikel I, onderdeel E, wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Een krachtens het tweede lid, onder a of d, vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een van de Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat de inhoud van de algemene maatregel van bestuur, al dan niet ten dele, bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van de Kamers der Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.
III
In artikel II, onderdeel B, wordt aan het voorgestelde artikel 7 een lid toegevoegd, luidende:
6. Een krachtens het tweede, onder a of d, derde of vierde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een van de Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat de inhoud van de algemene maatregel van bestuur, al dan niet ten dele, bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van de Kamers der Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.
Toelichting
Dit amendement beoogt een zware nahang te regelen ten aanzien van de AMvB’s, die aan dit wetsvoorstel zijn verbonden. De vraag wie een legitiem belang heeft tot toegang tot het UBO-register wordt geregeld bij AMvB. Aangezien juist dit een cruciaal onderdeel is van dit wetsvoorstel, is parlementaire betrokkenheid gewenst.
Uit de beslisnota van 19 april 2024 valt op te maken dat in EU-verband een AML-pakket is overeengekomen, waarin het begrip “legitiem belang” heel breed is geformuleerd. Namelijk dat er een legitiem belang is indien sprake is van: “personen die een transactie aangaan en willen voorkomen dat die transactie enig verband houdt met witwassen, daarmee verband houdende basisdelicten of terrorismefinanciering moeten worden aangemerkt als partijen met een legitiem belang.”
Echter iedereen kan voorwenden een dergelijke transactie aan te willen gaan. En iedereen kan daarbij voorwenden witwassen en terrorismefinanciering te willen tegengaan. Deze formulering, uit de beslisnota van 19 april 2024, van “legitiem belang” is daarbij veel te breed. De uiteindelijke formulering van het “legitiem belang” zal een balans moeten vinden tussen transparantie en privacy, die kan rekenen op voldoende parlementair draagvlak. Daartoe strekt de met dit amendement te regelen zware nahangprocedure.
Een zware nahang voorziet er in dat omzetting van de AMvB in een wetsvoorstel kan worden gevorderd door 1/5 van beide Kamers der Staten-Generaal. Op deze manier kan de Kamer bij elke toekomstige wijziging van deze AMvB parlementaire controle uitoefenen en indien nodig via amendementen aanpassingen aanbrengen.
Idsinga
Six Dijkstra
Vervanging in verband met een wijziging in de toelichting.↩︎