Reactie op de moties ingediend tijdens het Debat over het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over het spoorwegongeval bij Voorschoten van 13 februari 2025
Veiligheid van het railvervoer
Brief regering
Nummer: 2025D06731, datum: 2025-02-18, bijgewerkt: 2025-02-18 13:32, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Mede ondertekenaar: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29893 -278 Veiligheid van het railvervoer.
Onderdeel van zaak 2025Z02964:
- Indiener: J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Medeindiener: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2025-02-19 13:53: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-11 16:30: Procedures en brieven SZW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (š origineel)
Donderdag 13 februari jl. vond in uw Kamer het plenair debat over het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) over het spoorongeval bij Voorschoten met de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat plaats. Hierbij zijn moties ingediend door het lid Van Kent (29839-277) en door het lid Heutink (29839-274) om zzpāers die aan of op het spoor werken onder de werking van de Arbeidstijdenwet (Atw) te brengen. In deze brief geeft het kabinet haar appreciatie van deze moties.
Vanuit het oogpunt van regeldruk ontraadt het kabinet de motie van het lid Van Kent (29839-277). De Atw geldt niet voor zelfstandigen. Voor hen zijn geen arbeids- en rusttijden geregeld en dus ook geen maximale hoeveelheid nachtwerk. Dit past ook bij de eigen verantwoordelijkheid die de zzpāer heeft als zelfstandig ondernemer bij het inrichten en uitvoeren van de eigen werkzaamheden. Alleen in bepaalde situaties, zoals in het vervoer of in de mijnbouw, kunnen er specifieke regels gelden voor zzpāers op basis van de Atw.
Het onder de Atw brengen van deze zzpāers leidt tot extra regeldruk voor zowel zzpāers als opdrachtgevers. Dit is niet alleen onwenselijk, maar ook niet passend. Atw-normen van toepassing verklaren op zzpāers die meerdere opdrachtgevers hebben en waarbij veel partijen, waaronder ook onderaannemers zijn betrokken, is complex. Het onder de Atw brengen van zzpāers die aan of op het spoor werken kan ook leiden tot extra capaciteit en uitvoeringskosten voor de Nederlandse Arbeidsinspectie.
Het kabinet vindt het belangrijk dat alle werkenden, inclusief zzpāers, gezond en veilig kunnen werken, zeker ook in de nacht. In de Atw zijn kaders neergelegd voor werkgevers en werknemers voor de arbeids- en rusttijden. Deze regels zijn er om de gezondheid, veiligheid en het welzijn van werknemers te beschermen. Ook beperkt de Atw de jaarlijkse hoeveelheid nachtwerk. De verantwoordelijkheid en afweging om werknemers in de nacht in te zetten en goede maatregelen te nemen als nachtwerk nodig is ligt bij werkgevers.
Hoewel de Atw niet van toepassing is op zzpāers betekent dit niet dat zzpāers onbeperkt mogen werken. Een zelfstandige moet zorgen voor de eigen veiligheid en die van anderen door zich veilig en verantwoord te gedragen. Levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid moeten worden voorkomen. Een zzpāer kan aansprakelijk worden gesteld als hij anderen in gevaar brengt met schade tot gevolg.
De opdrachtgever zou zoals de OVV aangeeft ook nu al meer moeten doen om gezond en veilig in de nacht te werken, ook voor zzpāers. ProRail deelt deze aanbeveling van de OVV en geeft aan te streven naar een gezondere balans tussen nacht- en dagwerk voor spoorwerkers. ProRail meldt in contact te zijn met railAlert en aannemers om te verkennen hoe de veiligheidsrisico's van zzpāers beperkt kunnen worden.
De motie Heutink (29839-274) vraagt de regering om zorg te dragen dat iedereen die op of aan het spoor werkt, inclusief zzpāers, valt onder de normen van de Arbeidstijdenwet. Het kabinet deelt de urgentie van het lid Heutink ten aanzien van het zorgdragen van een veilige werkomgeving voor iedereen die op of rond het spoor werkt. De veiligheid op het spoor staat hierin voorop.
Hoewel een wetswijziging waarmee zzpāers op het spoor onder de Atw kunnen vallen niet aan de orde is, leest het kabinet de motie als een opdracht om in de uitwerking van de Arbovisie expliciete aandacht te geven aan veilige werkomstandigheden in ketens waarin zzpāers actief zijn.1 Daarbij wordt de rol van opdrachtgevers in relatie tot de arbeids- en rusttijden van zzpāers meegenomen.
Daarnaast zal er expliciete aandacht besteed worden aan bewustwording over de risicoās van langdurige nachtarbeid door zzpāers. En te onderzoeken hoe opdrachtgevers en zzpāers in de praktijk goede normen voor arbeidstijden kunnen bewaken. De staatssecretaris Participatie en Integratie is bereid om daarover een gesprek te voeren met ProRail en om het belang te onderstrepen van de verantwoordelijkheid van ProRail als opdrachtgever richting de zzpāers op en rond het spoor.2
In het voorjaar zal de Kamer geĆÆnformeerd worden over de voortgang op dit vlak. Met deze interpretatie kan het kabinet het oordeel over motie Heutink aan de Kamer laten.
De Staatssecretaris Participatie
en Integratie,
J.N.J. Nobel
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat ā
Openbaar Vervoer en Milieu,
C.A. Jansen
Kamerbrief over Arbovisie 2024 en kabinetsreactie op SER-advies | Kamerstuk | Rijksoverheid.nlā©ļø
Bijlage bij Kamerbrief Veiligheid van het Railvervoer, vergaderjaar 2024-2025, 29839, nr 270ā©ļø