[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Flach over de grondgebondenheidseis voor melkveestallen in de Maatlat Duurzame Veehouderij

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D06864, datum: 2025-02-18, bijgewerkt: 2025-02-20 08:57, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-1321).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z00085:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1321

Vragen van het lid Flach (SGP) aan de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over de grondgebondenheidseis voor melkveestallen in de Maatlat Duurzame Veehouderij (ingezonden 8 januari 2025).

Antwoord van Minister Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) (ontvangen 18 februari 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1142.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de eis van volledige grondgebondenheid om als melkveebedrijf in aanmerking te kunnen komen voor de Maatlat Duurzame Veehouderij en daarachter de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil)-regelingen?1

Antwoord 1

Ja. Hierbij hecht ik er belang aan om op te merken dat dit voortkomt uit wijzigingen in de zogenoemde Milieulijst 2023.In de Milieulijst zijn randvoorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen voor de fiscale regelingen Mia en Vamil. In de Milieulijst 2023, die in 2022 is opgesteld en vastgesteld, is onder andere ingezet op grondgebondenheid van de melkveehouderij vanuit de inzet van mijn ambtsvoorganger gericht op een eenvoudiger mestbeleid en kringlooplandbouw. Aangezien een Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV) certificaat gebruikt kan worden om in aanmerking te komen voor de Mia en Vamil is in het certificatieschema in 2024 op die nieuwe eisen aangesloten.

Vraag 2

Deelt u de zorg dat het voor veel melkveebedrijven gelet op het verlies van de derogatie en de impact daarvan op hun grondgebondenheid heel lastig zal zijn om in aanmerking te komen voor de Maatlat Duurzame Veehouderij en dat daardoor kansen voor stalvernieuwing ten behoeve van verbetering van dierenwelzijn, emissiereductie en brandveiligheid gemist worden?

Antwoord 2

Ik deel deze zorg.

Wel is het zo dat in de Milieulijst 2025, zoals op 18 december 2024 is gepubliceerd (Stcrt. 2024, 40369) algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling), een aanpassing is doorgevoerd die erop ziet dat de grondgebondenheid van duurzame melkveestallen vanaf 2025 alleen wordt beoordeeld op basis van fosfaat. Dit betekent dat het bedrijf als grondgebonden wordt beschouwd als de productie van dierlijke meststoffen in kilogram fosfaat past binnen de fosfaatruimte van het bedrijf. Daarmee wordt aangesloten bij de definitie van grondgebondenheid zoals die wordt gehanteerd in het kader van het fosfaatrechtenstelsel. Door deze aanpassing heeft het vervallen van de derogatie, die ziet op stikstof, hierop geen gevolgen.

Wel is het zo dat bepaalde veehouderijbedrijven met de randvoorwaarde van grondgebondenheid, zoals die is opgenomen in de Milieulijst 2023, niet meer in aanmerking komen voor de fiscale regelingen Mia en Vamil.

Dat sluit aan bij de beleidswens en inzet van mijn ambtsvoorganger, zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1. Het geleidelijk over de jaren heen aanscherpen van eisen sluit ook aan bij het doel en de opzet van de fiscale regelingen Mia en Vamil die gericht zijn op voorlopers. Voor ondersteuning van de verdere verduurzaming van de veehouderij is het van belang dat er ook fiscale mogelijkheden zijn. Ik heb echter mijn bedenkingen bij de wijze waarop deze specifieke randvoorwaarde is vormgegeven. Ik ga in overleg met mijn collega’s van Infrastructuur en Waterstaat en Financiën om te bezien of deze in de Milieulijst 2026 op een andere wijze invulling kan krijgen.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de mate van grondgebondenheid geen directe relatie heeft met het duurzame karakter van een stalsysteem?

Antwoord 3

Ik deel die mening.

Vraag 4

Hoe gaat u voorkomen dat kansen voor duurzame stalvernieuwing vanwege te strenge grondgebondenheidseisen gemist worden?

Antwoord 4

Er zijn op dit moment diverse factoren die een belemmering vormen voor de nieuwbouw van stallen (waarbij al dan niet gebruik wordt gemaakt van subsidies of fiscale regelingen, zoals Mia en Vamil), zoals onzekerheid over de natuurvergunningverlening en de houdbaarheid van natuurvergunningen en meer ten algemene onzekerheid over het stikstof- en landbouwbeleid.

RVO heeft afgelopen jaar signalen vanuit het veld ontvangen over het feit dat bepaalde veehouderijbedrijven door de randvoorwaarde voor grondgebondenheid in de Milieulijst niet meer in aanmerking komen voor de fiscale regelingen Mia en Vamil. Daarnaast heeft het College van Deskundigen van de Stichting Milieukeur (SMK), de beheerder van het certificatieschema MDV, vorig jaar een brief gestuurd aan het Ministerie van IenW en het Ministerie van LVVN (toen nog LNV). In die brief vragen ze aandacht voor de ongewenste effecten van bepaalde randvoorwaarden die zijn opgenomen in de Milieulijst 2023, waaronder de eis ten aanzien van grondgebondenheid. Ik ben samen met IenW hierover in gesprek met SMK.

Vraag 5

Deelt u de mening dat grondgebondenheid al voldoende gestimuleerd of op termijn afgedwongen wordt via andere beleidssporen?

Antwoord 5

In het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn en het addendum bij het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn is opgenomen dat de melkveehouderij in Nederland in 2032 grondgebonden zal zijn. Nederland is gehouden aan de gemaakte afspraken met de Europese Commissie in het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn en het addendum. In mijn brief van 6 november 2024 (Kamerstuk 33 037, nr. 562) heb ik het proces richting beleidskeuzes grondgebonden melkveehouderij (routekaart) geschetst.

Vraag 6

Bent u bereid ervoor te zorgen dat de grondgebondenheidseis in de Maatlat Duurzame Veehouderij voor melkveestallen versoepeld wordt, zodat stalvernieuwing voor onder meer emissiereductie en dierenwelzijn niet onnodig geremd wordt?

Antwoord 6

Zoals ik al aangaf in het antwoord op vraag 2 ga ik in overleg met mijn collega’s van Infrastructuur en Waterstaat en Financiën om te bezien of in de Milieulijst 2026 op een andere wijze invulling gegeven kan worden aan deze specifieke randvoorwaarde. Daarbij betrek ik ook de uitkomsten van het gesprek met SMK.


  1. www.maatlatduurzameveehouderij.nl, (https://www.maatlatduurzameveehouderij.nl/certificeren/melkveestallen/)↩︎