Onvolledige afname doorstroomtoets Stichting Spaarnesant en Samen Katholieke Scholen
Primair Onderwijs
Brief regering
Nummer: 2025D06961, datum: 2025-02-19, bijgewerkt: 2025-02-19 13:50, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31293 -783 Primair Onderwijs.
Onderdeel van zaak 2025Z03055:
- Indiener: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-02-20 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-13 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
---|
Datum | 19 februari 2025 |
---|---|
Betreft | Onvolledige afname doorstroomtoets Stichting Spaarnesant en Samen Katholieke Scholen |
Onderwijsprestaties en Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon |
Onze referentie 50408170 |
Op 7 februari jl. heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) mij geïnformeerd dat op vier basisscholen de doorstroomtoets bij een zeer groot deel van de leerlingen niet is afgenomen. Het gaat om basisschool De Molenwiek, bassischool De Peppelaer en IKC De Argonauten van Stichting Spaarnesant in Haarlem en de Matthieu Wiegmanschool van Samen Katholieke Scholen in Alkmaar. De inspectierapporten zijn vandaag gepubliceerd en daarom informeer ik uw Kamer nu over de bevindingen van de inspectie en oplegging van een spoedaanwijzing die de besturen oproept om, in het belang van hun leerlingen, de doorstroomtoets alsnog bij alle leerlingen af te nemen.
Achtergrond doorstroomtoets en bijstellen
Door middel van de in 2022 door uw Kamer aangenomen en in 2023 in werking getreden Wet doorstroomtoetsen po is wettelijk verankerd dat de doorstroomtoets door iedere groep 8-leerling verplicht moet worden gemaakt, tenzij een leerling valt onder een wettelijke ontheffingsgrond. De doorstroomtoets is een belangrijk onderdeel van het aanmelddossier voor de middelbare school en is een tweede, objectief gegeven bij het schooladvies. Het biedt een aanvullend perspectief omdat het laat zien waar de leerling op dat moment staat. Scholen moeten het advies in principe bijstellen als uit de toets blijkt dat een leerling méér uitdaging aankan, tenzij bijstelling niet in het belang van de leerling is. Hiermee wordt onderadvisering tegengegaan, om kinderen een eerlijke kans te bieden bij de overgang naar de middelbare school. Dat is nodig: onderzoek wijst uit dat bepaalde kinderen, zoals meisjes, leerlingen uit gezinnen die het financieel moeilijk hebben en leerlingen buiten de randstad vaak worden onderschat. Uiteindelijk bepaalt de school zo samen met de leerling en de ouders, met het advies van de doorstroomtoets erbij, de meest passende plek voor een leerling. De doorstroomtoets is daarom een essentieel onderdeel van de afsluiting van de basisschoolperiode en de overgang naar de middelbare school.
Situatie op deze scholen met betrekking tot de doorstroomtoets
Desondanks hebben deze scholen de afgelopen periode actief de mogelijkheid geboden aan ouders om hun kind(eren) juist niet deel te laten nemen aan de doorstroomtoets: de toets werd alleen afgenomen als ouders daarom vroegen. De scholen hebben ouders zo onjuist geïnformeerd over het verplichte karakter van de toets. Ook wordt leerlingen het aanvullende perspectief van de toets en een eventuele bijstelling van het advies naar aanleiding hiervan ontnomen. Naar aanleiding van signalen hierover heeft de inspectie beide besturen de afgelopen maanden meermaals met klem verzocht zich te houden aan de wet. Op 4 februari jl. heb ik aanvullend daarop zelf contact gezocht met de bestuurders van de betreffende scholen en hen er nadrukkelijk op gewezen dat zij handelen in strijd met geldende wet- en regelgeving en hen gevraagd – voorafgaand aan het geplande afnamemoment – de toetsen bij alle leerlingen af te nemen. Toch hebben de besturen tot op heden hun besluit niet gewijzigd.
De inspectie heeft bij de twee besturen en op de vier betreffende scholen onderzoek gedaan op 5 februari jl., na afloop van het geplande afnamemoment. Daaruit is gebleken dat een zeer groot deel van de leerlingen de doorstroomtoets zonder geldige wettelijke reden niet heeft gemaakt. De inspectie concludeert dat de scholen in strijd met de wet hebben gehandeld en zich bewust waren van de onrechtmatigheid hiervan. Omdat de besturen van de scholen op deze manier onvoldoende zorgdragen voor een deugdelijke afsluiting van het onderwijs, constateert de inspectie dat er sprake is van een wezenlijk vermoeden van wanbeheer.1 Vanwege de urgentie heeft de inspectie haar bevindingen vastgelegd in spoedrapporten.
Op basis van de bevindingen in haar rapport heeft de inspectie mij op 7 februari jl. gemeld dat ze beide casussen escaleert naar fase E. Dit is de hoogste en meest urgente fase in het toezicht, waarin door mij maatregelen genomen kunnen worden die buiten de bevoegdheid van de inspectie vallen. Na afloop van de reguliere afnameperiode heeft de inspectie nogmaals onderzoek gedaan en haar bevindingen op 14 februari jl. in aanvullende spoedrapporten vastgelegd. Daaruit is gebleken dat de scholen de doorstroomtoets ook in de laatste week niet door alle leerlingen hebben laten maken.
Vervolgstappen
De doorstroomtoets is er gekomen na een zorgvuldig proces, ook met instemming van uw Kamer en het veld. Desondanks staat het iedereen natuurlijk vrij om te discussiëren over de vorm en invulling van de doorstroomtoets en over het nut en de noodzaak van toetsen in het algemeen. Dat gebeurt dan ook maatschappelijk en politiek. Zo onderzoek ik op verzoek van uw Kamer wat er nodig is om terug te gaan naar één doorstroomtoets en hoe de toets weer primair ten dienste kan komen te staan van de ontwikkeling van de leerling en de ondersteuning van de leerkracht.2 In april kom ik daar bij uw Kamer op terug. Ik blijf graag met scholen en besturen in gesprek over de best passende manier van toetsen in het algemeen en de doorstroomtoets in het bijzonder. Ik heb daarom de twee besturen, die in hun mondelinge zienswijze hebben aangegeven de opvattingen van de Kamer te delen, een gesprek aangeboden met mijn ministerie.
Feit is echter wel dat de wet moet worden nageleefd, in het belang van leerlingen. Ik vind het buitengewoon ernstig dat schoolbesturen in Nederland willens en wetens de wet overtreden. Helaas zie ik mij dan ook genoodzaakt Stichting Spaarnesant en Stichting Samen Katholieke Scholen door middel van een spoedaanwijzing te dwingen tot naleving van de wet. Een spoedaanwijzing is in dit geval noodzakelijk vanwege de vereiste snelheid: de doorstroomtoets kan slechts tot en met 7 maart worden afgenomen. Op 10 februari jl. heb ik mijn voornemen aan beide besturen kenbaar gemaakt. Op 14 februari jl. hebben de besturen hierop hun zienswijze ingediend. Na bestudering hiervan heb ik gisteren de spoedaanwijzing definitief opgelegd. De opdracht aan de besturen is duidelijk: zorg ervoor dat de groep 8-leerlingen die de doorstroomtoets nog niet hebben gemaakt dit alsnog doen, zodat ook zij hun basisschoolperiode goed afronden. De besturen kunnen hiervoor gebruik maken van de inhaalperiode, die nog loopt tot en met 7 maart. De besturen moeten hier ook helder over communiceren naar ouders. Als de maatregelen in deze spoedaanwijzing niet worden nageleefd, kan ik een bekostigingssanctie opleggen die kan oplopen tot een volledige inhouding van de maandelijkse bekostiging. Uiteraard hoop ik van harte dat het niet zover hoeft te komen en dat beide besturen in het belang van hun leerlingen zullen besluiten de wet na te leven.
Vanzelfsprekend informeer ik uw Kamer nader over deze casus zodra daar aanleiding toe is.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Mariëlle Paul