Voortgangsrapportage Hersteloperatie toeslagen
Bijlage
Nummer: 2025D07760, datum: 2025-02-21, bijgewerkt: 2025-02-21 15:46, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Voortgangsrapportage Hersteloperatie toeslagen over de periode september - december 2024 (19e VGR) (2025D07759)
Preview document (🔗 origineel)
VOORTGANGSRAPPORTAGE
HERSTELOPERATIE
TOESLAGEN
september - december 2024
(19e VGR)
Inleiding
Hierbij ontvangt u de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen (VGR). Deze rapportage schetst de voortgang van de hersteloperatie over de periode september tot en met december 2024 en relevante ontwikkelingen. De peildatum van deze rapportage is 31 december 2024.
Het doel van de hersteloperatie is het erkennen van het onrecht dat toeslagenouders is aangedaan, financiële compensatie te bieden voor gemaakte fouten, geleden schade te vergoeden en gedupeerden en hun gezin in staat te stellen verder te gaan met hun leven.
De hersteloperatie is een samenwerking tussen verschillende uitvoeringspartijen, zoals de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT), de gemeenten, verenigd in de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), de Sociale Banken Nederland (SBN), publieke schuldeisers, adviescommissies, Stichting Gelijkwaardig Herstel (SGH) en diverse andere betrokken partijen. Voor iedereen die bijdraagt aan de hersteloperatie, staan de ouders en kinderen voorop.
Aan het begin van deze rapportage vindt u een dashboard dat de belangrijkste ontwikkelingen in de hersteloperatie weergeeft, samen met de voortgang die is geboekt. Hoofdstuk 1 van deze rapportage gaat in op de voortgang in het werk van UHT en de commissies en de SGH voor degenen die zich voor financieel herstel aanmelden. Dat heeft onder meer betrekking op de eerste toets, de integrale beoordeling, de compensatie van aanvullende schade, de bezwaarprocedures en de verstrekking van dossiers. Hoofstuk 2 gaat over het emotioneel herstel van gedupeerden en hun gezin, en de bijbehorende brede ondersteuning. Hoofdstuk 3 gaat in op regelingen voor aanvullende doelgroepen, zoals kinderen, ex-toeslagpartners en nabestaanden. De schuldenaanpak komt aan de orde in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 tenslotte gaat over de organisatie van de herstelorganisatie, over samenwerking met de verschillende partners en over de financiën. Dit laatste hoofdstuk gaat ook in op de inbreng van de Oudercommissie en de manier waarop opvolging wordt gegeven aan hun adviezen.
Parallel aan het opstellen van deze voortgangsrapportage is ook het adviesrapport van de commissie Van Dam verschenen. De commissie heeft aanbevelingen gedaan op een aantal punten waarover in de voortgangsrapportages wordt gerapporteerd, zoals schadeherstelroutes, bezwaarafhandeling, dossierverstrekking en brede ondersteuning door gemeenten. Over de opvolging van de aanbevelingen van de commissie Van Dam wordt uw Kamer separaat geïnformeerd.
De staatssecretaris van Financiën – Herstel en Toeslagen
Sandra Palmen
Den Haag, 21 februari 2025
Bijlagen
Lijst via deze VGR afgeronde toezeggingen hersteloperatie
Lijst lopende toezeggingen hersteloperatie
Lijst via deze VGR afgeronde moties hersteloperatie
Lijst lopende moties hersteloperatie
Brief CWS en Rapport “CWS 2.0 – Verdiepend onderzoek”
Evaluatie mediation in bezwaar
Eindrapportage evaluatie aanvullend schuldhulpverleningsaanbod
Bijdrage van de Oudercommissie
Inhoud
1. Financiële compensatie voor gedupeerden kinderopvangtoeslag 6
1.1. Aanmelding en eerste toets 6
1.2. Integrale beoordelingen 7
1.3. Aanvullende schadeafhandeling na de integrale beoordeling 9
1.5. Ingebrekestellingen, beroepen niet-tijdig beslissen en inhoudelijke procedures 14
2.1. Ondersteuning op de vijf leefgebieden door gemeenten 17
2.2. Ouders in het buitenland 18
2.3.1. Emotioneel herstel kinderen en jongeren 19
2.4. Maatschappelijk herstel: vertrouwen in de overheid 20
3.4. Huur en zorgtoeslag en kindgebonden budget (HZK) 22
4.3 Voortgang Loket Al betaalde schulden 29
4.4 Hulp bij lopende schuldregelingstrajecten (Wsnp/Msnp) 31
4.5 Hulp bij zakelijke schulden en faillissementen 32
5. Organisatie, samenwerking en financiën 33
5.1. Inrichting uitvoeringsorganisatie 33
5.2. Fouten en herstelacties 33
5.4. Stakeholders hersteloperatie 34
5.5. Juridische bijstand voor ouders 35
Financiële compensatie voor gedupeerden kinderopvangtoeslag
De eerste inzet van de hersteloperatie is gericht op het bieden van financieel herstel aan gedupeerde ouders: ruimhartig compenseren voor gemaakte fouten en de geleden schade vergoeden. Naar verwachting heeft UHT eind 2025 alle integrale beoordelingen gedaan. Daarnaast wordt volop ingezet op de aanvullende schadeherstelroutes voor ouders die na de integrale beoordeling in aanmerking komen voor vergoeding van aanvullende schade, met als doel een snellere afronding van het financieel herstel voor de ouders. Het is de ambitie van het kabinet om eind 2027 alle aanvullende schade voor gedupeerde ouders te hebben vergoed.
Aanmelding en eerste toets
De aanmeldtermijn voor herstel kinderopvangtoeslag sloot 31 december
2023. Er meldden zich 69.251 ouders aan (inclusief aanmeldingen met
verschoonbare termijnoverschrijding). Ouders die zich hebben aangemeld
krijgen nu direct toegang tot brede ondersteuning van hun
gemeenten.
De Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) kijkt in een eerste
toets of er aanwijzingen zijn dat een ouder gedupeerd is. Als uit de
eerste toets blijkt dat gedupeerdheid aannemelijk is, ontvangen deze
ouders direct €30.000. Op de uitvoering van de eerste toets is in de
loop van de tijd steeds meer versnelling gerealiseerd en per 31 december
2024 is een belangrijke mijlpaal behaald: vrijwel alle eerste toetsen
zijn afgerond.
Per 31 december 2024 zijn vrijwel alle eerste toetsen afgerond. Sinds 1 oktober 2024 zet UHT nieuwe aanmeldingen met een verschoonbare termijnoverschrijding, vanwege het lage aantal, direct door naar de integrale beoordeling, waar deze binnen een half jaar worden behandeld. Hiermee krijgen ouders nog steeds snel duidelijkheid en kan UHT het eerste onderdeel van het herstelproces afronden.
Integrale beoordelingen
Na de eerste toets krijgt een ouder een integrale beoordeling (IB), ongeacht of deze in de eerste toets als gedupeerde is aangemerkt of niet (tenzij de ouder aangeeft af te zien van een verdere beoordeling).
Afgelopen jaren is met verschillende maatregelen invulling gegeven aan persoonlijk contact met ouders en het eerder duidelijkheid bieden. Tevens is meer ruimte gegeven aan de persoonlijk zaakbehandelaar. De volgende maatregelen zijn genomen, naast personele opschaling:
Meer informatie en afstemming tijdens de IB. De persoonlijk zaakbehandelaar investeert in het goed begeleiden en informeren van de ouder tijdens de IB. Ook wordt de tijd genomen voor het luisteren naar en opschrijven van het ouderverhaal. De PZB’er biedt gedupeerde ouders excuses aan namens de rijksoverheid. Daarnaast krijgt de ouder nu standaard een compact IB-formulier en desgevraagd het ouderdossier. Hierin staat wat er per toeslagjaar is gebeurd en waarom een ouder in dat jaar wel of niet als gedupeerde is aangemerkt. Dit is onderdeel van de op de zaak betrekking hebbende stukken.
Inzet op het voorkomen van bezwaren (zie ook paragraaf 1.4). Ouders kunnen een zienswijze geven op de vooraankondiging van het besluit op hun situatie. Daarnaast zijn de brieven voor ouders en de uitleg van de compensatieberekening begrijpelijker gemaakt.
Er is vanaf medio 2023 een extra werkstroom IB gerealiseerd waar een persoonlijk zaakbehandelaar ook de beoordeling doet, met een vierogen principe. Dit om de beoordeling te versnellen, zodat ouders eerder aan de beurt komen. Voor de oorspronkelijke als deze nieuwe werkstroom gelden dezelfde kwaliteitscriteria en waarborgen, waaronder een plek voor advies van de Commissie van Wijzen (CvW, zie later deze paragraaf).
Ouders in urgente situaties krijgen altijd voorrang. Wanneer bijvoorbeeld gemeenten of Stichting Lotgenotencontact aangeven dat een ouder versneld behandeld moet worden, dan doet UHT dat. Een ouder kan hiervoor zelf ook contact opnemen met het Serviceteam van UHT.
Dankzij deze maatregelen is de IB versneld en de kwaliteit van de ouderinteractie verbeterd. In 2024 kregen ruim 22.500 ouders een vooraankondiging van de uitkomst van de integrale beoordeling (inclusief afmeldingen). Ter vergelijking: in 2023 waren dat er ca. 14.500.
Eind 2024 heeft 83% van de aangemelde ouders (bijna 57.500) een vooraankondiging of definitieve beschikking van de integrale beoordeling ontvangen. De ambitie van het afronden van 57.000 integrale beoordelingen in het eerste kwartaal van 2025 is hiermee gerealiseerd.
Eind december heeft 77% van de aangemelde ouders (53.265) een definitieve beschikking voor de integrale beoordeling (inclusief afmeldingen).
Tabel Aanmeldingen, beoordelingen en uitbetalingen (stand 31 december 2024)
Categorie | Stand per 31 dec 2024 |
Realisatie sept.-dec. 2024 |
Realisatie 2024 |
---|---|---|---|
Aantal aanmeldingen | 69.251 | 202 | 875 |
Aantal aanvragers waarvan eerste toets is gedaan. | 68.216 | 602 | 4.067 |
Aantal afgeronde beoordelingen1 | 57.479 | 7.378 | 22.568 |
Waarvan: 1. Integrale beoordeling |
48.900 | 7.000 | 21.682 |
Waarvan: 2. Ouder/aanvrager ziet af van integrale beoordeling |
8.579 | 378 | 886 |
Aantal ouders dat gedupeerde KOT is | 40.342 | 2.584 | 7.161 |
Aantal uitbetalingen van minimaal €30.000 | 39.923 | 2.423 | 6.919 |
Tabel Uitsplitsing beoordeelde ouders (stand 31 december 2024)
Stand per 31 dec 2024 |
Realisatie 2024 | |
---|---|---|
Totaal aantal afgeronde beoordelingen | 57.479 | 22.568 |
Waarvan: 1. Integrale beoordeling |
48.900 | 21.682 |
Waarvan: 2. Ouders/aanvragers die zelf afzien van integrale beoordeling |
8.579 | 886 |
|
3.322 | 311 |
2B. Ouder/aanvrager ziet na afwijzing bij eerste toets af van integrale beoordeling | 4.819 | 536 |
2C. Overige aanvragers die afzien van beoordeling | 438 | 39 |
Erkend gedupeerde ouders
Tot en met eind december 2024 is voor ruim 40.300 ouders in de eerste toets of in de integrale beoordeling vastgesteld dat zij gedupeerde zijn. UHT heeft voor veruit het grootste deel van de nu bekende gedupeerde ouders een integrale beoordeling gedaan: 92% heeft een vooraankondiging of een definitieve beschikking van de integrale beoordeling ontvangen of zich voor deze beoordeling afgemeld. Gemiddeld is aan deze ouders in de eerste toets en integrale beoordeling circa € 40.700 toegekend.
Aantal gedupeerde ouders per 31 dec 2024 |
Bedrag KOT |
---|---|
22.478 | t/m € 30.000 |
9.972 | € 30.001 t/m € 60.000 |
3.117 | € 60.001 t/m € 90.000 |
1.634 | meer dan € 90.000 |
Totaal aantal gedupeerde ouders waarvoor IB is gedaan (inclusief afmeldingen): 37.201 | Gemiddeld bedrag (per gedupeerde ouder): € 40.665 |
Na een “nog geen gedupeerdheid vastgesteld” bij de eerste toets kan er in de integrale beoordeling een “wel gedupeerd” komen. Tot en met eind 2024 is dit bij circa 11.000 ouders het geval. in de integrale beoordeling is meer tijd en informatie beschikbaar om de situatie te beoordelen en er ook meer ruimte voor de ouder is om zijn verhaal te doen.
Planning
Er zijn circa 11.800 nog uit te voeren beoordelingen voor aangemelde
ouders, waarvan er 7.000 in behandeling zijn. De integrale beoordeling
duurt van start tot afronding zo’n 3-6 maanden. Daarnaast krijgen in
2025 circa 4.200 ouders met een vooraankondiging IB een definitieve
beschikking. Hoewel de verwachting is dat er nog relatief veel tijd en
werk in gaat zitten om sommige resterende aanvragen af te kunnen
handelen, ligt UHT op koers om in 2025 de integrale beoordelingen af te
ronden.
Commissie van Wijzen
De Commissie van Wijzen (CvW) brengt onafhankelijk advies uit over
voorgenomen afwijzingen voor compensatie voor één of meerdere jaren
waarvoor ouders om compensatie verzoeken. In de maanden augustus tot en
met december 2024 zijn circa 3.600 dossiers aangemeld bij en afgerond
door de CvW. Het percentage zaken waarin de CvW afwijkend van UHT
adviseert ligt momenteel rond 4%. De doorlooptijden bij de CvW zijn
onveranderd kort (gemiddeld circa 2 dagen).
Aanvullende schadeafhandeling na de integrale beoordeling
In de IB ontvangen ouders als onderdeel van hun financiële compensatie ook een materiële en immateriële schadevergoeding. Deze bedragen zijn echter niet voor alle ouders voldoende om recht te doen aan de schade die zij hebben ondervonden. Het verlies van bijvoorbeeld een baan, een eigen huis, gezondheid of dierbaar bezit proberen we zo rechtvaardig en ruimhartig mogelijk te compenseren via één van de beschikbare schadeherstelroutes, die allemaal verschillend op een voor de ouder passende manier de aanvullende schade bepalen.
In totaal hebben 1.286 gedupeerde ouders hun gebleken aanvullende schade gecompenseerd gekregen via één van de routes (peildatum 31 december 2024).
De commissie Van Dam worden doet in haar adviesrapport een aantal aanbevelingen over de toekomst van de schaderoutes en het schadekader. De kabinetsreactie op de aanbevelingen van de commissie Van Dam worden separaat aan uw Kamer gezonden.
Aanmeldportaal en pilot digitale schaderoute
In december 2024 is gestart met het gefaseerd livegaan van het aanmeldportaal voor aanvullende schade. Reeds 400 ouders zijn hierdoor in de gelegenheid gebracht zich aan te melden in een digitale omgeving waarin ze ook geïnformeerd worden over de verschillende schaderoutes.
Tegelijkertijd met de gefaseerde livegang van het aanmeldportaal is een pilot gestart van de eerder aangekondigde volledig digitale schadevergoedingsroute. De eerste bevindingen van deze digitale route zijn onderdeel van het spoedadvies Van Dam over de hersteloperatie.
Stichting Gelijkwaardig Herstel (SGH)
Op 20 december 2024 bent u geïnformeerd over de huidige stand van zaken met betrekking tot de SGH-route, de door SGH gedeelde zorgen over het heropstartproces en een gezamenlijke reflectie van SGH en het ministerie op de wijze waarop deze zorgen worden ondervangen.2 Deze stand van zaken is tot op heden ongewijzigd.
Het aantal getekende VSO’s in deze periode lag lager dan mocht worden verwacht, gelet op het opschalingsplan van de SGH. Het ministerie en de SGH zijn intensief in gesprek met het oog op verhoging van de output van de SGH en het kabinet blijft hoopvol dat het SGH lukt verder op te schalen in de komende periode. Tevens wordt verwezen naar de kabinetsreactie op het advies van de commissie Van Dam over de aanvullende schaderoutes.
Commissie Werkelijke Schade (CWS)
Voor gedupeerde ouders die een verzoek tot compensatie van hun aanvullende schade indienen, maakt de Commissie Werkelijke Schade (CWS) een precieze, individuele schadeberekening.
De CWS adviseert met het nieuwe schadebeleid en de nieuwe werkwijze sneller en ruimhartiger. Daardoor is de afgesproken productie gehaald en is eind 2024 het gemiddelde van 15 adviezen per week gerealiseerd. De productie van CWS is zo goed als verdubbeld ten op zichtte van 2023. In de periode september – december 2024 heeft CWS 224 adviezen afgerond. In 2024 heeft de CWS in totaal 432 adviezen afgerond ten opzichte van 222 in 2023.
De huidige productieverhoging van CWS is niet voldoende om zelfstandig de kabinetsdoelstelling van afronding eind 2027 te behalen. O.a. de verwachte instroom van ouderverzoeken is onzeker en het is onduidelijk in welke mate ouders voor alternatieve routes kunnen en gaan kiezen.
De CWS-productiecijfers wijken af van het aantal beschikkingen door de UHT omdat niet ieder CWS-advies leidt tot een beschikking van UHT. Hiervoor zijn verschillende redenen, zoals:
CWS adviseert UHT ook in geval van bezwaar.
Het komt voor dat ouders na vaststelling door de Commissie hun verzoek intrekken en voor een ander schadetraject kiezen.
Het nieuwe beleidskader is eenvoudiger (forfaitaire bedragen) en ruimhartiger, hetgeen bijdraagt aan de versnelling. De geadviseerde schadevergoedingen zijn als gevolg van het aangepaste beleid gemiddeld hoger. In de eerste 4 maanden van 2024 was de gemiddelde vergoeding €12.788, in de tweede 4 maanden €27.863 en in de laatste 4 maanden €27.897.
Tabel 1.3 Werkelijke schade (cijfers 31 december 2024, aantallen zijn cumulatief)
2 dec 2021 |
1 apr 2022 |
1 juli 2022 |
30 sep 2022 |
31 dec 2022 |
30 apr 2023 |
31 aug 2023 |
31 dec 2023 |
30 apr 2024 |
31 aug 2024 |
31 dec 2024 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal aangemeld bij CWS | 423 | 647 | 773 | 910 | 1.102 | 1.468 | 1.943 | 3.035 | 3.815 | 4.492 | 5.499 |
Aantal adviezen door CWS, exclusief advies op bezwaar | 79 | 157 | 197 | 237 | 276 | 337 | 389 | 448 | 521 | 641 | 853 |
Aantal beschikkingen door UHT | 69 | 114 | 143 | 213 | 257 | 308 | 368 | 438 | 497 | 540 | 736 |
Aantal intrekkingen | 3 | 51 | 87 | 137 | 139 | 136 | 133 | 134 | 142 | 232 | 295 |
Hoogte aanvullende schadevergoedingen | Aantal beschikkingen |
---|---|
Geen aanvullende schadevergoeding | 103 |
< € 30.000 | 472 |
€ 30.000 - € 60.000 | 117 |
> € 60.000 | 44 |
Totaal | 736 |
Jaren | Totale vergoeding | Aantal beschikkingen |
---|---|---|
2021 | €1.627.293 | 68 |
2022 | €3.567.505 | 184 |
2023 | €3.067.307 | 186 |
2024 | €7.420.420 | 298 |
Totaal | €15.682.525 | 736 |
CWS heeft de ambitie verder te versnellen en te verbeteren om ouders sneller te kunnen helpen. Afgelopen najaar is de Boston Consulting Group (BCG) gevraagd om het adviesproces van de CWS te analyseren en concrete aanbevelingen te doen. Na een 0-meting heeft BCG in december 2024 verbeterpunten in kaart gebracht. Deze zien, naast het al eerder doorgevoerde vereenvoudigde schadekader, op de productiviteit van medewerkers en vereenvoudiging van werkprocessen. Deze punten worden vanaf januari 2025 nader geconcretiseerd en waar mogelijk doorgevoerd.
De commissie Van Dam doet in haar adviesrapport ook aanbevelingen over de CWS-route. De kabinetsreactie op de aanbevelingen van de commissie Van Dam worden separaat aan uw Kamer gezonden.
Regieroute VSO
De Regieroute VSO is opgezet als route waarin de ouder ten opzichte van de CWS meer invloed heeft op het proces en de inhoud. Het traject past bij ouders met behoefte aan maatwerk (een individuele schadeberekening), die goed inzicht hebben in hun werkelijke schade en bereid zijn te schikken door middel van een vaststellingsovereenkomst (VSO) tegen finale kwijting. De Regieroute VSO wordt uitgevoerd door een team binnen het ministerie van Financiën.
Regieroute VSO / 2024 | September | Oktober | November | December |
---|---|---|---|---|
Aantal ouders in VSO traject | 34 | 40 | 50 | 71 |
Aantal afgesloten VSO’s | 2 | 6 | 7 | 4 |
Geen akkoord na schikkingsvoorstel | 1 | 1 | 0 | 0 |
Gestopt tijdens traject | 2 | 0 | 0 | 0 |
Bezwaarproces
Belanghebbenden die het niet eens zijn met een besluit van UHT kunnen daartegen in bezwaar gaan. UHT heeft tot en met 31 december 2024 14.190 bezwaarschriften ontvangen.
De gemiddelde instroom van bezwaren bedroeg in de periode september tot en met december 2024 circa 418 bezwaren per maand.
Bezwaar tegen uitkomst van: | |
---|---|
Eerste Toets | 2.738 |
Integrale Beoordeling | 9.938 |
Kindregeling | 478 |
Werkelijke Schade | 380 |
Overig* | 337 |
Ex-toeslagpartner | 26 |
Afwijzing te late aanmelding | 248 |
Totaal | 14.190 |
* Dit betreft een diversiteit aan onderwerpen, waaronder bezwaren tegen een ingebrekestelling, CWS-
voorschot en de noodvoorziening.
In totaal zijn tot nu toe 5.603 bezwaren afgerond, niet alleen door een beschikking van UHT, maar ook door intrekking van het bezwaar, onder meer na het sluiten van een VSO. Het aantal afgedane bezwaren laat in deze rapportageperiode opnieuw een stijgende lijn zien. Gemiddeld worden er bijna 400 bezwaren per maand afgedaan. Daarmee houdt het aantal afgedane bezwaren zo goed als gelijke tred met de instroom. Hierbij wordt aangetekend dat een aanzienlijk deel van de afgedane bezwaren zag op de eerste toets. De eerste toets bezwaren zijn in 2024 afgerond, behoudens beperkte nieuwe instroom. Het team dat eerste toets bezwaren afhandelde zal zich voortaan richten op bezwaren tegen afwijzende IB-beschikkingen.
Van het totaal aantal bezwaren is 18% gegrond, 11% gedeeltelijk gegrond, 38% ongegrond, 2% kennelijk ongegrond en 7% niet ontvankelijk verklaard. 24% van de bezwaren werd ingetrokken.
Het aantal ongegrondverklaringen in de integrale beoordeling laat een stijgende lijn zien, van de beschikkingen in de integrale beoordeling in de rapportageperiode was 52% ongegrond, afgezet tegen een percentage van 43% op de hele voorraad. Het instroompercentage van bezwaren lijkt in de laatste periode wat te dalen.
Zoals in onder meer de vorige voortgangsrapportage toegelicht, werkt UHT aan de hand van een leercirkel om bezwaren te voorkomen. Opgedane ervaringen in bezwaar worden daarbij teruggekoppeld, waarbij waar nodig aanpassingen plaatsvinden in het primaire proces. In die leercirkel zit een uitgesteld effect, omdat de doorlooptijden van bezwaar lang zijn en UHT daardoor nog relatief veel oude bezwaren afhandelt.
Bezwaren | 2 dec 2021 |
1 apr 2022 |
1 juli 2022 |
30 sep 2022 |
31 dec 2022 |
30 apr 2023 |
31 aug 2023 |
31 dec 2023 |
30 apr 2024 |
31 aug 2024 |
31 dec 2024 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal ingediend | 1.068 | 1.733 | 2.747 | 3.573 | 4.463 | 5.689 | 7.133 | 9.033 | 10.555 | 12.448 | 14.190 |
Aantal afgerond (beoordeeld) | 113 | 289 | 445 | 526 | 708 | 955 | 1.228 | 1.931 | 2.765 | 4.017 | 5.603 |
UHT heeft nog circa 8.017 bezwaren tegen de integrale beoordeling te behandelen. Het streven blijft om de bezwaren tegen de integrale beoordeling eind 2026 afgerond te hebben. Ondanks de sterk gegroeide productiviteit van het bezwarenteam, blijven hiervoor aanvullende maatregelen noodzakelijk. Het kabinet kijkt voor aanvullende mogelijkheden tot versnelling onder andere naar de adviezen van de Commissie Van Dam.
Bezwaarschriftenadviescommissie (BAC)
De BAC heeft tot en met 31 december 2024 1.739 adviezen uitgebracht, daarbij zijn 513 zaken ingetrokken. In de periode september – december 2024 bracht de BAC 383 adviezen uit, tegen 157 in de periode mei - augustus 2024.
UHT legt bezwaren ter advisering voor aan de BAC overeenkomstig hetgeen is vastgelegd in de Instellingsregeling BAC. De BAC kan het bezwaarschrift pas in behandeling nemen als het complete dossier en de beschouwing door UHT zijn aangeleverd. Vervolgens kan UHT pas beschikken nadat de BAC een advies heeft afgegeven. Indien UHT in een uitzonderlijk geval afwijkt van het BAC-advies wordt dit in de beschikking aan de ouder gemotiveerd.
Schikkingsvoorstellen – generieke schikkingsvoorstel
In 2024 zijn er verschillende onorthodoxe maatregelen verkend om de bezwaarvoorraad terug te dringen. Een van die maatregelen is het generieke schikkingsvoorstel van €5.000 dat ziet op IB bezwaren van erkend gedupeerde ouders. Eind 2024 waren er 1.844 erkend gedupeerde ouders benaderd. In deze rapportageperiode zijn er 437 vaststellingsovereenkomsten (VSO’s) afgerond.
Tot en met half maart 2025 zullen naar verwachting 4.800 erkend gedupeerde ouders het generieke schikkingsvoorstel hebben ontvangen. De planning is om de uitvoering van het schikkingsvoorstel eind juni 2025 volledig af te ronden. De aanvankelijke planning van eind april 2024 is bijgesteld, onder meer om advocaten met veel ouders in hun bestand meer tijd te bieden. Hoewel de maatregel zorgt voor een relatief snelle daling van de bezwaarvoorraad, blijft het met een schikking afhandelen van bezwaren zonder de inhoudelijke gronden te hebben bestudeerd geen ideale maatregel.
Schikkingsvoorstellen – individueel schikken
Daarnaast blijft UHT er naar streven om er steeds vaker samen met ouders uit te komen via een individuele vaststellingsovereenkomst (VSO). Dat gebeurt middels mediation voor IB bezwaren in combinatie met werkelijke schade (zie hierna). Maar ook zonder tussenkomst van een mediator wordt steeds vaker tot een oplossing gekomen die wordt vastgelegd in een VSO. Zo zijn er inmiddels in bezwaar werkelijke schade 20 VSO’s gesloten en ook in beroep wordt steeds vaker gebruik gemaakt van een VSO.
Mediation
Op 31 december 2024 waren er 65 bezwaren tegen de integrale beoordeling in behandeling in mediation. Dat betekent dat die bezwaren zich bevinden tussen het intakegesprek en de afronding middels een VSO dan wel een beëindigingsbericht. 54 andere ouders met een IB-bezwaar hebben aangegeven dat zij graag hebben dat UHT hiervoor mediation toepast.
In de afgelopen periode is nadere ervaring opgedaan met het betrekken van aanvullende schade in mediation. Er zijn 93 VSO’s gesloten, waarbij in 30 gevallen aanvullende schade is betrokken.
Door naast de IB ook aanvullende schade te betrekken kan UHT ouders in één keer helpen waar er normaal gesproken twee aparte procedures nodig zijn. Dat wordt onderstreept door een evaluatie van mediation in bezwaar, inclusief het vergoeden van aanvullende schade in het mediationproces. Uit de evaluatie komt naar voren dat de voornaamste bijdrage van mediation binnen het huidige herstelstelsel is dat zowel het IB-bezwaar als de aanvullende schade in één geïntegreerd proces kunnen worden afgehandeld. Wel is de schaalbaarheid van deze wijze van afdoening minder groot dan waar eerder van werd uitgegaan.
Hybride insourcing bezwaarafhandeling UHT
De nadere offerte-aanvraag voor hybride insourcing is in 2024 gepubliceerd en de definitieve gunning heeft op 1 december 2024 plaatsgevonden. Het betreft een resultaatverplichting voor de afronding van 250 dossiers binnen een half jaar. Op 1 februari 2025 gaat de externe partij officieel van start. Zij hebben medewerkers in dienst die als compleet bezwarenteam aan de slag gaan, onder dezelfde kwaliteitseisen als de bezwarenteams van UHT.
Regionale spreiding
Zoals in de vorige voortgangsrapportage is opgenomen breidt UHT de bezwaarbehandeling uit naar andere locaties in het land, in lijn met de motie Flach c.s., die de regering verzoekt te bezien of en hoe het openen van meer fysieke locaties verspreid over het land, zeker voor het afhandelen van bezwaren, kan bijdragen aan het versnellen van de hersteloperatie.
In 2024 zijn er teams in Zwolle en Leeuwarden gestart. In januari 2025 is gestart met een bezwarenteam in Rotterdam en er worden in de eerste helft van 2025 vestigingen geopend in Hoofddorp en Eindhoven. Dichter bij de woonplaats gevestigd zijn, maakt het voor ouders die dat willen eenvoudiger om het gesprek over hun bezwaar met een bezwaarbehandelaar van UHT in persoon te voeren. Het contact van mens tot mens kan bijdragen aan het vinden van een passende oplossing. Bij de selectie van locaties is daarnaast de borging van kennis en kunde betrokken, die cruciaal is voor de kwaliteit en productiviteit van de bezwaarbehandeling. Daarbij wordt ook gekeken naar de samenwerking tussen de bezwaarlocaties en andere onderdelen zoals team beroep.
Ingebrekestellingen, beroepen niet-tijdig beslissen en inhoudelijke procedures
Ingebrekestellingen (IGS)
Als een wettelijke beslistermijn wordt overschreden kunnen ouders UHT in gebreke stellen. UHT
neemt in circa 96% van de gevallen binnen de wettelijke termijn van 10 weken een besluit of de
ingebrekestelling terecht is. In 97% van de gevallen waarin een besluit op de ingebrekestelling is
genomen, betaalt UHT binnen de wettelijke termijn van 16 weken de verschuldigde dwangsom.
UHT beschikte tot op heden op 41.328 ingebrekestellingen en betaalde ruim € 48 miljoen uit aan
dwangsommen.
Tabel Instroom ingebrekestellingen
Jan 2024 | Feb 2024 | Mrt 2024 | Apr 2024 | Mei 2024 |
Jun 2024 |
Jul 2024 |
Aug 2024 |
Sep 2024 |
Okt 2024 |
Nov 2024 |
Dec 2024 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal ingediend | 1.063 | 965 | 987 | 1.037 | 1.095 | 1.048 | 997 | 871 | 897 | 1.104 | 1.179 | 1.210 |
Tabel Totale instroom en afronding ingebrekestellingen
31 dec 2022 |
30 apr 2023 |
31 aug 2023 |
31 dec 2023 |
30 apr 2024 |
31 aug 2024 |
31 dec 2024 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal ingediend | 20.388 | 23.611 | 27.741 | 30.713 | 34.462 | 39.443 | 43.767 |
Aantal afgerond (beoordeeld) |
15.196 | 21.371 | 26.089 | 29.524 | 33.185 | 37.451 | 41.328 |
Dwangsommen | €16.900.958 | €25.109.336 | €29.909.199 | €33.744.797 | €38.718.554 | € 44.049.052 | €48.098.067 |
Beroepen niet tijdig beslissen (BNTB)
Ouders die wachten op een besluit waarvoor de wettelijke beslistermijn is overschreden kunnen na UHT in gebreke te hebben gesteld een beroep indienen bij de rechter wegens niet tijdig beslissen (BNTB). Als de rechter het beroep gegrond verklaart, legt hij UHT een beslistermijn op die moet worden opgevolgd op straffe van een dwangsom. UHT ontving in de rapportageperiode maandelijks gemiddeld 733 BNTB’s. Het betrof in gemiddeld 70% van de gevallen een BNTB wegens het niet tijdig beslissen op bezwaar. Dat aandeel stijgt licht. Voor bezwaar geldt dat vrijwel de gehele productiecapaciteit wordt ingezet voor het opvolgen van rechterlijke beslistermijnen. Dat betekent dat de behandelvolgorde vrijwel volledig wordt bepaald door BNTB’s. Omdat de instroom de capaciteit overstijgt, kunnen ook rechterlijke beslistermijnen in de grote meerderheid van de gevallen niet meer worden opgevolgd. Steeds vaker dienen ouders een tweede of derde BNTB in waaraan door de rechter vaak een hogere dwangsom wordt verbonden. Het bedrag aan dwangsommen dat UHT betaalt op BNTB’s nam mede daarom in de rapportageperiode met circa €12,2 miljoen toe tot ruim €57,6 miljoen.
De rechterlijke beslistermijnen in bezwaarzaken hebben ook de aandacht van rechtbanken. Meerdere rechtbanken, waaronder Rotterdam en Gelderland, hebben ruimere rechtelijke beslistermijnen geboden, op basis van een realistische behandelduur. De rechtbank Rotterdam heeft als benadering een termijn van 40 weken vanaf het verweerschrift in de BNTB-procedure. De rechtbank Gelderland hanteert 81 weken vanaf het indienen van een bezwaarschrift. Tegen beide zaken lopen hoger beroepsprocedures van zowel ouders als UHT bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 23 november jl. zijn deze procedures op een zitting behandeld. De Afdeling is gevraagd aan te sluiten bij de termijn van 81 weken, ook omdat dat tot een eerlijkere behandelvolgorde van bezwaren leidt. De uitspraak in hoger beroep wordt begin 2025 verwacht.
Ook het aantal BNTB’s wegens het niet tijdig beslissen op een verzoek om compensatie voor aanvullende schade is in de afgelopen maanden toegenomen. In geval van een BNTB wegens het niet tijdig vaststellen van de integrale beoordeling neemt UHT in de meerderheid van de gevallen binnen de rechterlijke beslistermijn een besluit. Dat lukt zoals hierboven toegelicht helaas niet bij BNTB’s bij bezwaren tegen de uitkomst van integrale beoordeling en dat lukt UHT ook niet bij BNTB’s in het kader van verzoeken om aanvullende compensatie voor werkelijke schade.
Tabel Instroom BNTB
Jan 2024 | Feb 2024 | Mrt 2024 | Apr 2024 | Mei 2024 |
Jun 2024 |
Jul 2024 |
Aug 2024 |
Sep 2024 |
Okt 2024 |
Nov 2024 |
Dec 2024 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal ingediend | 614 | 620 | 573 | 663 | 677 | 784 | 937 | 683 | 661 | 793 | 747 | 729 |
Tabel Realisatie BNTB bij IB, bezwaar en aanvullende schade
Aantal BNTB | IB | Bezwaar | CWS |
---|---|---|---|
Aantal ingediend | 7.715 | 8.875 | 766 |
Aantal volledig afgerond (beschikking(en) verzonden) |
5.749 | 1.198 | 166 |
Aantal nog niet afgerond | 865 | 7.002 | 544 |
Aantal niet-ontvankelijk/ingetrokken | 1.101 | 675 | 56 |
Inhoudelijke beroepsprocedures
Het kabinet streeft ernaar om niet tegenover ouders te komen staan in de rechtbank en is zeer terughoudend ten aanzien van het zelf aanwenden van rechtsmiddelen door de overheid. Het uitgangspunt is daarnaast om zoveel als mogelijk te voorkomen dat ouders zich genoodzaakt voelen om naar de rechter te stappen. Ook in beroep blijft UHT kijken of er mogelijkheden zijn om aan het beroep of onderdelen daarvan tegemoet te komen. Het streven is om steeds vaker beroepszaken buiten de rechtbank af te doen door met de ouder, vertegenwoordigd door een gemachtigde, tot overeenstemming te komen.
Van de 1.252 procedures bij de rechter betreft het 965 door ouders ingediende inhoudelijk beroepen tegen beslissingen op bezwaar van UHT. Ouders gingen 146 keer in hoger beroep. UHT is drie keer in hoger beroep gegaan (twee keer in 2023 over de termijn bij de beroepen niet tijdig beslissen en één keer begin 2024 over de hardheidsclausule in de Wht). De rechter heeft 536 uitspraken gedaan. In 51 gevallen is het beroep gegrond verklaard, waarvan vijf met instandhouding van rechtsgevolgen. Het aantal inhoudelijke beroepen en hoger beroepen stijgt omdat het aantal afgehandelde integrale beoordelingen en bezwaren toeneemt. De capaciteit van het team van UHT dat inhoudelijke beroepen behandelt staat onder druk als gevolg van de krappe arbeidsmarkt voor hooggekwalificeerde juristen met proceservaring.
Tabel Inhoudelijk beroepsprocedures
30 apr 2023 |
31 aug 2023 |
31 dec 2023 |
30 apr 2024 |
31 aug 2024 |
31 dec 2024 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal ingediend | 118 | 197 | 462 | 610 | 914 | 1.252 |
Aantal uitspraken | 14 | 29 | 155 | 179 | 278 | 536 |
(kennelijk) gegrond | 3 | 8 | 11 | 21 | 32 | 56 |
(kennelijk) niet-ontvankelijk | 4 | 5 | 18 | 15 | 24 | 52 |
(kennelijk) ongegrond | 7 | 16 | 37 | 62 | 111 | 160 |
Overig (incl. intrekkingen) | 17 | 18 | 89 | 81 | 111 | 268 |
Dossiers
Bij ouders bestaat de begrijpelijke wens om inzage te hebben in hun gegevens. Ouders willen weten wat er in het verleden is gebeurd en op basis van welke gegevens UHT al dan niet besluit tot compensatie. Zij hebben hier recht op.
In de integrale beoordeling ontvangt de ouder daarom standaard het informatie- en beoordelingsformulier. Daarin is het feitenoverzicht opgenomen met informatie uit de systemen over wat er per jaar is gebeurd en of en waarom de ouder geld moest terugbetalen. Daarnaast bevat het formulier het ouderverhaal en een analyse en beoordeling per jaar.
Op verzoek kan de ouder desgevraagd daarnaast een ouderdossier ontvangen dat alle mogelijke relevante gegevens uit de systemen van Toeslagen bevat die betrekking hebben op de integrale beoordeling. Als een ouder in behandeling is bij bezwaar of CWS ontvangt de ouder eveneens het ouderdossier. In 2024 zijn in totaal 8.065 dossiers verstrekt.
Schrappen controlestap samenstellen en controlestap anonimiseren
In het debat met uw Kamer op 6 november 2024 heeft voormalig staatssecretaris Achahbar aangegeven verdere maatregelen in te zetten om het proces van dossierverstrekking te versnellen. Het schrappen van de controle nádat het dossier is samengesteld door een medewerker, is reeds in gang gezet. Dit betekent dat de dossiers direct doorgaan naar anonimiseren. Steekproefsgewijs wordt nog wel een kwaliteitscontrole ingezet. De verwachting is dat het effect van deze versnellingsmaatregel in het 1e kwartaal van 2025 merkbaar zal zijn.
Het schrappen van de tweede lakcontrole betekent dat het dossier, direct na het voorwerk van de laksoftware, wordt gecontroleerd en doorgezet voor afronding en verstrekking. De eerste ervaringen met dit versnelde proces zijn positief. In navolging van het advies van de commissie Van Dam worden de voorbereidingen getroffen om op korte termijn de dossiers ongelakt te verstrekken aan advocaten. Over de opvolging van de aanbevelingen van de commissie Van Dam wordt uw Kamer separaat geïnformeerd.
Onderzoeksresultaten ouderdossier
Het ouderdossier is één dossier waarmee zo goed mogelijk in de behoeften van ouders en
gemachtigden wordt voorzien. Het ouderdossier bevat de op de zaak betrekking hebbende stukken zoals onder meer genoemd in artikel 8:42 AWB. De inhoud van dit dossier is met de werkgroep
toeslagenadvocaten afgestemd en wordt sinds april 2024 door UHT verstrekt in de verschillende fases van het herstelproces.
Sinds het vierde kwartaal van 2024 worden de ervaringen verzameld van ouders die een ouderdossier hebben ontvangen om daarmee lessen te trekken om het proces te verbeteren. Er hebben 10 ouders meegedaan, die allen in de bezwaar- of CWS-fase zaten. De (beperkte) resultaten van het onderzoek in het vierde kwartaal van 2024 laten zien dat de hoeveelheid informatie in het ouderdossier groot is en dat het dossier meer vertrouwen geeft en begrijpelijk is. Tegelijkertijd zorgen geanonimiseerde gegevens voor wantrouwen en een gevoel van onvolledigheid. Voor ouders was het niet altijd van tevoren duidelijk welke informatie er in het dossier zou staan, maar was het wel duidelijk bij wie ze terecht kunnen voor vragen over het dossier. Tot slot ervaarden zij het digitaal ontvangen van het dossier als fijn, omdat het veel stukken zijn en digitale opslag veiliger is. Het onderzoek wordt elk kwartaal herhaald en ouders kunnen vrijwillig meedoen. Waar nodig en mogelijk stelt UHT de dossierverstrekking op basis van de input van de ouders bij.
De commissie Van Dam heeft in haar adviesrapport diverse aanbevelingen gedaan over dossierverstrekking. Over de opvolging hiervan wordt uw Kamer separaat geïnformeerd.
De blik vooruit
Naast financiële compensatie en ondersteuning bij het oplossen van schulden geven veel gedupeerde ouders aan meer nodig te hebben om verder te kunnen met hun leven. Er is behoefte aan erkenning, verwerking en heling. De brede ondersteuning door gemeenten op de vijf leefgebieden: financiën, wonen, zorg, gezin en werk, draagt hier aan bij. Dit zijn dezelfde leefgebieden die tezamen de posten van het SGH-kader vormen. Op het gebied van emotioneel herstel zijn voor zowel ouders als kinderen/jongeren diverse ondersteuningsmogelijkheden en initiatieven beschikbaar die samen met hen zijn en worden ontwikkeld.
Ondersteuning op de vijf leefgebieden door gemeenten
(Mogelijk) gedupeerde ouders, erkend ex-toeslagpartners, nabestaanden en kinderen die vallen onder de kindregeling, kunnen – als ze dat willen – in aanmerking komen voor brede ondersteuning op de vijf leefgebieden financiën, wonen, zorg, gezin en werk. Deze ondersteuning nemen gemeenten op in een plan van aanpak dat erop gericht is dat ouders en kinderen verder kunnen met hun leven. De afgelopen jaren is gebleken dat de brede ondersteuning voor ouders en kinderen een essentieel onderdeel is in hun herstel.
In het najaar van 2024 is het wetsvoorstel Wet aanpassing termijnen en nabestaandenregeling hersteloperatie toeslagen behandeld en aangenomen. Hierin waren de maatregelen opgenomen tot introductie van termijnen bij het bieden van brede ondersteuning met het doel om het proces van de brede ondersteuning te uniformeren en meer duidelijkheid te verschaffen aan betrokken partijen, zoals ouders en kinderen, over wat zij van de gemeentelijke ondersteuning kunnen verwachten. De aanpassing biedt ook gemeenten zelf meer houvast bij het bepalen van de reikwijdte van de ondersteuning.3 Concreet betekent dit dat ouders en kinderen vanaf het eerste gesprek met de gemeente gedurende een periode van een half jaar een beroep kunnen doen op materiële ondersteuning. Daarnaast werken ouders en kinderen en de gemeente in een periode van maximaal twee jaar samen toe naar het vervolmaken van het plan van aanpak. Een in het plan toegekende voorziening is niet gebonden aan deze periode van twee jaar. Met ingang van 1 januari 2025 zijn deze maatregelen in werking getreden.
Intensieve hulp
Het Instituut voor Publieke Waarden (IPW) helpt ernstig gedupeerden die te maken hebben met multiproblematiek en die behoefte hebben aan een domein-overstijgende benadering. Het IPW werkt daarbij aan de hand van de Doorbraakmethode. Er zijn tot op heden 1.579 ouders aangemeld bij IPW (peildatum 7 januari 2025). Voor ongeveer 1.300 van hen is een doorbraakplan gemaakt en gerealiseerd. Aanmeldingen bij IPW zijn de afgelopen periode hoofdzakelijk afkomstig van professionals in gemeenten en ouders die ervaren dat ze vastlopen in hun herstel. Maar ook partners zoals het Ondersteuningsteam Ouders in het Buitenland (OTB), lotgenotennetwerken en Stichting Gelijkwaardig Herstel (SGH) dragen situaties aan. In bijna alle gevallen wordt door IPW een haalbare oplossing gevonden voor de meest dringende problematiek en blijven positieve relaties tussen ouders en lokale professionals in stand.
De commissie Van Dam adviseert om voor een bredere groep van circa 2.000 - 3.000 gezinnen die de regie kwijt zijn in te zetten op een meer integrale aanpak. Het kabinet gaat hier nader op in in de reactiebrief naar aanleiding van het commissierapport.
IPW speelt een belangrijke rol in de pilot totaalherstel voor nabestaanden. Hierover leest u meer in hoofdstuk 3.3.
Ouders in het buitenland
Per 31 december zijn er bij het Ondersteuningsteam voor ouders in het buitenland (OTB) 1.278 gezinnen aangemeld uit 43 verschillende landen, waarvan inmiddels voor 343 gezinnen een terugkeer- en/of een ondersteuningstraject is afgesloten. De komende tijd komt er meer focus te liggen op het afronden van ondersteuningstrajecten. Tot nu toe zijn er 227 terugkeertrajecten opgestart waarvan inmiddels 146 ouders/gezinnen teruggekeerden naar Nederland. Ondanks dat het steeds lastiger wordt om een sociale huurwoning te vinden en er bij het verkrijgen van urgentie voor een woning een lange wachttijd is, lukt het in overleg met gemeenten nog steeds om terugkeertrajecten doorgang te laten vinden.
Emotioneel herstel
Emotioneel herstel wordt in de eerste plaats bereikt door ouders en jongeren zelf. Mensen herstellen namelijk op hun eigen manier en in hun eigen tempo. Eigen regie en veerkracht zijn cruciaal voor het emotionele herstelproces van ouders en kinderen. Daarom ondersteunen we veerkracht, eigen kracht, en ervaringsdeskundigheid van ouders op verschillende manieren.
In november 2024 is de bundel ‘Over veerkracht gesproken’ verschenen, met daarin de verhalen van ouders en kinderen. Deze verhalen dragen bij aan de verschuiving van de beeldvorming van ‘gedupeerden’ en ‘slachtoffers’ naar (veer)krachtige burgers. Ook draagt het aanbod van Steunouder bij aan veerkracht; deze organisatie biedt steun in dagelijkse uitdagingen aan inmiddels 80 gezinnen. Deelname aan verschillende herstelinitiatieven, opgezet en uitgevoerd door gedupeerden, hebben voor 600 tot 700 deelnemers (ouders en jongeren) bijgedragen aan emotioneel herstel, erkenning en heling.
Ook na ruim 35.000 contactmomenten, bellen er nog steeds vrijwel dagelijks ouders of jongeren die voor het eerst ondersteuning vragen naar Stichting Lotgenotencontact. Hoewel ouders bellen met vragen over het herstelproces, blijkt regelmatig een achterliggende hulpvraag te gaan over stappen in emotioneel herstel. Daar biedt Stichting Lotgenotencontact een bekend en laagdrempelige ingang.
Ook loopt er een aanbestedingstraject voor een Informatie-, en Verwijscentrum waar ouders, jongeren en kinderen (cultuur-, en traumasensitieve) ondersteuning kunnen krijgen op het gebied van mentale gezondheid en vanuit waar ook doorverwezen kan worden naar specifiek en professioneel zorgaanbod dat goed aansluit bij de behoeften van ouders en jongeren, naast het al bestaande herstelaanbod (brede ondersteuning, lotgenotencontact etc.). Mede naar aanleiding van de motie Van Dijk4, maakt ook laagdrempelige hulp aan jongeren onderdeel uit van dit traject. De inzet is om in het eerste kwartaal van 2025 een opdracht te verstrekken om dit aanbod uit te werken. Wanneer een besluit wordt genomen over zowel het Informatie- en Verwijscentrum als het hulpaanbod, wordt de Kamer hierover geïnformeerd.
In het voorjaar van 2024 werden co-creatiesessies georganiseerd met gedupeerde ouders, ambtenaren en niet-gedupeerden om maatschappelijke herstelideeën te ontwikkelen. In oktober 2024 volgden vervolgsessies waarin twee thema’s werden uitgewerkt tot drie praktische ideeën, met input van gedupeerden over inhoud, uitvoering en planning. Het gaat dan onder andere om ideeën op het gebied van onderwijs, kunst, (culturele) zingeving en zichtbare veranderingen bij de overheid. De plannen zijn echter nog in de beginfase en vereisen meer tijd voor gedetailleerde uitwerking samen met ouders en jongeren.
Emotioneel herstel kinderen en jongeren
Het emotioneel herstel van getroffen kinderen en jongeren verdient blijvende aandacht in de hersteloperatie. Daarom wordt er samen met jongeren gewerkt aan herstel en aan voorzieningen die hen toekomstperspectief geeft om het leven op de rit te krijgen. Zelfregie, transparantie en erkenning staan hierin centraal.
Ook dit kwartaal is er ingezet op het onderhouden en uitbreiden van het netwerk van betrokken jongeren via het Ontwikkelnetwerk Herstel, waarvan inmiddels ruim 150 jongeren lid zijn. Jongeren kunnen met begeleiding hun eigen idee vormgeven dat bijdraagt aan het herstel van henzelf en van andere getroffen jongeren. Daarnaast kunnen getroffen jongeren voor culturele initiatieven bij het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP) een subsidieaanvraag doen voor (begeleiding van) culturele initiatieven. Inmiddels zijn 21 aanvragen gehonoreerd. Ook kunnen jongeren een beroep doen op online zelfhelpmodules van Minddistrict om te werken aan mentaal welzijn, via kindregelingvoorjou.nl. In december 2024 heeft daarnaast de kinderboekpresentatie plaatsgevonden van het kinderboek Berkan en de Boze Brievenfabriek. Dit boek is ontstaan uit de behoefte van ouders om het gesprek met hun kinderen aan te gaan over de (gevolgen van de) toeslagenaffaire en heeft met ouders en (jonge) kinderen vorm gekregen.
De aanmeldtermijn voor het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod is verlengd met zes maanden om jongeren meer tijd te geven om zich aan te melden. Jongeren kunnen zich tot 1 mei 2025 bij hun gemeente melden voor dit aanbod. Naast de verlenging van de aanmeldtermijn wordt het aanbod beter voor het voetlicht gebracht.. Zo wordt op korte termijn de herinneringsbrief gestuurd aan alle kinderen die recht hebben op de kindregeling. In deze brief wordt het hulpaanbod dat er voor hen beschikbaar is opnieuw onder de aandacht gebracht. Daarnaast is er een flyer over brede ondersteuning in een meer dan 40 gemeenten direct bij jongeren (18+) bezorgd. Veel jongeren melden zich na ontvangst van deze flyer bij hun gemeenten. In deze gemeenten woont ruim 60% van de kinderen van 18 jaar en ouder van gedupeerde ouders. Zij komen eventueel in aanmerking voor het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod. Daarnaast wordt in de communicatie over het aanbodrekening gehouden met de bevindingen van het onderzoek dat afgelopen zomer is verricht naar de ervaring met het aanvullend schuldhulpverleningsaanbod. Het onderzoeksrapport treft u in de bijlage.
In een verkenningsproject om laagdrempelige financieel advies aan jongeren mogelijk te maken is de expertise van de SNS Bank op dit gebied het afgelopen jaar ter beschikking gesteld aan getroffen jongeren. Het gebruik van de dienst gaf geen aanleiding om het project verder te continueren. Getroffen jongeren kunnen voor vragen rondom geld en schulden altijd terecht bij hun gemeente, bij Geldfit en Wijzer in geldzaken.
Tijdens het tweeminutendebat op 14 januari jl. heeft NSC voorgesteld een jongerenadviescommissie in te stellen. Sinds de start van de Kindregeling zijn getroffen jongeren intensief en doorlopend betrokken, eerst bij de Number 5 Foundation en de afgelopen drie jaar bij Diversion. Met Diversion is een herstelnetwerk van meer dan 150 jongeren opgezet, dat jongeren de vrijheid biedt om naar vermogen deel te nemen en dat ervoor zorgt dat diverse perspectieven worden gehoord. Omdat deze werkvorm goed functioneert en breed gedragen wordt, heeft een nieuwe jongerenadviescommissie geen toegevoegde waarde.
Maatschappelijk herstel: vertrouwen in de overheid
Niet alleen voor gedupeerde ouders, kinderen en jongeren heeft de toeslagenaffaire impact gehad. Ook niet-gedupeerde burgers hebben gezien en gehoord welke consequenties het handelen van de overheid heeft gehad. Voor gedupeerde ouders én voor alle Nederlandse burgers is het publiekelijk bespreken van het aangedane leed, de principes of patronen die daartoe hebben geleid en de lessen die zijn geleerd essentieel.
Het herstel van vertrouwen in de overheid is een wezenlijk onderdeel van het hoofdlijnenakkoord. Daarom is geïntensiveerd op de interdepartementale samenwerking en vooral de relatie met zowel gedupeerde ouders als met de rest van de samenleving. Het herstel van vertrouwen in de overheid overstijgt de reikwijdte van deze hersteloperatie. Dit is onderdeel van een rijksbrede strategie van herstel en vertrouwen, waar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het voortouw in neemt.
Onder regie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is in dit kader een kennisnetwerk opgericht om het lerend vermogen van de overheid te verbeteren en toekomstige fouten te voorkomen; het leernetwerk erkenning en herstel. Dit netwerk richt zich op het delen van ervaringen en het verbeteren van wetgeving, beleid en de cultuur binnen de overheid. De hersteloperatie en de lessen die we daaruit leren, zijn onderdeel hiervan.
Aanvullende regelingen
Vanuit de gedachte dat de toeslagenaffaire niet alleen de aanvrager van kinderopvangtoeslag raakt, maar het hele gezin erom heen ook, zijn er regelingen getroffen voor kinderen, ex-toeslagpartners en nabestaanden. Daarnaast is een regeling opgezet voor mensen die in het verleden zijn benadeeld bij de huur- en zorgtoeslag en het kindgebonden budget (HZK).
Kindregeling
De kindregeling is bedoeld als steun in de rug voor kinderen van gedupeerde ouders.5 Ook zij hebben vaak moeilijke dingen meegemaakt als gevolg van het onrecht dat hun ouder(s) is aangedaan. De kindregeling bestaat uit een geldbedrag, waarvan de hoogte afhankelijk is van de leeftijd van het kind op 1 juli 2023 en maximaal €10.000 bedraagt. Aanvullend kunnen kinderen en jongeren gebruik maken van de regeling voor brede ondersteuning door de gemeente waarin zij wonen.
Van de op 31 december 2024 bij UHT bekende 113.539 kinderen (zowel ambsthalve bekend als aanvragers) hebben er 105.533 (93%) een beschikking ontvangen. Aan 101.223 van hen is ook al een tegemoetkoming betaald.
Van de 8.928 kinderen die zichzelf hebben gemeld bij UHT (aanvragers) ontvingen 8.313 kinderen inmiddels een beschikking. Kinderen konden zichzelf in ieder geval aanmelden voor de regeling tot en met 31 december 2024. Kinderen van gedupeerde ouders die pas recentelijk zijn erkend kunnen zich nog steeds aanmelden.6 De groep kinderen en jongeren die in aanmerking komt voor de kindregeling blijft dus nog langzaam groeien. Dat betrof in de rapportageperiode ongeveer 1.500 kinderen per maand.
Voor de groep minderjarige kinderen waarvan onduidelijk is wie op dit moment gezag over hen heeft is er contact met Veilig Thuis, Jeugdzorg Nederland, rechtbanken, de Raad voor de Rechtspraak en het Ondersteuningsteam Buitenland om zoveel mogelijk kinderen te kunnen beschikken en uit te betalen. Het uitgangspunt is de kindregeling zoveel mogelijk af te ronden in 2025. In 2026 volgen vervolgens de laatste beschikkingen, als gevolg van de instroom van ouders die later zijn erkend als gedupeerde7 en het feit dat hun kinderen daardoor ook in aanmerking komen voor de kindregeling.
Ex-toeslagpartners
Voormalig toeslagpartners van een gedupeerde aanvrager van kinderopvangtoeslag die voldoen aan de criteria om aangemerkt te worden als ex-partner in de zin van de Wht kunnen in aanmerking komen voor geld en hulp. Zij worden gecompenseerd met een forfaitair bedrag van €10.000. Ook kunnen zij nadat dit bedrag is toegekend een beroep doen op brede ondersteuning van de gemeente waarin zij wonen en komen zij in aanmerking voor schuldenaanpak.
UHT stuurt sinds september 2023 ex-toeslagpartners die in beeld zijn een uitnodiging met informatie over de regeling en het verzoek zich aan te melden. Tot en met december 2024 heeft UHT hiervoor 2.929 aanmeldingen ontvangen.
Sinds 4 december 2024 bestaat voor voormalig toeslagpartners die nog geen uitnodiging hebben ontvangen om een aanvraag te doen de mogelijkheid om zelf een aanvraag te doen.8 Dit was al in de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen opgenomen als aanpassing van de Wht, maar nog niet in werking getreden, omdat niet eerder bekend was wanneer dit voor de Dienst Toeslagen uitvoerbaar zou zijn. Er hebben zich inmiddels 1.565 mensen aangemeld. Op een totaal van 4.494 aanmeldingen zijn er 2.931 ex-toeslagpartners beschikt en op 31 december 2024 is aan 2.369 van hen de compensatie uitbetaald.
De regeling voor aanvullende compensatie voor de werkelijke schade voor ex-partners is nog niet
in werking getreden. Er wordt momenteel nog nader onderzoek gedaan naar onder welke voorwaarden en op welke termijn de aanvullende schaderoutes voor ex-toeslagpartners beschikbaar kunnen komen.
Nabestaandenregeling
De nabestaandenregeling bestaat uit twee onderdelen, namelijk de regeling voor nabestaanden van overleden gedupeerde ouders en de nabestaanden van overleden kinderen die bij leven in aanmerking zouden zijn gekomen voor de kindregeling.
Nabestaanden van overleden kinderen
Op 22 april 2024 startte de uitvoering van de regeling voor nabestaanden van overleden kinderen. Begunstigden van de regeling voor nabestaanden van overleden kinderen krijgen een erkenningsbrief en een bedrag dat gelijk is aan de tegemoetkoming binnen de kindregeling. Via een contactkaart zijn bij UHT bekende nabestaanden geïnformeerd en is telefonisch contact gezocht. Circa 530 nabestaanden hebben een aanvraag gedaan. Er zijn inmiddels 490 beschikkingen verzonden.
Nabestaanden van overleden gedupeerde ouders
Naar aanleiding van de gewijzigde motie Leijten is begin november de pilot totaalherstel9 aangekondigd voor nabestaanden. Hierbij gaan het IPW en de UHT samen zorg dragen voor een integrale totaalaanpak die de nabestaanden van overleden gedupeerden centraal stelt.
Medio december 2024 is de Wet aanpassing termijnen en nabestaandenregeling hersteloperatie toeslagen gepubliceerd en kort daarna zijn verschillende daarin voorgestelde maatregelen in werking getreden, waaronder de nabestaandenregeling. UHT is vervolgens op 20 januari jl. gestart met de uitvoering van de regeling voor nabestaanden van overleden gedupeerde ouders, volgens de principes van de pilot totaalherstel. Bij UHT bekende nabestaanden worden proactief benaderd. Nabestaanden krijgen een persoonlijk begeleider, die als vast contactpersoon ervoor moet zorgen dat de stappen in het herstel goed op elkaar aansluiten. Als nog niet vastgesteld was of de aanvrager gedupeerd is, wordt de integrale beoordeling met voorrang gedaan.
Huur en zorgtoeslag en kindgebonden budget (HZK)
De HZK-regeling wordt, zoals eerder aangekondigd, in maart 2025 in uitvoering gebracht.
Schuldenaanpak
De schuldenaanpak moet zoveel mogelijk voorkomen dat ouders, toeslagpartners en erkende (ex)-toeslagpartners10 de compensatie van UHT moeten gebruiken om openstaande achterstanden uit de periode van de toeslagenaffaire op te lossen. De schuldenaanpak verloopt volgens planning. Sinds de start van de schuldenaanpak is er voor 978,6 miljoen euro aan schulden bij de overheid (publieke schulden) kwijtgescholden. Ook zijn er voor 194,5 miljoen euro aan openstaande betalingsachterstanden bij andere organisaties (private schulden) betaald en hebben ouders voor 4,4 miljoen euro aan al betaalde private schulden teruggekregen. Grafiek 4.1 geeft aan hoe deze bedragen zich periodiek hebben ontwikkeld. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de stand van zaken voor de verschillende onderdelen van de schuldenaanpak.
Publieke schulden
Op het moment dat iemand zich aanmeldt als mogelijk gedupeerde ouder pauzeren de publieke schuldeisers de publieke schulden die zijn ontstaan voor 1 januari 2021. Ouders die vervolgens erkend worden als gedupeerde hoeven deze publieke schulden niet meer te betalen. Met uitzondering van strafrechtelijke vorderingen worden de publieke schulden van voor 1 januari 2021 kwijtgescholden. Ouders hoeven hiervoor niets te doen, de uitvoering vindt plaats door de betrokken organisaties. Binnen enkele weken tot maximaal circa 3 maanden informeren de overheidsorganisaties ouders welke schulden kwijtgescholden worden.
Terugblik op de laatste 4 maanden
Ouders voor wie nu nog schulden kwijtgescholden worden, zijn voornamelijk recent erkend als gedupeerde. In de periode september t/m december 2024 ging het om een bedrag van 57,7 miljoen aan kwijtgescholden publieke schulden. In deze periode waren de DUO, Belastingdienst en Dienst Toeslagen de organisaties waar de meeste schulden zijn kwijtgescholden. Grafiek 4.2 geeft de actuele cijfers voor de betrokken organisaties11 weer.
Terugblik op uitvoering van de publieke schuldenaanpak
Sinds de start van de schuldenaanpak is er voor 978,6 miljoen euro aan schulden bij de overheid (publieke schulden) kwijtgescholden. Van de schulden die in aanmerking komen voor kwijtschelding, is op de peildatum 31 december 2024 een totaal van 96% afgerond. De drie organisaties waar de meeste schulden kwijtgescholden zijn sinds de start van de schuldenaanpak, zijn Belastingdienst en Dienst Toeslagen, DUO en CAK.
Onderstaande tabel geeft het verloop van kwijtschelding weer en de verdeling tussen ouders waarvoor er nog een pauzering bij de betrokken organisaties loopt en ouders waarvoor de (gedeeltelijke) kwijtschelding12 is afgerond.
Tabel 4.1 Stand van zaken publieke schulden (peildatum 31 december 2024)
Organisatie |
Aantal ouders en (ex)toeslagpartners met gepauzeerde schulden1 | Waarvan gedupeerd met publieke schulden | Waarvan kwijtgescholden2 | Kwijtgescholden bedrag | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
31 aug 2024 | 31 dec 2024 | 31 aug 2024 | 31 dec 2024 | 31 aug 2024 | 31 dec 2024 | 31 aug 2024 | 31 dec 2024 | |
BD&T | 95.7043 | 91.039 | 55.969 | 61.272 | 54.247 | 60.247 | €463,1 mln. | € 487,3 mln. |
LBIO | 2164 | 290 | 145 | 164 | 161 | 173 | € 158.000 | € 200.000 |
SVB | 2.398 | 2.540 | 1.268 | 1.420 | 523 | 618 | € 887.825 | € 1,08 mln. |
CAK | 23.729 | 23.7296 | 17.101 | 17.1016 | 16.753 | 16.7536 | € 36,2 mln. | € 36,2 mln.6 |
CJIB | 57.696 | 59.352 | 33.485 | 36.013 | 29.971 | 33.444 | € 10,2 mln. | € 10,8 mln. |
DUO | 22.659 | 22.826 | 14.043 | 15.220 | 13.510 | 14.425 | € 398,6 mln. | € 431 mln. |
UWV | 8.160 | 8.464 | 5.032 | 5.490 | 4.9445 | 5.425 | € 11,7 mln. | € 12,4 mln. |
Toelichting bij de tabel 4.1:
1: Sommige (afgeronde) cijfers zijn bij benadering. De aantallen hebben betrekking op de kwijtschelding van publieke schulden door gedupeerde ouders en hun toeslagpartner. Vanaf januari 2024 zijn ook de ex-toeslagpartners meegenomen in deze cijfers.
2: De ouders in deze kolom hadden schulden die volledig
kwijtgescholden konden worden. Voor sommige ouders worden de schulden
niet volledig kwijtgescholden. Bijvoorbeeld wanneer er om
schulden zijn die zijn ontstaan door misbruik of fraude, of schulden van
na de peildatum van 31-12-2020. Deze cijfers zijn niet meegenomen in de
aantallen.
3 Dit getal is hoger dan het aantal aangemelde ouders omdat
toeslagpartners in de cijfers in deze tabel mee worden genomen.
4:Bij LBIO worden uitsluitend lopende zaken van het moment
bijgehouden, die betrekking hebben op kwijtschelding. Het kan dat in een
gepauzeerde zaak afbetaling heeft plaatsgevonden en geen kwijtschelding.
Deze vervalt dan in de registratie en zijn niet meegenomen in de
cijfers.
5: 2.615 van de 5.425 vallen onder het zogeheten moratorium en vallen
dientengevolge buiten de kwijtschelding aangezien de terugvordering
betrekking heeft op schulden die betrekking hebben op perioden vanaf
1-1-2021.
6: Door operationele redenen zijn de cijfers van CAK niet meegenomen voor peildatum 31-12-2024.
Opstart van invorderingsproces van publieke schuldeisers na UHT
Niet alle gepauzeerde schulden kunnen worden kwijtgescholden. Bijvoorbeeld wanneer een ouder niet gedupeerd blijkt te zijn of omdat de schulden niet volledig in aanmerking komen voor kwijtschelding. Wanneer de integrale beoordeling is afgerond of als ouders daar zelf van hebben afgezien, starten13 publieke schuldeisers de invordering van openstaande bedragen weer op. Daarmee stopt de pauzering die ingang bij de aanmelding van een ouder bij UHT.
Opstart invorderingsproces na UHT door Dienst Toeslagen en de Belastingdienst
Wanneer de integrale beoordeling is afgerond of als ouders daar zelf van hebben afgezien, wordt de invordering van openstaande vorderingen bij Dienst Toeslagen en de Belastingdienst weer opgestart. De pauzering van invorderingen, die was ingegaan bij de aanmelding bij UHT, wordt daarmee beëindigd. De in 2024 gestarte opstart van de invordering wordt in 2025 versneld en nauwlettend gemonitord. Door de versnelling krijgen ouders duidelijkheid over hun situatie en zullen vorderingen niet langer ophopen.
In 2024 zijn stapsgewijs de eerste brieven verzonden, eerst naar ouders zonder vorderingen of met vorderingen bij Dienst Toeslagen en vervolgens naar ouders met vorderingen bij de Belastingdienst of beide organisaties. In 2025 wordt opgeschaald, eerst naar circa 10.000 ouders tegelijk, waarna de groepen in de loop van het jaar in omvang afnemen. De planning is dat eind 2025 voor ruim 52.000 ouders de invordering weer is opgestart.
Ouders met openstaande vorderingen die mogelijk in een financieel kwetsbare positie zitten en ouders die meer dan 10 openstaande vorderingen hebben, worden voorafgaand aan de opstart gebeld. Er wordt proactief hulp geboden, zoals het toesturen van een schuldenoverzicht, persoonlijke begeleiding, of het doorverwijzen naar de gemeente. Ouders die naar eigen verwachting moeite krijgen met terugbetalen, worden gewezen op de mogelijkheden van ondersteuning zoals onder andere een persoonlijke betalingsregeling.
Private Schulden
Ouders, toeslagpartners en erkende (ex)-toeslagpartners kunnen private schulden indienen bij het Loket private schulden (LPS) van Sociale Banken Nederland (SBN). SBN is de samenwerkingsorganisatie van kredietbanken die de private schuldenaanpak voor de overheid uitvoert.
Private schulden die in aanmerking komen voor afbetaling
De overheid betaalt de ontstane betalingsachterstand aan private
schuldeisers als de achterstand is ontstaan voor 1 juni 2021 en voldoet
aan de andere kaders van de private schuldenregeling. De hoofdsom van de
schuld wordt niet vergoed, tenzij deze tussen 1 januari 2006 en 1 juni
2021 direct opeisbaar was. Informele schulden komen uitsluitend in
aanmerking als er een gerechtelijk vonnis of notariële akte aanwezig is.
En ook dan alleen de opeisbare achterstanden en niet de hele lening,
tenzij de lening in zijn geheel opeisbaar geworden is in bovenstaande
periode.
Terugblik op de laatste 4 maanden
Ouders die nu nog schulden indienen bij SBN zijn voornamelijk recent erkend als gedupeerde. In de periode 1 september t/m 31 december 2024 ging het om 2.556 ouders die één of meerdere schulden heeft ingediend bij SBN. Een ouder ontvangt op dit moment gemiddeld vanaf het moment van indienen binnen ca. 11 weken een beschikking waarin SBN toelicht welke schulden opgelost kunnen worden. In de periode 1 september t/m 31 december 2024 is er een bedrag van €10,3 miljoen14 uitbetaald aan schuldeisers.
Terugblik op uitvoering van de private schuldenaanpak
Vanaf de start van het Loket private schulden hebben in totaal 19.058 ouders één of meerdere schulden ingediend bij SBN, wat correspondeert met 161.99215 ingediende schulden. 93,4% hiervan is al door SBN afgerond. Voor een totaal van 13.290 ouders heeft SBN een of meerdere schulden deels of volledig afbetaald aan de schuldeiser. Op peildatum 31 december 2024 heeft SBN een totaalbedrag van €194,5 miljoen uitbetaald. Grafiek 4.4 geeft een beeld van het verloop voor het Loket private schulden.
Speciale ondersteuning van ouders binnen de private schuldenregeling
Er is binnen de regeling speciale aandacht voor het voorkomen van problematische situaties bij ouders. Hiervoor zijn een drietal vangnetten beschikbaar:
Noodprocedure bij acute problematische situaties
In totaal hebben 221 ouders gebruik gemaakt van de noodprocedure bij acute problematische situaties door schulden. Dankzij de samenwerking tussen SBN, UHT, gerechtsdeurwaarders en/of gemeenten is bij deze ouders tijdig ingegrepen en is voorkomen dat er uithuiszettingen of beslag op inboedel heeft plaatsgevonden voor schulden die binnen de private schuldenregeling vielen.Voorkomen van openstaande gerechtelijke vorderingen
Er vinden verschillende acties plaats om ouders te bereiken die nog openstaande gerechtelijke vorderingen hebben en deze nog niet bij SBN hebben ingediend. SBN voert belacties uit, er vinden deurbezoeken plaats in samenwerking met de Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en gerechtsdeurwaarders melden zich met openstaande schulden die ouders na de einddatum zelf niet hebben ingediend. Ouders ervaren deze acties als positief en prettig. De acties om ouders op deze manier te bereiken gaan daarom onverminderd door.Duidelijke communicatie over indienperiode
Ouders kunnen betalingsachterstanden indienen tot zes maanden nadat vaststaat dat ze gedupeerd zijn. Nadat ze erkend zijn als gedupeerde, worden ze hier op meerdere momenten aan herinnerd.
Als er sprake is van een uitzonderlijke situatie, kan een ouder uitstel aanvragen voor de einddatum. Dit is ook mogelijk voor het indienen van schulden bij het loket Al Betaalde Schulden. In de periode 1 september t/m 31 december 2024 is er voor 104 ouders uitstel verleend. Deze ouders kunnen hun schulden na uitstel alsnog indienen bij SBN.
Ouders die zonder uitstel na hun einddatum schulden indienen bij één van de loketten van SBN, kregen een brief waarin gevraagd wordt om aan te geven waarom de ouder te laat was. In de periode 1 september t/m 31 december hebben 224 ouders voor Loket private schulden een brief teruggestuurd en 58 ouders voor Loket al betaalde schulden. In de periode 1 september t/m 31 december 2024 was er bij 111 ouders voor Loket private schulden gebeurd en bij 29 ouders voor Loket al betaalde Schulden sprake van een uitzonderlijke situatie. De door deze ouders ingediende schulden zijn alsnog in behandeling genomen.
Stand van zaken bezwaren private schulden
Ouders hebben in totaal 1.402 bezwaren ingediend voor het Loket private schulden. Het bezwaarpercentage voor Loket private schulden is stabiel op circa 4%. In 90,2% van de bezwaarzaken is het bezwaar ongegrond verklaard.
Terugblik op de laatste 4 maanden
Er zijn 162 bezwaren in de periode september t/m december 2024 binnengekomen. Nagenoeg alle ingediende bezwaarschriften worden op dit moment binnen de wettelijke termijn opgepakt. Ook zijn er in deze periode 6 ingebrekestellingen en 1 beroep wegens niet tijdig beslissen op bezwaar ingesteld. Grafiek 4.5 hiernaast geeft een beeld van de voortgang van de lopende bezwaren voor Loket private schulden.
Uit een analyse van de ingediende bezwaarschriften zijn vier hoofdcategorieën te onderscheiden waarvoor een ouder in bezwaar is gegaan, namelijk:
Informele schulden zonder een notariële akte of gerechtelijk vonnis.
Schulden die buiten de peildata van de regeling vallen (SBN kan alleen private schulden oplossen die zijn ontstaan tussen 1-1-2006 en 1-6-2021).
De schuld is al eerder betaald en/of de schuld is niet meer aanwezig.
De schuldeiser heeft nog niet (volledig) gereageerd.
In 9,8% van het totale aantal bezwaarzaken zijn ouders gedeeltelijk of volledig in het gelijk gesteld. In deze gevallen is het meestal zo dat in de bezwaarprocedure door de ouder aanvullende (veelal nieuwe) informatie wordt opgeleverd dat ertoe leidt dat de schulden alsnog (gedeeltelijk) onder de kaders van de schuldenaanpak vallen.
Stand van zaken beroepsprocedures private schulden
Binnen de bezwaar- en beroepsprocedures is de inzet om zoveel mogelijk te voorkomen dat de overheid tegenover de ouder komt te staan in de rechtszaal. In het overgrote deel van de zaken waarvoor uitspraak is gedaan, heeft de rechter het beroep ongegrond verklaard.
Beroepsprocedures
In de periode september t/m december 2024 zijn er 73 nieuwe beroepsprocedures gestart voor het Loket private schulden. Vanaf de uitvoering van de private schuldenregeling zijn er in totaal 444 beroepszaken aangespannen naar aanleiding van bezwaren rondom het Loket Private Schulden. In 169 beroepsprocedures is er door de rechter uitspraak gedaan. In 127 gevallen is het beroep ongegrond verklaard. In 29 zaken is het beroep (gedeeltelijk) gegrond verklaard en in 13 zaken is de eiser (ouder) niet-ontvankelijk verklaard, waardoor het beroep niet inhoudelijk is behandeld.
De zaken waarin het beroep gedeeltelijk gegrond werd verklaard zijn veelal ontstaan doordat tijdens de beroepsprocedure aanvullende informatie door de ouder werd aangeleverd, die niet bekend was op het moment van de bezwaarprocedure. Tevens zijn er 41 beroepszaken ingetrokken door ouders. In deze situaties wordt de opeisbare schuld of betalingsachterstand van de ouder overgenomen, maar komt de ouder niet in aanmerking voor proceskostenvergoeding.
Hoger beroepsprocedures
In de periode september t/m december zijn er 27 nieuwe hoger beroepsprocedures gestart rondom het Loket private schulden. Vanaf de uitvoering van de private schuldenregeling zijn er in totaal 59 hoger beroepsprocedures gestart. Deze gaan in hoofdzaak over het vergoeden van de hoofdsom van een schuld en over een informele schuld. In totaal is er in 4 hoger beroepszaken een uitspraak gedaan. In 2 hoger beroepzaak is de ouder niet ontvankelijk verklaard, waardoor het hoger beroep niet inhoudelijk is behandeld. In 2 hoger beroepzaken is het ministerie van Financiën (als verweerder) in het gelijk gesteld. Tevens is er 1 hoger beroepszaak ingetrokken door een ouder.
Voortgang Loket Al betaalde schulden
In sommige gevallen hebben ouders schulden betaald die anders door de schuldenaanpak opgelost hadden kunnen worden. Deze schulden moet een ouder indienen bij Loket al betaalde schulden (ABS) van SBN. Dit geldt voor schulden die binnen de regels van de private schuldenaanpak vallen en een ouder heeft afbetaald na ontvangst van de compensatie van UHT en voor ouders die na een negatieve eerste toets bij de integrale beoordeling gedupeerd bleken te zijn en in de tussentijd betalingsachterstanden hebben afgelost die binnen de private schuldenaanpak vallen. Ouders kunnen deze al betaalde schuld indienen bij SBN en in sommige gevallen vergoed krijgen. Dit kan tot 6 maanden nadat hun definitieve beschikking vaststaat. Deze beschikking krijgt een ouder na de integrale beoordeling.
Terugblik op de laatste 4 maanden
In de periode september t/m december 2024 hebben 331 ouders één of meerdere al betaalde schulden ingediend. Een ouder ontvangt op dit moment gemiddeld vanaf het moment van indienen binnen ca. 6,3 weken een beschikking waarin SBN toelicht welke schulden vergoed kunnen worden. In de periode september t/m december 2024 is er een bedrag van € 200.000 uitbetaald aan ouders.
Terugblik op uitvoering al betaalde schulden
In totaal hebben 4.089 ouders één of meerdere schulden ingediend bij SBN vanaf het begin van de regeling. 95% hiervan is al door SBN afgerond. Voor een totaal van 1.106 ouders heeft SBN een of meerdere schulden deels of volledig vergoed. Hiervoor is vanaf de start van de uitvoering een totaalbedrag van € 4,4 miljoen uitbetaald. Grafiek 4.6 geeft een beeld van het verloop voor het Loket al betaalde schulden.
Stand van zaken bezwaren al betaalde schulden
Ouders hebben in totaal 821 bezwaren voor het Loket al betaalde schulden ingediend. Het bezwaarpercentage voor Loket al betaalde schulden is stabiel op circa 12%. In 90,9% van de bezwaarzaken is het bezwaar ongegrond verklaard.
Terugblik op de laatste 4 maanden
Er zijn 131 bezwaren in de periode september t/m december 2024 ingediend. Nagenoeg alle ingediende bezwaarschriften worden op dit moment binnen de wettelijke termijn opgepakt. Ook zijn er in deze periode 7 ingebrekestellingen en geen beroepen wegens niet tijdig beslissen op bezwaar ingesteld. Grafiek 4.7 geeft een beeld van de voortgang van de lopende bezwaren voor Loket al betaalde schulden.
Uit een analyse van de ingediende bezwaarschriften zijn drie hoofdcategorieën te onderscheiden waarvoor een ouder in bezwaar is gegaan, namelijk:
De al betaalde schuld kon in het beschikkingsproces door SBN onvoldoende worden beoordeeld door onvoldoende bewijs dat de ouder had geleverd. In de bezwaarprocedure verzoekt de ouder om een herziening.
Alleen de al betaalde opeisbare achterstanden worden door SBN vergoed, terwijl de ouder in sommige gevallen de gehele hoofdsom wenst uitbetaald te krijgen.
De al betaalde schuld wordt niet (geheel) terugbetaald, omdat deze schuld (deels) is betaald voor ontvangst van de compensatie.
In 9,1% van de bezwaarzaken zijn ouders gedeeltelijk of volledig in het gelijk gesteld. In deze gevallen is het meestal zo dat in de bezwaarprocedure door de ouder aanvullende (veelal nieuwe) informatie wordt opgeleverd dat ertoe leidt dat de schulden alsnog (gedeeltelijk) onder de kaders van de schuldenaanpak vallen.
Stand van zaken beroepsprocedures al betaalde schulden
Binnen de bezwaar- en beroepsprocedures is de inzet om zoveel mogelijk te voorkomen dat de overheid tegenover de ouder komt te staan in de rechtszaal. In het overgrote deel van de zaken waarvoor uitspraak is gedaan, heeft de rechter het beroep ongegrond verklaard
Beroepsprocedures
In de periode september t/m december 2024 zijn er 50 nieuwe beroepsprocedures gestart voor het Loket al betaalde schulden. Vanaf de uitvoering van de private schuldenregeling zijn er in totaal 180 beroepszaken aangespannen naar aanleiding van bezwaren rondom het Loket al betaalde schulden. In 33 beroepsprocedures is er door de rechter uitspraak gedaan. In 27 gevallen is het beroep ongegrond verklaard. In 3 zaken is het beroep (gedeeltelijk) gegrond verklaard en in 3 zaken is de eiser (ouder) niet-ontvankelijk verklaard, waardoor het beroep niet inhoudelijk is behandeld.
De zaken waarin het beroep gedeeltelijk gegrond werd verklaard zijn veelal ontstaan doordat tijdens de beroepsprocedure aanvullende informatie door de ouder werd aangeleverd, die niet bekend was op het moment van de bezwaarprocedure. Tevens zijn er 18 beroepszaken ingetrokken door ouders.
Hoger beroepsprocedures
In de periode september t/m december 2024 zijn er 3 nieuwe hoger beroepsprocedures gestart rondom het Loket al betaalde schulden. Vanaf de uitvoering zijn er in totaal 10 hoger beroepsprocedures gestart. In totaal is er in 1 hoger beroepszaak een uitspraak gedaan. Hierbij is het ministerie van Financiën (als verweerder) in het gelijk gesteld.
Hulp bij lopende schuldregelingstrajecten (Wsnp/Msnp)
Het komt ook voor dat ouders in een schuldregelingstraject zitten op het moment dat blijkt dat ze gedupeerd zijn. De datum16 waarop we de schuldregeling is gestart, bepaalt welke hulp er voor deze schulden mogelijk is. Een totaal van 858 ouders in een Wsnp-traject en 1932 ouders in een Msnp-traject zijn hiervoor vanaf de start van de schuldenregeling aangemeld bij het loket Wsnp/Msnp. In de periode september t/m december 2024 gaat het om 56 ouders die voornamelijk recent erkend zijn als gedupeerde. Nieuwe aanvragen bij het loket worden momenteel binnen een dag opgepakt en binnen 8 weken afgehandeld. Het loket blijft beschikbaar voor ouders die hiervoor in aanmerking komen. Vanaf de start van de uitvoering is er een totaalbedrag van € 40.8 miljoen17 voor schulden in Wsnp-trajecten betaald en € 32.3 miljoen aan schulden in lopende Msnp-trajecten. De grafieken 4.8 en 4.9 geven een beeld van de hoeveelheid Wsnp- en Msnp-trajecten die behandeld zijn door het loket Wsnp/Msnp.
Hulp bij zakelijke schulden en faillissementen
Ook zakelijke schulden kunnen veelal vanuit de schuldenaanpak worden opgelost met kwijtschelding (publieke schulden) en betaling aan schuldeisers (private schulden). Hierbij gaat het enkel om zakelijke schulden waarvoor ouders persoonlijk aansprakelijk zijn.
Zakelijke schulden
Er is een speciaal team ingericht om schulden van ouders met hoge zakelijke schulden af te wikkelen. Inmiddels zijn door dit team voor 1301 ouders de zakelijke schulden volledig afgewikkeld. 43 gedupeerde ondernemers zijn nog in behandeling door dit team.
Hulp bij faillissementen
In totaal meldden zich 41 ouders in persoonlijk faillissement bij UHT. Van deze groep zijn 28 ouders met een persoonlijk faillissement vastgesteld als gedupeerde. Van de 28 ouders zijn inmiddels 11 faillissementen geheel afgewikkeld. Deze ouders hebben hun compensatiebedrag ook zelf ontvangen. Van 11 ouders is het faillissement inmiddels beëindigd, zonder betrokkenheid van het loket. Bij de andere 6 ouders loopt de behandeling nog.
Organisatie, samenwerking en financiën
Inrichting uitvoeringsorganisatie
Bezetting en toekomst UHT
Op dit moment is de feitelijke bezetting bij UHT per december 2024 2.366 fte. Deze bezetting blijft achter bij de groeibehoefte tot 2.507 fte. Met name de beoogde opschaling binnen de juridische posities blijft achter. De krappe arbeidsmarkt is hierin een belangrijke beperkende factor. Er worden meerdere initiatieven ontplooid om hier voortgang in te boeken, zoals aanpassingen in het wervingsproces en verbetering van de arbeidsmarktcommunicatie. Hierin ligt de focus op externe werving en ook op het blijven boeien en binden van deze medewerkers aan UHT.
Tegelijkertijd wordt er de aanstaande periode gewerkt aan de toekomst van UHT. Om deze toekomst vorm te geven, worden verschillende plannen uitgewerkt en voorbereidingen getroffen voor het moment waarop de werkzaamheden van UHT worden afgeschaald en uiteindelijk afgerond, zoals in het geval van de integrale beoordelingen in 2025 het geval is. Hierin staat de gedupeerde als vanzelfsprekend centraal. Een van de uitgangspunten is dat medewerkers die klaar zijn met een bepaalde taak, daar waar mogelijk, ingezet worden op taken die nog afgehandeld moeten worden. Er wordt daarom UHT-breed verkend hoe dit in de praktijk kan worden vormgegeven. Zo kan de continuïteit en kwaliteit van de uitvoering van de hersteloperatie worden geborgd.
Gevolgen handhaving wet DBA
Sinds 1 januari 2025 handhaaft de Belastingdienst volledig op de wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Het was voor de hersteloperatie echter niet mogelijk om eind 2024 tot een volledige afbouw van potentieel schijnzelfstandigen te komen zonder de werkzaamheden van UHT ernstig te belemmeren en zonder de gedupeerde daar hinder van te laten ondervinden. UHT heeft in 2024 een plan opgesteld om de afbouw van zzp’ers te realiseren zonder dat dit effect heeft op het uitvoeren van de regelingen.
In de praktijk zien we inmiddels tekenen dat de afbouw van potentiële schijnzelfstandigheid sneller gaat dan het initiële afbouwpad, mede door bewegingen bij leveranciers en zzp’ers als gevolg van de volledige handhaving op de wet DBA. Het afbouwplan wordt daarom in de komende periode aangescherpt op basis van de laatste ontwikkelingen.
Fouten en herstelacties
Begin oktober ontving de Belastingtelefoon signalen van ouders die een dubbele uitbetaling hebben gekregen. Het ging om ouders die na januari 2021 betalingen hadden gedaan op publieke vorderingen die in aanmerking kwamen voor kwijtschelding. Ouders krijgen deze bedragen terugbetaald. Door een fout in de verwerking zijn ruim 4.500 terugbetalingen dubbel uitbetaald. Het gaat hierbij om ruim 2.300 ouders en een te veel betaald totaalbedrag van €1,6 miljoen. Ouders die een bedrag van hoger van €116 te veel uitbetaald hebben gekregen, hebben rond eind oktober een excuusbrief ontvangen en hen is gevraagd het bedrag terug te storten. Zij zijn hiertoe niet verplicht. Ouders die een lager bedrag hebben ontvangen, hebben ook een brief gekregen, maar hen is niet gevraagd het bedrag terug te betalen. Tot op half januari 2025 is circa €160.000 terugbetaald aan Toeslagen. Er zijn maatregelen genomen om deze fout in de toekomst te voorkomen.
Oudercommissie
De Oudercommissie heeft in aanloop naar de behandeling van het wetsvoorstel ‘Wet aanpassing termijnen en nabestaandenregeling hersteloperatie toeslagen’ in de Tweede Kamer mondeling en schriftelijk advies uitgebracht aan de leden van de vaste commissie voor Financiën (VC FIN). In het gesprek met de leden van de Tweede Kamer is allereerst benadrukt dat de Oudercommissie géén voorstander is van clausulering van de brede ondersteuning door gemeenten. Het vaststellen van een einddatum voor ondersteuning, is voor de oudercommissie pas opportuun als alle procedures inzake financieel herstel zijn afgerond en onder de voorwaarde dat er op dat moment een centraal loket beschikbaar is voor gedupeerden. Ook het ontbreken van een eenduidige werkwijze bij gemeenten (bijvoorbeeld bij het opstellen van een plan van aanpak) heeft hun zorg. Om die reden heeft de Oudercommissie de leden van de VC FIN opgeroepen om ten minste duidelijke kaders te stellen en te waarborgen dat er stevige regie en onafhankelijke monitoring op uitvoering van de brede ondersteuning gaat plaatsvinden.
In de bijeenkomst van de Oudercommissie van 20 november 2024 is mondeling op hun inbreng gereageerd. Daar is nader toegelicht dat de brede ondersteuning ook met deze wet langer door kan lopen dan twee jaar, zolang dat is opgenomen in het plan van aanpak. Ook is toegelicht dat de termijn van 2 jaar een persoonlijke termijn is; deze gaat pas in na het eerste gesprek van een ouder, ook voor ‘late’ aanmelders is brede ondersteuning gegarandeerd. Er zijn meerdere waarborgen ingebouwd die ervoor zorgen dat niemand zonder hulp komt te zitten, zoals de hardheidsclausule en een warme overdracht naar reguliere hulp.
Ook heeft de Oudercommissie aandacht gevraagd voor gedupeerden die in een eerdere fase een aanvullende schaderoute hebben doorlopen. De Oudercommissie is van mening dat voor hen tussentijds ‘de spelregels’ zijn veranderd, waardoor onzekerheid, onrust en ontevredenheid ontstaan. Voor deze gedupeerden zou volgens de Oudercommissie een herziening plaats moeten vinden. Het betreft dossiers van de CWS en de verschillende VSO-routes (pilot/praktijktest SGH en de regieroute) die zijn afgerond voordat de nieuwe aangepaste schadekaders werden gehanteerd.
Eenzelfde vraag is via de motie Van Dijk c.s. ook aan het kabinet gesteld. In die motie wordt de regering verzocht om onafhankelijk advies in te winnen over de vraag hoe om te gaan met de ouders die de CWS al hebben doorlopen of in bezwaar zijn, op grond van gelijkheid. Het onafhankelijke advies dat hierover in december 2024 is uitgebracht is met uw Kamer gedeeld.18 Ook de commissie Van Dam pleit in haar adviesrapport om over te gaan tot één schadekader voor de verschillende schadeherstelroutes. Wanneer er meer duidelijkheid is over hoe dit advies wordt opgevolgd zal de Oudercommissie hier ook over worden geïnformeerd.
Stakeholders hersteloperatie
Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) en Raad voor Rechtsbijstand (RvR) en werkgroep toeslagenadvocaten
In oktober hebben twee sessies plaatsgevonden met de werkgroep toeslagenadvocaten en DG Herstel over de ontwikkelingen rondom het Aanmeldportaal voor aanvullende schade, de Digitale Route voor aanvullende schade en is er toelichting gegeven op het aangepaste VSO-template voor de SGH-route. Verder heeft de toenmalig staatssecretaris in oktober een bezoek gebracht aan de werkgroep in Rotterdam. Om te voorkomen dat de sessies voor de advocatuur rondom ontwikkelingen van de diverse hersteltrajecten enkel ad hoc plaatsvinden, is tussen het ministerie van Financiën en de werkgroep toeslagenadvocaten een structureel voortgangsoverleg in het leven geroepen. Ook is er afgesproken dat er een structureel overleg zal plaatsvinden tussen de werkgroep toeslagenadvocaten, UHT en het kerndepartement van het ministerie. Tot slot zal in maart 2025 een Bestuurlijk Overleg van de staatssecretaris met de NOvA en de Raad voor Rechtsbijstand plaatsvinden.
DGH hecht aan de afstemmingen met de advocatuur waarbij ook de bevindingen van de advocatuur in de relatie met hun klanten wordt betrokken, zoals ook het rapport ‘Resultaten online enquête onder ouders over hun ervaringen met de Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag’ uitgevoerd door het Kenniscentrum Stelsel Gesubsidieerde Rechtsbijstand van de Raad.
College voor de Rechten van de Mens
Inmiddels zijn er van de ongeveer 40 individuele klachten die bij het College voor de Rechten van de Mens (hierna: het College) zijn ingediend over de Dienst Toeslagen 19 klachten afgerond. Het gaat om 12 klachten met een oordeel en 7 intrekkingen. Van de 12 oordelen heeft het College tot nu toe 10 oordelen op haar website gepubliceerd.19 Voor de overige individuele klachten geldt dat deze nog in behandeling zijn bij het College.
Juridische bijstand voor ouders
Met de RvR en de NOvA is gesproken over het inregelen van rechtsbijstand voor de nabestaanden in het kader van de nabestaandenregeling. Het doel is om de rechtsbijstand zo snel mogelijk operationeel te hebben.
Tabel 5.1 Subsidieregeling juridische bijstand
Categorie | 2 dec 2021 | 31 mrt 2022 | 30 jun 2022 |
30 sep 2022 |
13 jan 2023 | 4 mei 2023 | 8 sep 2023 | 9 jan 2024 | 10 mei 2024 | 31 aug 2024 | 31 dec 2024 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal ouders aangemeld | 3.261 | 4.712 | 5.767 | 6.736 | 7.916 | 9.401 | 10.963 | 12.562 | 14.249 | 15.678 | 17.421 |
Aantal advocaten aangemeld | 264 | 269 | 231 | 295 | 303 | 309 | 311 | 276 | 279 | 263 | 254 |
Aantal ouders gekoppeld aan een advocaat | 2.956 | 4.271 | 5.240 | 6.103 | 7.301 | 8.689 | 10.082 | 11.621 | 13.194 | 14.432 | 16.124 |
Aantal ouders nog niet gekoppeld aan een advocaat | 140 | 218 | 252 | 319 | 256 | 298 | 377 | 366 | 420 | 566 | 42320 |
Aantal ouders niet gekoppeld aan een advocaat (anders opgelost) | 165 | 223 | 275 | 314 | 359 | 414 | 504 | 575 | 635 | 680 | 874 |
Financiën
De tabellen in deze paragraaf geven een overzicht van de budgetstanden en de mutaties die sinds de vorige voortgangsrapportage hebben plaatsgevonden.
Tabel 5.2 Budgettair verwerkt in departementale begrotingen
Tabel 5.3 Budgettair gereserveerd op de aanvullende post
Tabel 5.4 Budgettair verwerkt, gereserveerd en totaal beschikbaar
Toelichting op de mutaties 2e sup 2024 (tabel 5.2, blok 2)
De uitvoering van enkele regelingen verloopt minder snel dan eerder verondersteld. Dit leidt ertoe dat niet alle gereserveerde middelen tot besteding zijn gekomen. Bij de tweede suppletoire begroting is om deze reden het budget met netto 175 miljoen euro naar beneden bijgesteld. De verwachting is dat deze middelen in latere jaren nog steeds nodig zullen zijn.
Ouder heeft een vooraankondiging of definitieve beschikking van de integrale beoordeling of heeft zich afgemeld voor de integrale beoordeling.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 31 066, nr. 1451↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 36577, nr. 9.↩︎
Kamerstukken II, 2023/24, 31066, nr. 1360↩︎
Het betreft hier ook pleegkinderen van gedupeerde ouders, van hun partners en van hun als ex-partner aangemerkte voormalig partners.↩︎
Voor kinderen van voormalig partners van die erkende gedupeerde ouders is de uiterste aanvraagdatum gekoppeld aan het moment waarop wordt vastgesteld dat die voormalig partner in aanmerking komt voor de ex-partnerregeling in de Wht.↩︎
alsmede de kinderen van erkende ex-partners van gedupeerde ouders.↩︎
Stb. 2024, 371.↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 36577, nr. 11.↩︎
Ouders, toeslagpartners en ex-toeslagpartners worden in dit hoofdstuk gezamenlijk ‘ouders’ genoemd.↩︎
Door operationele redenen zijn de cijfers van CAK niet meegenomen voor peildatum 31-12-2024.↩︎
Sommige publieke schuldeisers kiezen ervoor omdat te wachten met het de start van de invorderingen tot een bezwaarprocedure bij UHT is afgerond.↩︎
Dit bedrag is inclusief de schulden die aan gerechtsdeurwaarders zijn betaald in het kader van de acties om openstaande gerechtelijke vorderingen te voorkomen.↩︎
Telling van aantal schulden ingediend in het Loket private schulden inclusief gerechtelijke schulden. De schulden die via Schuldenwijzer zijn ingediend tellen als 1 schuld.↩︎
Voor gedupeerde ouders die vóór 5 november 2022 in de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) of in een minnelijke schuldsanering natuurlijke personen (Msnp) zijn toegelaten, is er een regeling om hun schuldregeling zo snel mogelijk te beëindigen. Dit geldt ook voor ex-toeslagpartners die vóór 15 juli 2023 zijn gestart met de Wsnp of de Msnp.↩︎
De kwijtgescholden publieke schulden worden meegerekend in het overzicht van de kwijtschelding van publieke schulden.↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 31 066, nr. 1451.↩︎
De Raad voor Rechtsbijstand (RvR) geeft de ouder drie namen van advocaten door waar ze uit kunnen kiezen. Dit zijn aanvragen waarbij de RvR nog wacht op reactie en de match daarom nog niet heeft plaatsgevonden.↩︎