Onderzoeken van ResearchNed en de Inspectie van het Onderwijs en reactie op de brief uit de provincie Zeeland 'Wet internationalisering in balans: heb oog voor de regio'
Brief regering
Nummer: 2025D07778, datum: 2025-02-21, bijgewerkt: 2025-02-21 15:50, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Taal in Studie en Werk. De samenhang tussen de voertaal van de bachelor en de taal op de werkvloer volgens Nederlandse afgestudeerden
- Blad Wet Internationalisering in Balans heb oog voor de regio
- Engelstalige universitaire bacheloropleidingen. Een casestudy naar redenen voor Engelstalig onderwijs
- Beslisnota bij Onderzoeken van ResearchNed en de Inspectie van het Onderwijs en reactie op de brief uit de provincie Zeeland 'Wet internationalisering in balans: heb oog voor de regio'
Onderdeel van zaak 2025Z03441:
- Indiener: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
---|
Datum | 21 februari 2025 |
---|---|
Betreft | Aanbieding onderzoeken van ResearchNed en de Inspectie van het Onderwijs en reactie op de brief uit de provincie Zeeland 'Wet internationalisering in balans: heb oog voor de regio'. |
In januari heb ik twee onderzoeken ontvangen over de verengelsing van het hbo en wo die in opdracht van mijn ambtsvoorganger zijn uitgevoerd. Het eerste onderzoek, ‘Engelstalige universitaire bacheloropleidingen: Een casestudy naar redenen voor Engelstalig onderwijs’, is uitgevoerd door de Inspectie van het Onderwijs; het tweede, ‘Taal in Studie en Werk’, is uitgevoerd door ResearchNed. Ik dank de onderzoekers voor het werk dat zij verricht hebben en voor de inzichten die zij daarmee bieden in de rol van anderstalig onderwijs in de opleiding en verdere ontwikkeling van studenten. Met deze brief informeer ik uw Kamer over deze onderzoeken.
Daarnaast heeft de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mij op 13 december 2024 verzocht te reageren op de brief van de provincie Zeeland ‘Wet internationalisering in balans: heb oog voor de regio’1. Met deze brief voldoe ik tevens aan dit verzoek.
Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl |
Onze referentie 50804981 |
Bijlagen |
3 |
Rapport Engelstalige universitaire bacheloropleidingen
Het onderzoek ‘Engelstalige universitaire bacheloropleidingen: Een casestudy naar redenen voor Engelstalig onderwijs’ is uitgevoerd door de Inspectie van het Onderwijs. Aanleiding voor het onderzoek was een motie van het lid Omtzigt over (het tegengaan van) de verengelsing van het onderwijs in het hbo en wo.2 Het onderzoek biedt op basis van een vijftal casusbeschrijvingen inzicht in de redenen die de geselecteerde opleidingen hebben om te kiezen voor Engelstalig onderwijs. De studie heeft een inventariserend en informatief karakter.
Onderzoek ResearchNed Taal in Studie en Werk
Het onderzoek ‘Taal in Studie en Werk’ van ResearchNed onderzoekt in hoeverre Nederlandse afgestudeerden van Engelstalige opleidingen het Nederlands of Engels gebruiken in hun werk. Dit onderzoek vloeit voort uit de motie van het lid Peters uit 2023,3 waarin werd verzocht dit in kaart te brengen vanwege zorgen over een mogelijke afname van de Nederlandse taalbeheersing door verengelsing van het onderwijs. Met deze brief voldoe ik aan deze motie.
Reactie op de brief 'Wet Internationalisering in Balans: heb oog voor de regio'
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft mij geïnformeerd over een brief van Zeeuwse overheden, onderwijsinstellingen en werkgevers, waarin zij hun zorgen uiten over het wetsvoorstel Wet Internationalisering in Balans. Ik neem de zorgen van de provincie Zeeland ter harte en erken het belang van anderstalig onderwijs en internationaal talent voor regio’s met specifieke kenmerken zoals Zeeland. Mijn doel is niet om internationaal talent uit Nederland te weren, maar om gerichter te sturen op studentenstromen en anderstalig onderwijs doelmatig in te richten. Dit betekent dat gerichte en beheerste instroom van internationale studenten in anderstalig onderwijs mogelijk blijft waar deze een aantoonbare maatschappelijke meerwaarde hebben. Daarvoor heb ik in de toets anderstalig onderwijs vier inhoudelijke criteria opgesteld. Hoewel Zeeuwse instellingen op elk van deze criteria een beroep kunnen doen, wil ik benadrukken dat het criterium regionale omstandigheden in het bijzonder ruimte biedt voor anderstalig onderwijs in Zeeland. De ligging nabij de NPVR-regio4 Zeeuws-Vlaanderen biedt instellingen de mogelijkheid om een aanvraag op basis van dit criterium in te dienen.
Bovendien veranker ik de positie van de regio sterker door een nota van wijziging die ik beoog dit voorjaar af te ronden. Ik zal het criterium regionale omstandigheden expliciet vastleggen in de wet (in plaats van in onderliggende regelgeving), en ik zal ook een lijst van regio’s uitwerken die onder dit criterium vallen. Dit maakt het voor de instellingen in de regio’s duidelijker dat zij een beroep kunnen doen op dit criterium. Ik doe deze aanpassingen naar aanleiding van het amendement Bontenbal c.s.5, dat is ingediend bij de begrotingsbehandeling van OCW.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Eppo Bruins
Kenmerk 2024D49566↩︎
Kamerstukken II, 31288, nr. 1008.↩︎
Kamerstukken II 2022-2023, 31288, nr. 1019.↩︎
Het Nationaal Programma Vitale Regio’s benoemt 11 regio’s waar specifieke aandacht aan wordt besteed vanuit het Rijk met het oog op regionale ontwikkeling. De ligging in of nabij één van deze regio’s wordt, naast grensligging, als afbakening van het criterium regionale omstandigheden gehanteerd.↩︎
Kamerstukken II 2024-2025, 36600-III, nr. 12.↩︎