Antwoord op vragen van het lid Krul over het bericht 'Als er niet meer geld komt, verdwijnen onze molens'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D07820, datum: 2025-02-21, bijgewerkt: 2025-02-21 16:15, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z00803:
- Gericht aan: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: H.M. Krul, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
---|
Datum | 21 februari 2025 |
---|---|
Betreft | Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Krul (CDA) |
Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon |
Onze referentie 50790732 |
Uw brief 21 januari 2025 |
Uw referentie 2025Z00803 |
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Krul (CDA) over het bericht 'Als er niet meer geld komt, verdwijnen onze molens'.
De vragen werden ingezonden op 21 januari 2025 met kenmerk 2025Z00803.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Eppo Bruins
De antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Krul (CDA) over het bericht 'Als er niet meer geld komt, verdwijnen onze molens' met kenmerk 2025Z00803, ingezonden op 21 januari 2025.
Vraag 1
Kent u het bericht 'Als er niet meer geld komt, verdwijnen onze molens'?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat de vereniging De Hollandsche Molen de noodklok luidt?
Antwoord 2
Molens zijn onlosmakelijk verbonden met onze Nederlandse identiteit en een prachtig voorbeeld van erfgoed dat veel Nederlanders aanspreekt. De instandhouding hiervan is in het belang van ons allemaal. Vereniging De Hollandsche Molen speelt hierbij als koepelorganisatie voor de molens een belangrijke rol. Ik neem daarom graag kennis van hun observaties.
Vraag 3
Heeft u kennisgenomen van de inventarisatie van de vereniging De Hollandsche Molen over het extra geld dat volgens hen nodig is en wat vindt u hiervan?
Antwoord 3
Ja. Zoals ik in mijn brief over de uitkomsten van de Verkenning financiering monumentenzorg van 20 juni 2024 heb aangegeven is er grote druk op de middelen voor regulier onderhoud in de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim) en de restauratieregelingen van de provincies.2 Dit merken ook de moleneigenaren.
Op 21 november 2023 is een wijziging van de Sim gepubliceerd waarin het maximumbedrag aan subsidiabele kosten voor molens op basis van loon- en prijsontwikkelingen is verhoogd van €10.000 naar ongeveer €12.000 per jaar. Om zoveel mogelijk eigenaren subsidie te kunnen verstrekken is daarnaast het subsidiepercentage in de Sim verlaagd van 60% naar 50% voor eigenaren van gebouwde en groene rijksmonumenten. Omdat het subsidiepercentage voor molens is gekoppeld aan het absolute maximumbedrag van €12.000 leidt deze verlaging voor molens tot een relatief grotere daling van het maximale subsidiebedrag dan bij de andere categorieën rijksmonumenten waar de subsidiabele kosten worden bepaald op basis van een percentage van de herbouwwaarde van maximaal 0,5 procent per jaar. De herbouwwaarde ontwikkelt zich immers mee met het niveau van lonen en prijzen.
Reden om de subsidie aan moleneigenaren op andere wijze te bepalen, is dat 0,5 procent herbouwwaarde te weinig zou zijn om molens te kunnen onderhouden vanwege de snellere slijtage van bewegende delen. Deze gehanteerde methodiek brengt ook mee dat voor geen enkele andere monumentencategorie in de Sim de zekerheid op subsidie zo groot is als bij molens. Uit de gegevens van de RCE blijkt dat nagenoeg alle eigenaren van de 1148 rijksmonumentale molens afgelopen jaren Sim-subsidie hebben ontvangen.
Wat betreft de opgave voor groot onderhoud en restauratie is vorig jaar als onderdeel van de verkenning naar het financieringsstelsel voor de monumentenzorg de restauratieopgave voor niet-woonhuisrijksmonumenten in beeld gebracht.3 Uit dit onderzoek volgt dat er om de restauratieachterstand terug te brengen naar de doelstelling van maximaal 10 procent rijksmonumenten in matige of slechte onderhoudsstaat er €1,22 miljard nodig is. Uit het onderzoek komt naar voren dat ook rijksmonumentale molens een substantieel onderdeel uitmaken van deze opgave.
Ik heb toegezegd uw Kamer voor de zomer te informeren over de verdere stappen die ik wil zetten met betrekking tot de financieringsproblematiek van (grote) monumenten. Daarbinnen heeft ook de problematiek van de molens mijn aandacht.
Vraag 4
Is bekend hoeveel van de 1.200 molens in Nederland inmiddels een zogenaamde “grote renovatie" nodig heeft?
Vraag 5
Is bekend of het aantal molens dat een grote renovatie nodig heeft de afgelopen 5 jaar is gestegen?
Antwoord 4 en 5
Vereniging De Hollandsche Molen geeft aan dat molens eens in de 10-15 jaar groot onderhoud nodig hebben. De restauratiecyclus bedraagt gemiddeld één keer per 30 jaar. Deze cycli zijn voor molens korter dan bij andere rijksmonumenten, omdat er sneller slijtage plaatsvindt door bewegende onderdelen. Elk jaar hebben er dus zo’n 80 tot 120 molens groot onderhoud of restauratie nodig. Volgens De Hollandsche Molen blijft dat aantal over de jaren heen stabiel.
Vraag 6
Wat kunt u betekenen voor alle vrijwilligers die helpen bij het in stand houden van molens?
Antwoord 6
Een belangrijk onderdeel van de instandhoudingsopgave van molens is het inwerking houden van de molen. Daarvoor is van belang dat vrijwilligers een opleiding kunnen volgen tot molenaar. De overheid ondersteunt het Gilde van Molenaars dan ook financieel en geeft subsidie voor de opleidingen en het examineren van de molenaars. Het is positief te constateren dat de interesse voor het molenaarsambacht in de lift zit. Op 1 februari jl. heeft een recordaantal van 110 nieuwe molenaars hun getuigschrift in ontvangst mogen nemen.
Daarnaast heeft Nederland in januari 2024 het Verdrag van Faro ondertekend. Kern van het verdrag is de maatschappelijke, verbindende waarde van cultureel erfgoed.
Als onderdeel van de concrete invulling van dit verdrag ondersteun ik de inzet van erfgoedparticipatiecoaches. Zij bieden coaching rondom verschillende knelpunten die erfgoedvrijwilligers, vrijwillige besturen of burgerinitiatieven ervaren. Hier kunnen ook vrijwilligers die helpen molens in stand te houden gebruik van maken. Deze coaches werken vanuit de twaalf provinciale erfgoedhuizen.
Vraag 7
Zijn er afspraken gemaakt met provincies en gemeenten over het verstrekken van aanvullende subsidies om molens te onderhouden en hierdoor te behouden?
Antwoord 7
Ja. Zoals aangegeven in het antwoord op de vragen 3, 4 en 5 verloopt de verdeling van de restauratiesubsidies voor niet-woonhuisrijksmonumenten, waaronder molens, via de provincies. OCW heeft hiervoor structureel € 20 miljoen in het Provinciefonds gestort. De afspraak die met de provincies is gemaakt, is dat zij dit bedrag matchen. Provincies bepalen zelf op basis van welke criteria zij de middelen verdelen en welke percentages ze hierbij hanteren.
Vraag 8
Herkent u het probleem dat molens ook bedreigd worden omdat oprukkende bebouwing en hoge bomen steeds meer wind wegnemen?
Vraag 9
Denkt u dat dit probleem voldoende bekend is bij gemeenten en provincies? Zo nee, kunt u dit onder de aandacht brengen van gemeenten en provincies?
Antwoord 8 en 9
Ja, deze problematiek herken ik. Ook gemeenten, provincies en waterschappen zijn hiermee bekend. Gemeenten hebben de opdracht om in het omgevingsplan rekening te houden met het cultureel erfgoed in hun gemeente en daarmee ook met de windvang en watertoevoer van de molen (de molenbiotoop). Sommige provincies hebben regels voor de molenbiotoop in hun provinciale verordening opgenomen. De RCE heeft in samenwerking met het erfgoedveld voorbeeldregels over het functioneren van de molen (draaien en malen) beschikbaar voor gemeenten.4 De RCE brengt het onderwerp ook geregeld bij gemeenten, provincies en waterschappen onder de aandacht. In de belangenafweging kunnen gemeenten en provincies anders besluiten. Via IPO en VNG zal ik deze problematiek nogmaals onder de aandacht brengen.
Algemeen Dagblad, 14 januari 2025, 'Als er niet meer geld komt, verdwijnen onze molens'. ↩︎
Kamerstuk 32 156, nr. 128.↩︎
Bijlage bij Kamerstuk 32 156, nr. 128.↩︎
https://www.cultureelerfgoed.nl/binaries/cultureelerfgoed/documenten/publicaties/2023/01/01/handreiking-voorbeeldregels-cultureel-erfgoed-in-het-omgevingsplan/Handreiking+Voorbeeldregels+cultureel+erfgoed+in+het+omgevingsplan.odt .↩︎