Reactie op de motie van de leden Six Dijkstra en Ceder over conform het hoofdlijnenakkoord werk maken van een kaderwet voor autoriteiten (Kamerstuk 36600-VII-75)
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2025D08414, datum: 2025-03-03, bijgewerkt: 2025-03-05 08:44, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-VII-130).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VII-130 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2025Z03697:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-03-04 15:55: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-13 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-03-20 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Nr. 130 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3Â maart 2025
De motie van de leden Six Dijkstra en Ceder (Kamerstuk 36 600 VII, nr. 75) verzoekt de regering conform het hoofdlijnenakkoord werk te maken van een kaderwet voor autoriteiten.
Deze motie die namens het kabinet is ontraden, is door uw Kamer aangenomen. Conform uw brief aan de Minister-President van 7Â november 2024 inzake het beoordelingskader voor moties, informeer ik u hierbij, dat ik de uitvoering van de motie ter hand zal nemen en uw Kamer hierover voor 1Â juli 2025 nader zal informeren.
Op basis van het advies «Naar een uitvoerende macht» van de Raad voor het Openbaar Bestuur en de aanbevelingen van de Staatscommissie rechtsstaat betreffende uitvoeringsorganisaties is mijn ministerie al gestart met het opstellen van een wetsvoorstel tot modernisering van de Kaderwet zboâs waarin elementen van de motie voor zboâs in het algemeen worden uitgewerkt, zoals het dienen van het publieke belang en versterkte evaluatie.
Het is mijn streven de wens van uw Kamer om bestuursorganen met waarborgen voor een sterke mate van onafhankelijkheid (autoriteiten) op regelmatige basis onafhankelijk te laten evalueren, te combineren met bovengenoemd wetsvoorstel. Dit biedt de meest samenhangende aanpak en ook de snelste route om uitvoering te geven aan de motie. Ik zal uw Kamer voor 1Â juli informeren of dit een haalbare aanpak is, of dat een afzonderlijk traject zal worden gevolgd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark