Reactie op de motie van de leden Six Dijkstra en Ceder over conform het hoofdlijnenakkoord werk maken van een kaderwet voor autoriteiten (Kamerstuk 36600-VII-75)
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2025D08414, datum: 2025-03-03, bijgewerkt: 2025-03-03 12:06, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VII-130 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2025Z03697:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-03-13 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
De motie van de leden Six Dijkstra en Ceder (Kamerstuk 36600 VII, nr. 75) verzoekt de regering conform het hoofdlijnenakkoord werk te maken van een kaderwet voor autoriteiten.
Deze motie die namens het kabinet is ontraden, is door uw Kamer aangenomen. Conform uw brief aan de minister-president van 7 november 2024 inzake het beoordelingskader voor moties, informeer ik u hierbij, dat ik de uitvoering van de motie ter hand zal nemen en uw Kamer hierover voor 1 juli 2025 nader zal informeren.
Op basis van het advies ‘Naar een uitvoerende macht’ van de Raad voor
het Openbaar Bestuur en de aanbevelingen van de Staatscommissie
rechtsstaat betreffende uitvoeringsorganisaties is mijn ministerie al
gestart met het opstellen van een wetsvoorstel tot modernisering van de
Kaderwet zbo’s waarin elementen van de motie voor zbo’s in het algemeen
worden uitgewerkt, zoals het dienen van het publieke belang en
versterkte evaluatie.
Het is mijn streven de wens van uw Kamer om bestuursorganen met
waarborgen voor een sterke mate van onafhankelijkheid (autoriteiten) op
regelmatige basis onafhankelijk te laten evalueren, te combineren met
bovengenoemd wetsvoorstel. Dit biedt de meest samenhangende aanpak en
ook de snelste route om uitvoering te geven aan de motie. Ik zal uw
Kamer voor 1 juli informeren of dit een haalbare aanpak is, of dat een
afzonderlijk traject zal worden gevolgd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark