[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Overzicht inzet surplus algemene reserve als structureel dekkingsmiddel

Brief regering

Nummer: 2025D08416, datum: 2025-03-03, bijgewerkt: 2025-03-03 09:21, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z03698:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tijdens de begrotingsbehandeling van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

(hoofdstuk VII) op woensdag 9 oktober 2024 heeft uw Kamer diverse vragen gesteld. Hierbij bied ik u, naar aanleiding van de vraag van het lid Wingelaar (NSC) over de inzet van reserves1, het overzicht aan van het aantal gemeenten dat in de begroting voor 2025 gebruik maakt van de mogelijkheid voor het inzetten van het surplus van de algemene reserve als structureel dekkingsmiddel.

Een ruimere structurele inzet van reserves draagt bij aan de financiële wendbaarheid van medeoverheden en is mogelijk, omdat de reservepositie van een groot deel van de gemeenten de afgelopen vier jaar is verbeterd. De verbetering van de reservepositie van gemeenten blijkt uit de jaarrekeningen van de gemeenten gezamenlijk, die in de afgelopen jaren een overschot lieten zien (bandbreedte van € 1,7- € 3,7 miljard per jaar). Het inzetten van reserves biedt overigens geen langetermijnoplossing voor structurele tekorten die zich nu of in de toekomst kunnen voordoen.

In het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen (BOFv) op 21 november 2023 is de ‘Notitie incidenteel/structureel’ vastgesteld, die in nauwe afstemming tussen de fondsbeheerders, VNG, IPO en financieel toezichthouders tot stand is gekomen2. In deze notitie werden de mogelijkheden verruimd voor gemeenten, om bij een omvangrijke reservepositie onder voorwaarden structurele lasten te dekken met het vrije deel van de algemene reserve. Jaarlijks mogen gemeenten maximaal 10% van het surplus in de algemene reserve, het deel dat niet nodig is voor afdekking van toekomstige risico's, inzetten als structureel dekkingsmiddel. Dit onder de voorwaarde dat de solvabiliteit – een belangrijke indicator van financiële gezondheid - van de gemeente groter of gelijk aan 20% is en blijft. Ook moet het weerstandsvermogen naar het oordeel van de financieel toezichthouder voldoende zijn en gebaseerd op een adequate risico-inventarisatie. Gemeenten kunnen van deze nieuwe mogelijkheid gebruik maken met ingang van de begrotingen voor 2025.

In de begrotingen voor 2025 maken in totaal 46 gemeenten gebruik van de mogelijkheid om (een deel van) het surplus van de algemene reserve in te zetten als structureel dekkingsmiddel (zie bijlage 1). Daarnaast kan ik u melden dat voor 2025 twee gemeenten onder preventief financieel toezicht staan, waarvan één gemeente om financiële redenen (zie bijlage 2). In het landelijk toezichtverslag dat jaarlijks medio juni aan uw Kamer wordt gezonden, brengen de provinciale financieel toezichthouders verslag uit over het door de provincies uitgevoerde financieel toezicht op gemeenten. In dit toezichtverslag zal nader worden stilgestaan bij de naar het oordeel van de provincies belangrijkste trends, ontwikkelingen en onzekerheden ten aanzien van de financiële positie van gemeenten de komende jaren.

Zoals eerder aangegeven in mijn brief van 4 oktober aan uw Kamer3, waarin ik onder andere in ga op de inzet van reserves, wil ik bezien of bij de financiële beoordeling van gemeenten de huidige norm van structureel en reëel evenwicht aangevuld kan worden met andere toetsingscriteria. Te denken valt daarbij aan het meer meewegen van de vermogenspositie ten aanzien van de risico’s, de wendbaarheid en weerbaarheid van een gemeente, een breder risicomodel en bepaalde financiële kengetallen. Op het ogenblik vinden hierover gesprekken plaats met onder andere de provinciale toezichthouders. Naar verwachting kan ik uw Kamer hierover nader informeren in het tweede kwartaal van 2025.

Ik benadruk ten slotte voor de volledigheid nogmaals, dat het inzetten van reserves als structureel dekkingsmiddel niet oneindig kan doorgaan en een hulpmiddel vormt. Het is geen structurele oplossing in het geval dat financiële tekorten bij gemeenten zich blijven voordoen. Wat betreft het bredere vraagstuk van de zorgen die leven bij medeoverheden, verwijs ik onder andere naar de routekaart richting Voorjaarsnota, zoals 29 november 2024 aan uw Kamer verzonden.4 Ik begrijp de zorgen over de financiën; daarnaast ben ik ermee bekend dat er bij gemeenten ook zorgen zijn over de arbeidsmarkt en de uitvoeringskracht. Naar aanleiding van het Overhedenoverleg heb ik aangegeven dat ik veel waarde hecht aan de balans tussen de ambities, taken, middelen en uitvoeringskracht. Bij het Overhedenoverleg d.d. 21 november 2024 is van kabinetszijde erkend dat deze balans onder druk staat. Het gesprek daarover moet wel zorgvuldig en precies worden gevoerd en daartoe zijn ook concrete afspraken gemaakt. Als kabinet willen we met de medeoverheden een weg naar voren bewandelen. We spreken hiertoe in het Overhedenoverleg van 11 maart a.s. verder met de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.J.M. Uitermark

Bijlage 1: Overzicht inzet surplus algemene reserve als structureel dekkingsmiddel

Provincie Aantal Aantal Naam gemeenten
  Gemeenten Inzet Surplus AR Inzet surplus AR
Groningen 10 0  
Fryslân 18 1 De Fryske Marren
Drenthe 12 1 Midden-Drenthe
Overijssel 25 4 Almelo, Hardenberg, Enschede, Wierden
Gelderland 51 7 Duiven, Elburg, Montferland, Lingewaard, Lochem, Nijkerk, Wijchen
Utrecht 26 3 Houten, Lopik, Zeist
Flevoland 6 0  
Noord-Holland 44 8 Beverwijk, Castricum, Dijk en Waard, Heiloo, Hollands Kroon, Oostzaan, Velsen, Wormerland
Zuid-Holland 50 10 Hoeksche Waard, Lansingerland, Nissewaard, Voorne aan Zee, Molenlanden, Capelle aan den IJssel, Krimpenerwaard, Zoetermeer, Leiderdorp, Zwijndrecht
Zeeland 13 0  
Noord-Brabant 56 7 Asten, Cranendonck, Land van Cuijk, Loon op Zand, Maashorst, Oirschot, Reusel-De Mierden
Limburg 31 5 Beek, Beekdaelen, Beesel, Landgraaf, Simpelveld
Totaal 342 46  

Bijlage 2: Overzicht preventieve gemeenten

Provincie Aantal Preventief Welke Preventief Welke Preventief Welke Aantal
  Gemeenten Financiën gemeente(n) Termijn gemeente(n) Arhi gemeente(n) Repressief
Groningen 10 0   0   0   10
Fryslân 18 0   0   0   18
Drenthe 12 0   0   0   12
Overijssel 25 0   0   0   25
Gelderland 51 0   0   0   51
Utrecht 26 0   0   0   26
Flevoland 6 0   0   0   6
Noord-Holland 44 0   0   1 Wijdemeren 43
Zuid-Holland 50 0   0   0   50
Zeeland 13 1 Vlissingen 0   0   12
Noord-Brabant 56 0   0   0   56
Limburg 31 0   0   0   31
Totaal 342 1   0   1   340

  1. Kamerstuk II 2024-2025, Z15568, p. 12.↩︎

  2. Zowel BZK als toezichthouder op de provincies en gemeenschappelijke regelingen als de provincies als toezichthouder op de gemeenten en gemeenschappelijke regelingen.↩︎

  3. Kamerstuk II 2024-2025, 36600 B, nr. 9↩︎

  4. Kamerstuk II 2024-2025, 36 600 B, nr. 22.↩︎