Verslag Eurogroep en Ecofinraad van 17 en 18 februari 2025
Raad voor Economische en Financiële Zaken
Brief regering
Nummer: 2025D08706, datum: 2025-03-04, bijgewerkt: 2025-03-10 12:52, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-07-2097).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Heinen, minister van Financiën (Ooit VVD kamerlid)
- Verslag Eurogroep en Ecofinraad van 17 en 18 februari 2025
- Beslisnota bij kamerbrief over verslag Eurogroep en Ecofinraad van 17 en 18 februari 2025
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 07-2097 Raad voor Economische en Financiële Zaken.
Onderdeel van zaak 2025Z03783:
- Indiener: E. Heinen, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2025-03-05 10:00: Eurogroep/Ecofinraad (Commissiedebat), vaste commissie voor Financiën
- 2025-03-05 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-13 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-20 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 2097 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 maart 2025
Bijgaand treft u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 17 en 18 februari 2025 in Brussel. Daarnaast informeer ik uw Kamer graag over een viertal overige zaken.
Ten eerste informeer ik hierbij uw Kamer dat op 17 februari jl. de Europese Commissie (de Commissie) het tweede betaalverzoek van Nederland onder de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF) positief heeft beoordeeld. Dit betaalverzoek heeft een waarde van 1,2 miljard euro. Nederland heeft het tweede betaalverzoek op 13 december 2024 ingediend. De positieve beoordeling is een belangrijke stap naar de officiële goedkeuring van het betaalverzoek. Met deze positieve beoordeling bevestigt de Commissie dat de 21 mijlpalen en doelstellingen die onderdeel zijn van het tweede betaalverzoek zijn behaald. Het gaat hierbij onder andere om investeringen op het gebied van digitalisering, betaalbare woningen, onderwijs en zorg. Het tweede betaalverzoek is afgelopen week voorgelegd aan de Economic Policy Committee (EPC) en de Economic and Financial Committee (EFC) voor een advies. Hierna wordt de uitbetaling van het tweede betaalverzoek goedgekeurd in het HVF-comité. Het kabinet verwacht dat het tweede betaalverzoek in het voorjaar zal worden uitbetaald. Uw Kamer zal hier te zijner tijd over worden geïnformeerd.
Ten tweede ga ik in het verslag in op de criteria om middelen te ontvangen uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit, conform de toezegging die ik heb gedaan op vragen van het Tweede Kamerlid De Vree in het Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad van 12 februari jl.
Ten derde ga ik, conform de doorlopende toezegging aan de Tweede Kamer, in het verslag in op de ontwikkelingen ten aanzien van de ontwikkeling van een digitale euro.
Tot slot ontvangt u een nazending op de geannoteerde agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van 10 en 11 maart. Op 25 februari is bekendgemaakt dat bij de Ecofinraad van maart een voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit van de Raad ter goedkeuring van het Belgische Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) zal voorliggen. België maakt gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van objectieve omstandigheden. De Commissie oordeelt dat de redenen die België aandraagt een aanpassing van het plan rechtvaardigen. Het kabinet kan zich daarom vinden in het oordeel van de Commissie.
Nederland is daarom voornemens om in te stemmen met het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit van de Raad bij de Ecofinraad van 11 maart a.s.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Verslag Eurogroep en Ecofinraad 17 en 18 februari 2025
Eurogroep in reguliere samenstelling
Eurotoetreding Bulgarije
De Bulgaarse Minister van Financiën, Temenuzhka Petkova, was bij uitzondering aanwezig bij de Eurogroep om een toelichting te geven over de voortgang die Bulgarije heeft gemaakt op toetreding tot de eurozone. De Bulgaarse Minister lichtte toe dat de recent aangetreden regering zich committeert aan spoedige toetreding. Zij kondigde aan dat Bulgarije eind februari 2025 een tussentijdens (buitengewoon) convergentierapport van de Europese Commissie (de Commissie) en de Europese Centrale Bank (ECB) zal aanvragen. De rapporten beoordelen in hoeverre Bulgarije voldoet aan de voorwaarden die worden gesteld aan eurozonetoetreding1.
Bulgarije voldeed op basis van de convergentierapporten van de Commissie en de ECB van juni 2024 aan drie van de vier convergentiecriteria om de euro in te voeren. Bulgarije voldoet op het gebied van wisselkoersstabiliteit, overheidsfinanciën en convergentie van de rente. Aan het prijsstabiliteitscriterium werd nog niet voldaan omdat de inflatie te hoog lag. De Commissie en de ECB hebben aangegeven dat de inflatie van Bulgarije binnenkort mogelijk voldoende is gedaald om te kunnen voldoen aan het prijsstabiliteitscriterium. Ook moet er sprake zijn van een goede begrotingspositie, dat wil zeggen niet in een buitensporigtekortprocedure. De Bulgaarse Minister sprak de verwachting uit dat aan de voorwaarden zal worden voldaan.
De Commissie en de ECB onderstreepten dat de centrale bankwet, die de onafhankelijkheid van de centrale bank regelt en nog niet is aangenomen in het Bulgaarse parlement, van belang zal zijn in de beoordeling of Bulgarije toe kan treden. De Commissie en een enkele lidstaat noemden verder het belang van het voldoen aan de politieke toezeggingen die Bulgarije heeft gedaan bij toetreding tot het Europees Wisselkoersmechanisme (de zogenoemde post-entry commitments). De Bulgaarse Minister lichtte tenslotte toe dat zij verwacht dat de nieuwe regering binnenkort een begroting aan zal nemen, waarna het budgettair-structureel plan voor de middellange termijn zal worden ingediend bij de Commissie.
Vooruitzichten en uitdagingen voor de Eurozone in een snel ontwikkelende mondiale omgeving
De Eurogroep wisselde van gedachten over de vooruitzichten en uitdagingen voor de Eurozone, mede in het licht van geopolitieke ontwikkelingen. De Commissie lichtte toe dat ondanks de stijging van de gasprijzen, de inflatie hoger is dan verwacht en de productie afneemt, de werkgelegenheid op peil blijft. Echter is de euro in waarde gedaald door oplopende handelsspanningen. Er is verder bezorgdheid over de stijging van handelsbelemmeringen en doorvertaling in hogere prijzen. De Commissie benadrukte de bedreiging voor de geopolitieke stabiliteit in Europa door minder hechte samenwerking met de VS, niet in de laatste plaats op het gebied van veiligheid.
De ECB onderstreepte het belang van de digitale euro en de kapitaalmarktunie, vervolmaking van de bankenunie, onafhankelijkheid op het gebied van energie en versterking van de interne markt. Er is sprake van een toename van financiële stabiliteitsrisico’s door financiële deregulering in de VS, vooral op het gebied van crypto en mogelijke lagere bancaire kapitaalratio’s. De ECB waarschuwde voor overhaaste deregulering en afbreuk aan de weerbaarheid van de financiële sector.
Lidstaten benadrukten in hun interventies het belang van eenheid en Europese samenwerking. Meerdere landen wezen op de noodzaak van het verhogen van defensie-investeringen. Meerdere lidstaten noemden voorstander te zijn van het benutten van flexibiliteit binnen de bestaande Europese begrotingsregels om overheden in deze publieke uitgaven te ondersteunen. Enkele lidstaten gaven aan ook een rol te zien voor gemeenschappelijke schuld of het Europees Stabiliteitsmechanisme. Een groot deel van de lidstaten benadrukte het belang van versterking van de interne markt, de kapitaalmarktunie, de digitale euro en coördinatie van economisch beleid. Nederland stelde dat Europese samenwerking kan bijdragen aan het verkrijgen van schaal en een sterke interne markt. Het versterken van de kapitaalmarktunie en het aangaan van internationale handelsrelaties zijn hierin onder andere belangrijk. Nederland benadrukte dat in deze tijden naast de veiligheid van Europa ook de financiële stabiliteit en schuldhoudbaarheid van de EU van belang zijn voor de weerbaarheid en welvaart van Europa. Dit is cruciaal voor de geopolitieke positie van de EU, omdat een sterke economie, een stabiele euro en handel de basis vormen voor een krachtige toekomst.
Eurozoneaanbevelingen voor 2025
De Eurogroep besprak de ontwerp Eurozoneaanbevelingen 2025. De aanbevelingen waren eerder voorbereid in ambtelijke werkgroepen, en de presentatie leidde niet tot interventies in de Eurogroep. De voorzitter concludeerde dat in het huidige complexe economische klimaat de aanbeveling voor de eurozone relevanter is dan ooit, met name als het gaat om concurrentievermogen, veerkracht en macro-economische en financiële stabiliteit. Het ambtelijk voorportaal van de Eurogroep zal verder spreken hoe de aanbevelingen kunnen worden geïntegreerd in het werk van de Eurogroep. Voor een verdere toelichting bij de inhoud van de aanbevelingen zie de geannoteerde agenda van de Eurogroep/Ecofinraad van februari 2025.
Eurogroep werkprogramma
De voorzitter van de Eurogroep gaf een toelichting op het werkprogramma tot de zomer2. Onderwerpen die zullen worden besproken zijn onder andere de coördinatie van economisch beleid en begrotingsbeleid, de kapitaalmarktunie, vervolgmaking van de Bankenunie, concurrentievermogen, de digitale euro en de internationale rol van de euro. Er waren geen interventies van lidstaten.
Overig
Ierland en België presenteerden het regeringsprogramma van de nieuw aangetreden regeringen. Er waren geen interventies van lidstaten.
Ecofinraad
Lopende wetgevingsvoorstellen over financiële diensten
Het voorzitterschap lichtte toe dat de trilogen voor Retail Investment Strategy (RIS) in maart zullen starten, waarbij de focus ligt op versimpeling, met speciale aandacht voor provisies, het value-for-money-systeem (een complex systeem om hoge kosten voor consumenten bij beleggen te voorkomen) en het vermijden van te hoge administratieve lasten voor marktpartijen. Het voorzitterschap gaf aan dat als er binnen twee maanden geen overeenkomst bereikt wordt, het voor de hand ligt om het gehele voorstel te heroverwegen. De Commissie noemde die termijn ambitieus maar sprak vertrouwen uit in het voorzitterschap. Hierbij gaf de Commissie wel aan dat als het uiteindelijke compromis niet voldoende maatregelen bevat om retailbeleggen te stimuleren, zij overweegt het gehele pakket in te trekken. De focus bij de voortzetting van de onderhandelingen over de verordening Financial Data Access (FIDA), over het veilig gebruik van financiële klantdata, zou eveneens op vereenvoudiging moeten liggen. De Commissie zou wel graag snelheid behouden. De verordening kan bijdragen aan consumentenbescherming, innovatie en het versterken van het financiële ecosysteem. Het voorzitterschap sprak de wens uit voor een spoedig Raadsakkoord op betalingsdiensten en voortgang op de digitale euro.
De Commissie gaf vervolgens een toelichting bij de lopende wetgevingsdossiers op het gebied van financiële diensten. Ze gaf aan dat zij de ambitie om wetgevingsdossiers af te ronden verwelkomt, maar dat er ook politieke wil onder lidstaten nodig is. Vereenvoudiging van wet- en regelgeving is belangrijk, maar is geen doel op zich. Het moet het leven voor bedrijven en burgers makkelijker maken. De Commissie verwelkomt een regelmatige bespreking van het thema vereenvoudiging op de Ecofinraad. Op 26 februari presenteert de Commissie het eerste vereenvoudigingspakket. De Commissie lichtte toe dat zij in haar werkprogramma heeft opgenomen dat zij twee voorstellen zal intrekken: de richtlijn voor kredietservicers, kredietkopers en de uitwinning van zekerheden3 en de verordening voor door overheidsobligaties gedekte effecten4, omdat deze onderhandelingen geen voortgang hebben en er geen zicht is op een akkoord. De trilogen over de crisis management and deposit insurance (CMDI) lopen en er is ambitie om tot een politieke overeenkomst met het Europees Parlement te komen.
Concurrentievermogen kompas
De Commissie presenteerde het Concurrentievermogen Kompas, waarin beleidsrichtingen worden geschetst gericht op het versterken van het concurrentievermogen van de EU. Het kompas beoogt dit te bereiken door onder andere verdere verduurzaming van de industrie, vereenvoudiging van regelgeving, en het vergemakkelijken van financiering voor bedrijven, vooral voor kleine en middelgrote ondernemingen.
In de discussie pleitten lidstaten voor meer coördinatie, vermindering van administratieve lasten en een sterkere focus op strategische prioriteiten zoals investeringen in energie en technologie. Meerdere lidstaten wezen op de relatief hoge energiekosten in de EU, wat het concurrentievermogen nadelig beïnvloedt. Meerdere lidstaten benadrukten hierbij de belangrijke rol van de Europese Investeringsbank (EIB). Er was verder aandacht voor de specifieke behoeften van kleine lidstaten en de impact van regelgeving zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) en de taxonomie, waar lidstaten ruimte zien voor vereenvoudiging om de lasten voor bedrijven te verlichten. Enkele lidstaten riepen op tot het vermijden van nationale koppen op EU-wetgeving. Daarnaast wezen enkele landen op de mogelijke bijdrage van vereenvoudiging van regels op het gebied van securitisatie.
Een groot aantal lidstaten gaf aan dat het versterken van de interne markt voor het concurrentievermogen van de EU essentieel is. Ook wezen enkele lidstaten specifiek op de positie van sectoren als de auto-, chemie en staalindustrie. Lidstaten uitten zich eensgezind over de noodzaak om zowel de interne markt te versterken als de administratieve lasten te verminderen. Het voorzitterschap kondigde aan dat de Commissie het eerste zogenoemde ombnibusvoorstel, met voorstellen voor de vereenvoudiging van enkele richtlijnen, zal presenteren in de Ecofinraad van maart. In technische werkgroepen wordt gewerkt aan een voorstel voor «decluttering» van belastingmaatregelen.
Decharge Europese jaarbegroting 2023
De Raad stemde in met de Raadsaanbeveling aan het Europees Parlement voor het verlenen van decharge aan de Commissie over de uitvoering van de Europese begroting 2023. Nederland en een viertal gelijkgestemde lidstaten brachten een tegenstem uit vanwege het hoge en gestegen foutenpercentage. Deze vijf lidstaten hebben een gezamenlijke verklaring afgegeven. Omdat de aanbeveling met gekwalificeerde meerderheid van stemmen kan worden aangenomen, werd de benodigde meerderheid alsnog behaald.
In de interventie benadrukte Nederland dat het hoge foutenpercentage zorgwekkend is en een negatieve invloed heeft op het vertrouwen in de EU-instellingen. Daarnaast sprak Nederland het belang uit van het werk van de externe auditor, de Europese Rekenkamer en riep op tot nadere bespreking en acties om EU-middelen op een verantwoordere manier te besteden. Dit omvat wat Nederland betreft het verbeteren van financieel beheer, het vergroten van transparantie en het vereenvoudigen van regels en voorschriften. Deze interventie werd ondersteund door de eerdergenoemde gelijkgestemde lidstaten.
Begrotingsrichtlijnen voor Europese begroting 2026
De Raad stemde in met de begrotingsrichtlijnen voor de Europese begroting 2026. Het voorzitterschap lichtte het belang van de begrotingsrichtlijnen toe in het licht van nieuwe beleidsprioriteiten. In de richtlijnen roept de Raad op tot een zorgvuldige begroting met voldoende marges onder het MFK-plafond en middelen voor uitgaven aan de prioriteiten van de Unie. Eén van die prioriteiten is om Oekraïne te blijven ondersteunen, zolang dat nodig is. De Commissie gaf aan dat er beperkte marges en middelen beschikbaar zijn voor 2026, vooral onder subcategorie 2b (veerkracht en waarden) en categorie 6 (extern beleid). De eerste gedachtewisseling met Raad, Commissie en het Europees Parlement is op 8 april; daar zal een gezamenlijke tijdlijn voor de begrotingsonderhandelingen voorliggen. De Commissie refereerde aan de eerdere afspraken om de kostenoverschrijding op de rente op de NGEU-leningen (EURI) op jaarlijkse basis te behandelen. Er waren geen interventies van lidstaten.
Europees Semester 2025
De Raad stemde in met de Raadsconclusies van het Alert Mechanism Report (AMR) en de Raadsaanbeveling voor de Eurozoneaanbevelingen 20255. Zie de geannoteerde agenda van deze Eurogroep/Ecofinraad voor een toelichting bij de Raadsconclusies en de Raadsaanbeveling. Er waren geen interventies van lidstaten.
Implementatie Europees begrotingsraamwerk: Raadsaanbevelingen budgettair-structurele plannen en buitensporigtekortprocedure
De Raad stemde in met het budgettair-structureel plan van Hongarije. Het plan dat Hongarije eerder had ingediend voldeed niet aan de vereisten. De belangrijkste reden was dat de jaarlijkse verbetering van het structureel saldo niet voldeed aan de minimale jaarlijkse saldoverbetering van 0,5% die noodzakelijk is voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure. De Commissie oordeelde dat het aangepaste uitgavenpad zoals voorgesteld door Hongarije nu wel voldoet aan de vereisten van Verordening 2024/12636. De Raad heeft zodoende ingestemd met de aanbeveling van de Commissie om het uitgavenpad vast te stellen.
Uitvoeringsbesluiten van de Raad onder de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF)
De Raad stemde in met de uitvoeringsbesluiten ter goedkeuring van de door Letland en België ingediende aangepaste Herstel- en Veerkrachtplannen. Er waren geen interventies van lidstaten.
Voorbereiding van de bijeenkomst van de Ministers van Financiën en gouverneurs van de centrale banken van de G20 op 26–27 februari 2025: EU-mandaat
De Raad stemde in met de EU Terms of Reference van de bijeenkomst van de Ministers van Financiën en gouverneurs van de centrale banken van de G20.
Economische en financiële impact van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne
De Commissie gaf een toelichting bij de G7 ERA-lening die dit jaar zal worden uitgekeerd aan Oekraïne, met een volgende betaling in maart. De Russische economie wordt merkbaar geraakt door sancties, waaronder het olieprijsplafond, waardoor de inflatie momenteel 9,5% bedraagt. De Commissie zal zich blijven inzetten voor de handhaving van sancties, waaronder door het benaderen van landen buiten de EU die als hubs in het omzeilen van sancties fungeren. Ook ziet de Commissie voortgang in het optreden tegen de Russische schaduwvloot.
In de interventieronde namen enkele lidstaten het woord. Daarbij noemden lidstaten het belang van het verhogen van defensie-uitgaven. Een lidstaat wees op het belang van gezamenlijke Europese leningen. Een andere lidstaat riep op het verhogen van de financiële steun aan Oekraïne en het aanscherpen van het sanctieregime tegen Rusland.
Nederland noemde dat het Oekraïne onverminderd zal blijven ondersteunen, zoveel mogelijk gezamenlijk met de VS. Het beleid moet worden gericht op het verzwakken van Rusland en het versterken van Europa. Nederland gaf daarbij gezien de financieringsnoden van Oekraïne in samenwerking met G7-partners serieus te willen kijken naar het onderzoeken van mogelijkheden voor de inzet van bevroren Russische centrale banktegoeden, waarbij er wel een juridische en economische risicoanalyse nodig is over de gevolgen o.a. voor de positie van de euro. Het 16de sanctiepakket ziet Nederland als cruciaal voor de effectiviteit van de sancties, die streng gehandhaafd moeten worden. De discussie over Oekraïne spitst zich ook steeds meer toe op defensie en de Europese veiligheidsarchitectuur. Nederland heeft daarbij uitgedragen dat Europa eerst de financiële behoeften moet beoordelen, niet overhaasten in besluitvorming en lidstaten 2 procent van het BBP aan defensie moeten uitgeven. Nederland heeft aangegeven geen voorstander te zijn van gemeenschappelijke schulden.
Herziening van de EU fiscale lijst van non-coöperatieve jurisdicties en coöperatieve jurisdicties
De Raad stemde (als hamerpunt) in met de herziening van de EU fiscale lijst van non-coöperatieve jurisdicties en coöperatieve jurisdicties.7 Deze herziening is opgesteld door de Gedragscodegroep die beoordeelt of landen buiten de EU voldoen aan de Europese minimum fiscale standaard. Landen die daar niet aan voldoen komen te staan op de Europese lijst van non-coöperatieve jurisdicties (EU fiscaal zwarte lijst). Daarnaast is er ook een grijze lijst van landen die niet voldoen aan de standaard maar die op hoog politiek niveau hebben toegezegd om binnen een bepaalde periode alsnog aan de standaard te voldoen. De lijst wordt periodiek herzien, doorgaans tijdens de Ecofinraad van februari en oktober.
De EU fiscaal zwarte lijst is ongewijzigd gebleven. Wel dient te worden opgemerkt dat sommige landen wel vooruitgang hebben geboekt, maar omdat zij voor meerdere criteria op de lijst staan, nog niet van de zwarte lijst kunnen worden afgehaald. Zo heeft Panama een toezegging op hoog politiek niveau gedaan dat Panama zal voldoen aan de minimum standaard van informatie-uitwisseling op het gebied van belastingen. Voor dat onderdeel zou Panama op de grijze lijst komen te staan. Echter, omdat Panama ook op de zwarte lijst staat voor een fiscaal schadelijk regime, wat (nog) niet geadresseerd is, blijft Panama op de zwarte lijst staan.
De EU fiscaal zwarte lijst bestaat uit elf landen, namelijk de Amerikaanse Maagdeneilanden, Amerikaans Samoa, Anguilla, Fiji, Guam, Palau, Panama, Rusland, Samoa, Trinidad & Tobago en Vanuatu.
De landen op de EU fiscale grijze lijst hebben toegezegd om binnen een overzichtelijke termijn alsnog te voldoen aan de fiscale standaard. Als dat niet lukt, dan worden de landen op de EU fiscaal zwarte lijst gezet. Curaçao stond op deze grijze lijst omdat het niet volledig kon voldoen aan de norm voor de automatische uitwisseling van informatie. Curaçao had op hoog politiek niveau toegezegd dat uiterlijk in het najaar 2024 alsnog zou worden voldaan aan de genoemde standaard. De Ecofinraad heeft geoordeeld dat Curaçao de toezegging is nagekomen en heeft daarom besloten dat Curaçao van de grijze lijst kan worden afgehaald.
Overig
Positieve beoordeling van het tweede betaalverzoek van het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan
17 februari jl. heeft de Europese Commissie het tweede betaalverzoek positief beoordeeld. Dit betaalverzoek heeft een waarde van 1,2 miljard euro. Nederland heeft het tweede betaalverzoek op 13 december 2024 ingediend. De positieve beoordeling is een belangrijke stap naar de officiële goedkeuring van het betaalverzoek.
Met deze positieve beoordeling bevestigt de Europese Commissie dat de 21 mijlpalen en doelstellingen die onderdeel zijn van het tweede betaalverzoek zijn behaald. Het gaat hierbij onder andere om investeringen op het gebied van digitalisering, betaalbare woningen, onderwijs en zorg.
Het tweede betaalverzoek is afgelopen week voorgelegd aan de Economic Policy Committee (EPC) en de Economic and Financial Committee (EFC) voor een advies. Hierna wordt de uitbetaling van het tweede betaalverzoek goedgekeurd in het HVF-comité. Het kabinet verwacht dat het tweede betaalverzoek in het voorjaar zal worden uitbetaald. Uw Kamer zal hier te zijner tijd over worden geïnformeerd.
Toezegging criteria om middelen te krijgen uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF) – Commissiedebat Ecofin 12 februari 2025
Ik heb uw Kamer toegezegd om middels dit verslag terug te komen op de vragen van Kamerlid De Vree (PVV) over de criteria om middelen te ontvangen uit de HVF. Maatregelen dienen zowel aan nationale als Europese criteria te voldoen, om onderdeel te worden van het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (HVP). Deze criteria worden hieronder nader toegelicht. De vijftig maatregelen in het Nederlandse plan (28 investeringen en 22 hervormingen) dragen er gezamenlijk aan bij dat het Nederlandse plan in het geheel aan alle voorwaarden voldoet.
Alle nationale herstel- en veerkrachtplannen moeten voldoen aan strenge eisen die zijn vastgesteld in de HVF-verordening.8 Om aanspraak te maken op HVF-middelen konden lidstaten een HVP indienen met daarin ambitieuze hervormingen en investeringen. Dat is in lijn met de inzet van Nederland tijdens de onderhandelingen rondom de totstandkoming van het HVF in de zomer van 2020. Zo moeten, onder andere, 37 procent van de uitgaven klimaatgerelateerd zijn en 20 procent van de uitgaven gericht zijn op de digitale transitie. Verder moeten de herstel- en veerkrachtplannen aansluiten op de landspecifieke aanbevelingen van het Europees Semester.
In het coalitieakkoord van Rutte IV9 is afgesproken dat de voor Nederland gereserveerde HVF-middelen alleen worden ingezet om reeds begrote en volledig gedekte uitgaven te financieren. Met dit als uitgangspunt is bij het opstellen van het plan in 2022 Rijksbreed gekeken naar kansrijke maatregelen voor opname in het HVP. Dit is tijdens het opstellen van het HVP met uw Kamer gedeeld.10 Uitvoerders van maatregelen uit het HVP krijgen dus geen aanvullende middelen direct uit de HVF. Dit geld was immers al toegekend uit de nationale begroting. Welke partijen uiteindelijk middelen ontvangen uit deze investeringen, volgt vervolgens uit de voorwaarden van de reeds bestaande en in het HVP opgenomen maatregelen en wie daar een aanvraag voor heeft gedaan. Het betreft bijvoorbeeld gemeenten die een aanvraag hebben gedaan bij de subsidieregeling voor duurzaam maatschappelijk vastgoed of bedrijven die onderdeel zijn van een Nationaal Groeifonds-project. De honderd eindontvangers die de meeste middelen ontvangen, worden gepubliceerd in de zogenoemde «Top 100 eindontvangers HVP».11
Het kabinet is van plan om nog drie betaalverzoeken in te dienen om aanspraak te kunnen maken op de resterende 2,9 miljard euro uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit die voor Nederland gereserveerd is.
Digitale euro
Op verzoek van uw Kamer12 informeer ik u maandelijks over de onderhandelingen over de voorstellen voor een mogelijke digitale euro, die momenteel in Raadsverband plaatsvinden. Onder het Poolse voorzitterschap zijn er recent twee raadswerkgroepen geweest, waarin is stilgestaan bij internationaal gebruik van de digitale euro, de digitale euro als wettig betaalmiddel, de mogelijke bijdrage van de digitale euro aan de weerbaarheid van ons betaalsysteem, het compensatiemodel en de manieren waarop de digitale euro kan worden verspreid.
Aangaande internationaal gebruik is gesproken over de mogelijkheden voor winkeliers in lidstaten buiten de eurozone of landen buiten de EU om de digitale euro te accepteren. Het kabinet steunt acceptatie van de digitale euro in lidstaten buiten de eurozone, omdat dit een gelijk speelveld in de EU bevordert. Ten aanzien van acceptatie in landen buiten de EU acht ik verdere discussie echter noodzakelijk, onder meer over het nut en de noodzaak van dergelijke acceptatiemogelijkheden en over waarborgen voor het behoud van monetaire soevereiniteit in deze landen.
Het kabinet staat positief tegenover het vastleggen van de status van de digitale euro als wettig betaalmiddel. Wel is Nederland voorstander van enige flexibiliteit in de acceptatieplicht voor winkeliers en zzp’ers, voor wie een dergelijke acceptatieplicht disproportioneel kan zijn. Als een winkelier normaliter geen pinapparaat heeft, moet deze niet worden verplicht om voor de digitale euro een apparaat aan te schaffen.
Ook is er in een raadswerkgroep gesproken over de bijdrage die een digitale euro kan leveren aan de weerbaarheid van de infrastructuur van het betalingsverkeer. Een digitale euro kan in dit opzicht een belangrijke rol spelen, met name in de vorm van een offline functionaliteit. Aangezien het gebruik van contant geld in Nederland relatief laag is, kan een offline digitale euro ten tijde van uitzonderlijke situaties, zoals een stroom- of internetstoring, een belangrijke terugvaloptie zijn naast contant geld. Wel moet de digitale euro ook in normale tijden voldoende worden gebruikt om als solide terugvaloptie te kunnen dienen.
Verder is er aandacht besteed aan het compensatiemodel. Nederland zet zich in voor een proportionele verdeling van de kosten die met de invoering en het gebruik van een digitale euro gepaard gaan. De Commissie heeft voorstellen gedaan voor uniforme vergoedingen in de eurozone, maar in de raadswerkgroep is gesproken over een transitieregime voor deze uniforme kostenstructuur. Een transitieregime biedt de mogelijkheid om eerst meer inzicht te krijgen in de kosten van de infrastructuur van de digitale euro en kan bijdragen aan een proportioneel, geharmoniseerd compensatiemodel op de lange termijn. Nederland zet zich in voor een transitieregime, maar vindt het daarnaast wel belangrijk om vóór de eventuele invoering van de digitale euro overeenstemming te bereiken over de uiteindelijke vorm van het compensatiemodel. Het kabinet steunt in dit kader een model dat kostendekkend is voor betaalinstellingen en proportioneel is voor winkeliers.
Tot slot is gesproken over de wijze waarop een digitale euro kan worden gedistribueerd. Daarbij is onder meer stil gestaan bij het belang van de naleving van internationale sancties.
Naast de raadsonderhandelingen is de verwachting dat ook het Europees Parlement verder gaat met het behandelen van de wetsvoorstellen, onder leiding van een nieuwe rapporteur. Daarnaast is de Rulebook Development Group van de ECB bezig met de voorbereiding van een Rulebook voor de digitale euro, waarin standaarden en procedures worden vastgelegd voor een eventuele uitrol van de digitale euro. De ECB kan pas besluiten tot uitgifte van een mogelijke digitale euro nadat er zowel in de Raad, het parlement, als in de daaropvolgende triloog onderhandelingen een akkoord is bereikt over de juridische basis van de digitale euro.
Deze voorwaarden zijn omschreven in Protocol 13 van het Verdrag Betreffende de Werking van de EU, Protocol 13 en omschrijven eisen die worden gesteld aan prijsstabiliteit, de begrotingspositie, de wisselkoers en de rente.↩︎
Het werkprogramma van de Eurogroep is te vinden via deze link.↩︎
COM(2018)135 final 2018/0063B (COD) Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on credit servicers, credit purchasers and the recovery of collateral↩︎
COM(2018)339 final 2018/0171 (COD) Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on sovereign bond-backed securities↩︎
Zie de Raadsconclusies van het Alert Mechanism Report en de Raadsaanbeveling voor de Eurozoneaanbevelingen 2025.↩︎
Verordening (EU) 2024/1263 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2024 betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en betreffende het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG)↩︎
The Council conclusions on the revised EU list of non-cooperative jurisdictions for tax purposes, Brussels 18 februari 2025, Belastingen: lidstaten actualiseren EU-lijst van niet-coöperatieve fiscale jurisdicties – Consilium↩︎
HVF-verordening↩︎
Coalitieakkoord 2021–2025: Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst↩︎
Kamerstuk 21 501-07, nr. 1827↩︎
https://open.overheid.nl/documenten/426acbf6-5126-4155-a9f1-0fbf5a98bd4e/file↩︎
Conform een brief van de Commissie Financiën van 23 juni 2023 (2023Z11757).↩︎