[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over eigen bijdrage

Langdurige zorg

Brief regering

Nummer: 2025D08775, datum: 2025-03-04, bijgewerkt: 2025-03-05 15:59, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34104-429).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 34104 -429 Langdurige zorg.

Onderdeel van zaak 2025Z03814:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

34 104 Langdurige zorg

29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning

Nr. 429 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2025

U heeft aan mij verzocht om een reactie te geven op de e-mail die de vaste commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft ontvangen over de eigen bijdrage die betaald moet worden voor ontvangen zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Hierna is mijn reactie op de brief opgenomen.

Inhoud brief

De schrijver van de brief gaat in op de mogelijkheid die er op dit moment bestaat voor partners om te kiezen voor een ongehuwde Algemene Ouderdomswet (AOW)-uitkering indien één van de partners in een zorginstelling woont. Dit betreft de mogelijkheid om bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) te kiezen voor «duurzaam gescheiden leven». De schrijver geeft aan de hand van een voorbeeld aan dat er door deze keuze financieel voordeel kan ontstaan, ook voor het bedrag dat betaald moet worden, op grond van de Wlz, voor het wonen in een zorginstelling.

Huidige situatie

Als een burger op grond van de Wlz in een zorginstelling woont, moet hiervoor een eigen bijdrage betaald worden. De hoogte van deze eigen bijdrage is onder andere afhankelijk van de huishoudsamenstelling en het (gezamenlijk) inkomen en vermogen.

Wanneer één van de partners wordt opgenomen in een zorginstelling, krijgt een AOW-gerechtigd echtpaar de keuze van de SVB voorgelegd om als «duurzaam gescheiden leven» aangemerkt te worden. Het standaard uitgangspunt is dat een AOW-gerechtigd echtpaar aangemerkt wordt als gehuwd. Indien zij er echter voor kiezen om als «duurzaam gescheiden leven» aangemerkt te worden, betekent dit dat zij beide een alleenstaanden AOW-uitkering ontvangen in plaats van een gehuwden AOW-uitkering. Een andere financiële consequentie van deze keuze is dat degene die, op grond van de Wlz, in een zorginstelling woont, een eigen bijdrage gaat betalen die ervan uitgaat dat deze persoon ongehuwd is.

Afhankelijk van de inkomens- en vermogenspositie van de burger die in een zorginstelling woont, kan deze keuze financieel voordeel of nadeel opleveren.

Standen van de uitvoering

Ik herken het signaal van de schrijver. VWS verkent samen met partijen of deze situatie kan veranderen. Het CAK roept in zijn «Stand van de Uitvoering 2024»1 op om de keuze voor de «status duurzaam gescheiden leven» af te schaffen. Het CAK merkt dat veel burgers de keuze ingewikkeld vinden, in een emotioneel zware periode, en dat burgers de (financiële) effecten van deze keuze niet goed kunnen overzien. De keuze werkt door in de eigen bijdrage die opgelegd wordt voor de Wlz en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, maar ook in de inkomstenbelasting en (mogelijk) in de toeslagen. Daarnaast geeft het CAK aan dat de keuze voor de eigen bijdrage die betaald moet worden voor zorg of ondersteuning leidt tot verschillende uitkomsten die moeilijk uit te leggen zijn.

In de «Stand van de uitvoering sociale zekerheid december 2024»2is gemeld dat de SVB, het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), het CAK en het Ministerie van VWS het wenselijk vinden om het begrip «duurzaam gescheiden leven» aan te passen, waardoor de keuzemogelijkheid in deze situaties komt te vervallen. Op dit moment werken deze partijen dit verder uit. In de «Stand van de uitvoering sociale zekerheid december 2024» is aangegeven dat de Minister van SZW hier in het voorjaar van 2025 op terugkomt.

Tot slot

Ik bedank de schrijver voor zijn alertheid en de moeite die hij heeft genomen om zijn visie op papier te zetten en te delen.

Ik hoop u met deze reactie van dienst te zijn geweest.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V. Maeijer


  1. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2024/06/03/kamerbrief-over-aanbieding-standen-van-de-uitvoering↩︎

  2. https://open.overheid.nl/documenten/e280da9d-c4d5-4521-9ce5-e4b008b4edc1/file↩︎