[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op het rapport van NGO Monitor ‘A Strategic Approach to Deradicalization of Palestinian Society.’

De situatie in het Midden-Oosten

Brief regering

Nummer: 2025D09755, datum: 2025-03-07, bijgewerkt: 2025-03-17 09:26, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-23432-559).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 23432 -559 De situatie in het Midden-Oosten.

Onderdeel van zaak 2025Z04234:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

23 432 De situatie in het Midden-Oosten

Nr. 559 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2025

Op 21 november 2025 heb ik een verzoek ontvangen van de vaste commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp om een reactie op het rapport van NGO Monitor «A Strategic Approach to Deradicalization of Palestinian Stociety.»

Het kabinet is bekend met de beschuldigingen van NGO Monitor aan het adres van een brede groep Israëlische en Palestijnse mensenrechtenorganisaties. Er is kritiek op de handelwijze van NGO Monitor zelf, zoals benoemd in eerdere Kamervragen over NGO Monitor (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 1329).

NGO Monitor zet in voornoemd rapport meerdere aanbevelingen uiteen voor de hervorming van de ontwikkelingshulpsector, waarbij volgens deze organisatie de focus zou moeten liggen op de deradicalisering van de Palestijnse samenleving. Een aantal aanbevelingen gaat in op herinrichting van subsidieregelgeving, onder andere met betrekking tot financiering van organisaties die zich racistisch of antisemitisch uitlaten. Naar aanleiding van motie Ram1 is uw Kamer geïnformeerd over de (on)mogelijkheid ontbindende voorwaarden te stellen aan ngo’s, waaronder de erkenning van de staat Israël en de bestrijding van antisemitisme.2

De aanbevelingen benadrukken ook het belang van transparantie over projectinformatie. Uw Kamer is middels de beantwoording van schriftelijke Kamervragen geïnformeerd over transparantie van informatie ten aanzien van projecten in de Palestijnse Gebieden.3 Hierin wordt onder andere benadrukt dat alle projectvoorstellen worden getoetst op beleidsrelevantie in relatie tot de beleidsdoelstellingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Tevens worden voorstellen getoetst op beheersmatige aspecten, inclusief de inzet van middelen en de haalbaarheid van de beoogde resultaten.

Daarnaast bevatten verschillende aanbevelingen van NGO Monitor richtlijnen voor het tegengaan van banden met terroristische organisaties en wordt het belang van due diligence-criteria benadrukt. Het kabinet neemt aantijgingen van terroristische banden altijd zeer serieus.

Direct na 7 oktober 2023 heeft er een doorlichting van de Nederlandse en EU-ontwikkelingshulp voor de Palestijnse gebieden plaatsgevonden. Hieruit is gebleken dat de due diligence processen die ervoor waken dat geld niet (in)direct ten goede komt van terroristische organisaties, op orde zijn. Ook zijn er geen signalen naar voren gekomen dat Nederlands of Europees geld terecht is gekomen bij onbedoelde bestemmingen. Ik verwijs hierbij naar beantwoording van Kamervragen over dit onderwerp.4

Gezien de ernst van de beschuldiging en de mogelijke gevolgen als iemand of een organisatie beschuldigd wordt van steun aan terrorisme, hecht het kabinet in elk afzonderlijk geval groot belang aan onderbouwing van een eventuele beschuldiging, met bewijs dat inzichtelijk is voor de beschuldigde en zijn of haar advocaten, en dat getoetst wordt door een rechter. Voor Nederland zijn de terrorisme sanctie-lijsten van de VN en de EU leidend bij het bepalen welke organisaties als terroristisch worden beschouwd. Ik refereer hierbij ook naar de beantwoording van meerdere Kamervragen over zes Palestijnse ngo’s die door Israël zijn aangemerkt als terroristische organisaties.5

Het rapport raakt verder aan meerdere thema’s waarover in het verleden eveneens is gecommuniceerd met uw Kamer. Graag refereer ik naar de Kamerbrief inzake het onderzoek naar de organisatie UAWC6 en communicatie aan de Kamer rondom UNRWA.7

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,
R.J. Klever


  1. Kamerstuk 36 600 XVII, nr. 62↩︎

  2. Kamerstuk 36 600 XVII, nr. 71↩︎

  3. Aanhangsel Handelingen II 2024/25, nr. 1274↩︎

  4. Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nr. 2099↩︎

  5. Aanhangsel Handelingen II 201/22, nrs. 737, 738, 739, 1145, 3085, 3124 en 3798↩︎

  6. Kamerstuk 23 432, nr. 486↩︎

  7. De Kamer is uitgebreid geïnformeerd over zaken rondom UNRWA, o.a. in Kamerstuk 26 150, nr. 220, Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nr. 10911, Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 1889↩︎