[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de aangenomen ontraden gewijzigde motie van de leden Van Zanten en Rooderkerk over een curriculum binnen lerarenopleidingen waarin de nadruk ligt op vakinhoud en didactiek (Kamerstuk 27923-508)

Werken in het onderwijs

Brief regering

Nummer: 2025D09862, datum: 2025-03-10, bijgewerkt: 2025-03-14 07:45, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27923-510).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 27923 -510 Werken in het onderwijs.

Onderdeel van zaak 2025Z04258:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

27 923 Werken in het onderwijs

Nr. 510 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2025

Op 4 februari 2025 heeft uw Kamer een motie aangenomen, terwijl ik de oorspronkelijke motie tijdens het tweeminutendebat op 29 januari 2025 heb ontraden. Zoals gebruikelijk informeer ik u over de wijze waarop ik uitvoering zal geven aan de motie.

De gewijzigde motie van de leden Van Zanten (BBB) en Rooderkerk (D66) verzoekt de regering te zorgen voor een curriculum binnen lerarenopleidingen waarin de nadruk ligt op vakinhoud en didactiek1. Ik ben het met de indieners van de motie eens dat vakinhoud en didactiek belangrijke onderdelen zijn van het curriculum op alle lerarenopleidingen (pabo’s, eerstegraads en tweedegraads).

Ik heb de oorspronkelijke motie echter ontraden, omdat ik als Minister van OCW geen rol heb in het bepalen van de curricula van hogeronderwijsinstellingen en ik dus geen (wettelijke) mogelijkheden heb om lerarenopleidingen te verplichten met een voorgeschreven curriculum te werken. Met de aanpassing van de motie door niet meer te spreken over een verplicht curriculum komen de indieners tegemoet aan deze constatering.

Wat blijft is dat ik de inhoud van het curriculum niet kan opleggen. Het hogeronderwijsstelsel kent autonomie voor opleidingen om het curriculum zelf vorm te geven en daarbij flexibel in te spelen op specifieke behoeftes van de eigen studenten en het specifieke onderwijsveld waarvoor ze opleiden. Hoewel instellingen autonoom zijn in het bepalen van de curricula en de curricula onderling kunnen verschillen, hebben instellingen niet geheel de vrije hand; zo moeten alle lerarenopleidingen zich verplicht richten naar de bekwaamheidseisen die door de beroepsgroep van leraren worden geformuleerd en gelden er kennisbases voor de hbo-lerarenopleidingen waarin de lerarenopleidingen meer specifiek hebben afgesproken welke kennis en vaardigheden elke lerarenopleiding aan zijn studenten dient aan te bieden. Voor de universitaire lerarenopleidingen geldt dat zij de vakinhoudelijke kennis van hun studenten bewaken via de vakinhoudelijke instroomeisen die zij hanteren voor hun opleidingen.

Ik begrijp door het aanvaarden van de motie dat uw Kamer tegen de achtergrond van de wettelijke verantwoordelijkheidsverdeling hecht aan het belang van vakinhoud en didactiek op de lerarenopleidingen. Ik zal daarom de nadrukkelijke wens die uw Kamer heeft uitgesproken voorleggen aan de beroepsgroep en opleiders. Ik zal dit onder andere doen via het vorig jaar opgerichte Opleidingsberaad Leraren waarin overheid, beroepsgroep, opleidingen en werkgevers afspraken maken over hoe de verschillende kaders voor lerarenopleidingen optimaal op elkaar en de behoeftes in het onderwijsveld en de maatschappij kunnen aansluiten. Het Opleidingsberaad Leraren heeft onder andere als doel om de curricula van de lerarenopleidingen nog beter te laten aansluiten op de in het werkveld noodzakelijke ervaren kennis en vaardigheden en hier landelijk richting op te geven. Ook met het samenwerkingstraject curricula lerarenopleidingen basisonderwijs wil ik samen met het veld komen tot meer focus in de curricula. Een goede afstemming tussen de kerndoelen po, de kennisbases voor de lerarenopleidingen en de bekwaamheidseisen van leraren is daarbij van belang.

De bekwaamheidseisen worden op dit moment herijkt door de beroepsgroep. Onderdeel van die opdracht aan de beroepsgroep is dat er duidelijker moet zijn aangegeven wat een leraar moet kennen en kunnen en dit geldt dus ook voor de vakinhoudelijke en (vak)didactische eisen aan leraren (en daarmee ook aan de opleidingen). Tenslotte zal uw Kamer te zijner tijd over het advies van de beroepsgroep over de herijking van de bekwaamheidseisen worden geïnformeerd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins


  1. Kamerstukken II, 2024–2025, 27 923, nr. 508.↩︎