Reactie op de motie van het lid Kostic c.s. over de consument €0,15 statiegeld laten betalen bij aankoop van ieder plastic flesje en blikje en €0,20 laten terugkrijgen bij het inleveren ervan (Kamerstuk 32852-338)
Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Brief regering
Nummer: 2025D10080, datum: 2025-03-11, bijgewerkt: 2025-03-13 10:35, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32852-351).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32852 -351 Grondstoffenvoorzieningszekerheid.
Onderdeel van zaak 2025Z04330:
- Indiener: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-03-12 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-26 09:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-04-16 10:00: Circulaire economie (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Nr. 351 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2025
In het tweeminutendebat van 6 maart 205 heeft het lid Kostic (PvdD) mij middels een motie verzocht om producentenorganisatie Verpact officieel te verzoeken om 5 cent meer statiegeld terug te geven aan consumenten dan zij bij de aanschaf van de verpakking hebben betaald1. In reactie gaf ik aan dat deze motie ontijdig was en verzocht ik het Kamerlid de motie aan te houden tot de evaluatie van de statiegeldregeling en het handhavingstraject van de ILT richting Verpact zijn uitgekristalliseerd. Tijdens het debat heb ik toegezegd schriftelijk een nadere toelichting te sturen op deze appreciatie, vóór de stemmingen op 11 maart.
De statiegeldregeling is de afgelopen periode geëvalueerd. Zoals toegezegd, stuur ik de Tweede Kamer nog voor het Commissiedebat Circulaire Economie van 16 april aanstaande een Kamerbrief met de evaluatie en mijn beleidsreactie. Daarnaast loopt er op dit moment een handhavingstraject vanuit de onafhankelijke toezichthouder, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), richting Verpact ten aanzien van het niet behalen van de inzameldoelstelling van 90%.
Ik heb de ILT gevraagd wat de stand van zaken is van dit handhavingstraject. De ILT heeft mij laten weten dat de volgende stap in het handhavingstraject vóór het volgende Commissiedebat zal plaatsvinden. Ik benadruk daarbij dat het aan de ILT als onafhankelijke toezichthouder is om besluiten te nemen over de timing en inhoud van de lasten in dit handhavingstraject.
Het is mijn verwachting dat deze beide trajecten voor aanvang van het Commissiedebat op 16 april voldoende helderheid zullen geven aan de Tweede Kamer over de intenties aan de zijde van mijn ministerie en aan de zijde van de onafhankelijke toezichthouder over de opvolging van deze trajecten, waarbij ook wordt gekeken naar het niet uitgekeerde statiegeld.
Ik acht het van belang eerst deze stappen af te wachten en niet op mogelijke uitkomsten vooruit te lopen. Om die reden apprecieerde ik de motie als ontijdig en vroeg ik het Kamerlid de motie aan te houden tot na het Commissiedebat dat op 16 april plaatsvindt.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
C.A. Jansen
Kamerstuk 32 852, nr. 338↩︎