[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Patijn over de bevoegdheid een individueel inleenverbod te kunnen opleggen

Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten)

Amendement

Nummer: 2025D10362, datum: 2025-03-12, bijgewerkt: 2025-04-02 15:32, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36446-51).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36446 -51 Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten).

Onderdeel van zaak 2025Z04460:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 446 Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten)

Nr. 51 AMENDEMENT VAN HET LID PATIJN

Ontvangen 12 maart 2025

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel J een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ja

Na artikel 14 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 14bis Verbod op inlenen

1. De toezichthouders kunnen aan een inlener een verbod opleggen om als inlener arbeid te laten verrichten door een arbeidskracht, indien de inlener een overtreding heeft begaan in de zin van:

a. artikel 16 van deze wet;

b. artikel 18b van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;

c. artikel 18 van de Wet arbeid vreemdelingen;

d. artikel 10:1 van de Arbeidstijdenwet;

e. artikel 33 van de Arbeidsomstandighedenwet.

2. De toezichthouders kunnen voorts aan een inlener een verbod opleggen om als inlener arbeid te laten verrichten door een arbeidskracht, indien de inlener is veroordeeld op grond van artikel 225 of 273f van het Wetboek van Strafrecht.

3. Een verbod kan mondeling of bij gedagtekend schrijven worden opgelegd. Een mondeling verbod wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigd aan de inlener.

4. De toezichthouder kan een door hem op grond van het eerste lid opgelegd verbod intrekken, indien naar zijn oordeel de overtreding die de inlener heeft begaan voldoende is hersteld.

5. De toezichthouder, die een verbod als bedoeld in het eerste lid heeft opgelegd, is bevoegd met betrekking tot dit verbod de nodige maatregelen te treffen en de nodige aanwijzingen te geven.

6. Ieder wie zulks aangaat is verplicht zich te gedragen overeenkomstig een verbod als bedoeld in het eerste lid en een aanwijzing als bedoeld in het vijfde lid.

7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over het bepaalde in dit artikel.

Toelichting

Met dit amendement krijgt de Nederlandse Arbeidsinspectie de wettelijke bevoegdheid om een verbod op terbeschikkingstelling van arbeid (tba) op te leggen bij één bepaalde onderneming of organisatie. De Nederlandse Arbeidsinspectie kan hierop overgaan in het geval dat de wetten waarop de Nederlandse Arbeidsinspectie handhaaft niet worden nagekomen. Daarmee komt er een instrument voor de Arbeidsinspectie in hun gereedschapskist bij, als er overtredingen worden geconstateerd zoals vastgelegd in de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs Waadi, Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, Wet arbeid vreemdelingen, Arbeidstijdenwet, Arbeidsomstandighedenwet en het Wetboek van Strafrecht bij de uitlener en/of de inlener. Het gaat hier bijvoorbeeld om het niet correct uitbetalen van het minimumloon, het niet voldoen aan de regels rondom inhoudingen op het minimumloon, het laten werken zonder tewerkstellingsvergunning, verschillende overtredingen uit de Arbeidsomstandighedenwet en mensenhandel.

Bij een verbod op tba is het niet langer toegestaan om bij het betreffende bedrijf of de betreffende organisatie arbeidskrachten uit te lenen. Daarmee kan de organisatie dus niet langer arbeidskrachten inlenen. Indiener wil met dit amendement stimuleren dat er meer rechtstreekse dienstverbanden komen.

Indiener vindt het gerechtvaardigd om in sommige gevallen over te gaan op een verbod op tba in een bedrijf of organisatie, conform de redenering uit het amendement van het lid Patijn over de mogelijkheid van een verbod op terbeschikkingstelling van arbeidskrachten expliciteren. Uit onderzoek blijkt dat werknemers die via tba ergens werken een hoger risico lopen op ongezonde, onveilige en oneerlijke werkomstandigheden dan wanneer zij met een directe dienstverbanden ergens werken.

Indiener stelt vanwege de urgentie van het vraagstuk voor deze nieuwe bevoegdheid eerder in werking te laten treden dan andere onderdelen van de wet. Om de NLA voldoende voorbereidingstijd te geven stelt indiener een inwerkingtreding per 1 januari 2026 voor.


Patijn