Stand van zaken Rijksbrede Klachtencommissie Ongewenste Omgangsvormen (KCOO)
Seksuele intimidatie en geweld
Brief regering
Nummer: 2025D10486, datum: 2025-03-12, bijgewerkt: 2025-03-14 15:24, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34843-118).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 34843 -118 Seksuele intimidatie en geweld.
Onderdeel van zaak 2025Z04524:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-03-18 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-27 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-06-05 14:00: Discriminatie, racisme en mensenrechten (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
34 843 Seksuele intimidatie en geweld
30 950 Racisme en Discriminatie
Nr. 118 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 maart 2025
Tijdens het commissiedebat Discriminatie, racisme en mensenrechten op 29 januari jl. heb ik uw Kamer laten weten dat de oprichting van de Rijksbrede Klachtencommissie Ongewenste Omgangsvormen (KCOO) eind februari in werking zal treden. Dit mede ter uitvoering van de motie-Rajkowski/Van Baarle1.
Bij deze moet ik u mededelen dat de KCOO niet per eind februari in werking is getreden. De reden hiervan is met name gelegen in de complexiteit van de processen rond gegevensbescherming, zoals ook tijdens het commissiedebat aangegeven.
De streefdatum die nu wordt gehanteerd voor de realisatie van de KCOO is 1 mei a.s. Dit is dezelfde streefdatum voor de inwerkingtreding van de Rijksbrede Integriteitscommissie. De beide commissies zullen met één gezamenlijk loket werken.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
TK 30 950, nr. 417↩︎