[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Fiche: Commissiemededeling veilige en duurzame e-commerce

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Brief regering

Nummer: 2025D11110, datum: 2025-03-14, bijgewerkt: 2025-03-26 14:16, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-4008).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -4008 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2025Z04805:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 4008 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 maart 2025

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 2 fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).

Fiche: Commissieaanbeveling Evaluatie Uitgaande Investeringen (Kamerstuk 22 112, nr. 4007)

Fiche: Commissiemededeling veilige en duurzame e-commerce

De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp

Fiche: Commissiemededeling veilige en duurzame e-commerce

1. Algemene gegevens

a) Titel voorstel

Communication from the Commission to the European Parliament, the Council, the European Economic and Social Committee and the Committee of the Regions: A comprehensive EU toolbox for safe and sustainable e-commerce

b) Datum ontvangst Commissiedocument

5 februari 2025

c) Nr. Commissiedocument

COM(2025) 37

d) EUR-Lex

https://eur-lex.Europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52025DC0037&qid=1739181454892

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie

Niet opgesteld

f) Behandelingstraject Raad

Raad van Concurrentievermogen

g) Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Economische Zaken in nauwe samenwerking met het Ministerie van Financiën

2. Essentie voorstel

De Europese Commissie (hierna: de «Commissie») presenteert in deze mededeling een brede aanpak die de problemen als gevolg van de opmars van niet-Europese online marktplaatsen (e-commerce) adresseert. In de mededeling benadrukt de Commissie de gedeelde verantwoordelijkheid in deze aanpak van de lidstaten en de nationale autoriteiten, zoals de markttoezichthouders en de Douane.

E-commerce kent diverse voordelen, zoals keuzevrijheid voor de consument, en een grote afzetmarkt voor Europese (middelgrote en kleine) bedrijven. Tegelijkertijd zijn er in toenemende mate zorgen over de enorme stroom aan laagwaardige producten die de interne markt opkomen1. In de hele EU gaat het dagelijks om ruim 12 miljoen producten die niet-Europese online marktplaatsen direct aan de consument versturen. Deze aantallen maken het voor de toezichthouders en Douane onmogelijk om in de huidige vormgeving van het markttoezicht effectief en efficiënt te controleren. Onderzoeken tonen daarnaast aan dat deze producten relatief vaak niet voldoen aan Europese regelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu, duurzaamheid, intellectuele eigendom en effectiviteit (hierna: non-conforme producten)2. Bovendien schenden deze online marktplaatsen regels voor digitale diensten en consumentenbescherming. Het niet-naleven van deze regelgeving door niet-Europese online marktplaatsen schaadt daarmee het gelijke speelveld tussen bedrijven.

De Commissie wil deze risico’s verminderen door de samenwerking en coördinatie tussen alle (Europese en nationale) bevoegde autoriteiten en Douanes te verbeteren. Lidstaten moeten hier een proactieve rol in nemen. De Commissie stelt tien concrete maatregelen voor. De Commissie roept op tot (a) een spoedige vaststelling van een verordening over een nieuw Douanewetboek van de Unie (hierna: nDWU).3 Aanvullend vraagt de Commissie de Raad en het Europees Parlement extra maatregelen te overwegen, zoals een non-discriminatoire heffing op goederen die van buiten de Unie direct aan consumenten worden geleverd. Ook is de Commissie van plan om de start van het op te richten Europese Douaneagentschap (EU-douaneautoriteit) en de zogenoemde EU-douanedatahub naar voren te halen.

Daarnaast zet de Commissie in op (b) de uitrol van Ecodesign-eisen4 voor verschillende productgroepen. Eén van de prioriteiten hierbij is het digitale productpaspoort (hierna: DPP). Naast gegevens over duurzaamheid en duurzaam ontwerp, heeft de Commissie bij het stellen van inhoudelijke eisen ook aandacht voor gebruik van het DPP voor het controleren van productconformiteit. Verder wil de Commissie (c) de bestaande regels op het gebied van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid harmoniseren en uitbreiden naar andere productgroepen onder de geplande Circular Economy Act. Daarnaast stelt de Commissie (d) een nieuw instrument beschikbaar voor markttoezichthouders om mogelijk non-conforme producten op online platforms snel en geautomatiseerd in kaart te brengen (hierna: «AI-webcrawler»). Deze AI-webcrawler wordt gedreven door kunstmatige intelligentie. De Commissie is ook van plan (e) de testcapaciteit voor productcontrole voor markttoezichtautoriteiten te verbeteren door extra EU-testfaciliteiten op te zetten.

Bovendien wil de Commissie (f) op korte termijn markttoezichtacties coördineren onder een «priority control area» (hierna: PCA), een instrument in de douanewetgeving voor het uitvoeren van EU-breed gecoördineerde controles. Hier zal worden gefocust op productgroepen met hoge veiligheidsrisico’s die middels e-commercedirect worden geïmporteerd uit derde landen.

Om opvolging te geven aan de lessen die getrokken zijn uit de PCA’s zal de Commissie meerdere «Coordinated Activity on the Safety of Products» (hierna: CASP) acties opzetten. Hierin beoordelen markttoezichtautoriteiten gezamenlijk de risico’s en eventuele handhavingsacties op producten of productgroepen die online worden aangeboden. Verder wil de Commissie (g) zich inzetten voor de effectieve handhaving van digitale regelgeving, zoals de Digital Services Act (hierna: DSA) en de General Product Safety Regulation (hierna: GPSR).

Ook wil de Commissie (h) via informatiecampagnes bewustzijn creëren bij consumenten en ondernemers over productveiligheidsrisico’s en het belang van duurzame producten. Tot slot zal de Commissie (i) de bilaterale samenwerking voortzetten met exporterende derde landen en hun autoriteiten en zal zij voorlichting aanbieden over de werking van Europese productveiligheidswetgeving. Wanneer er aanwijzingen zijn dat derde landen aan dumping doen of wanneer er sprake is van (illegale) gesubsidieerde export, dan zal de Commissie verdergaande handelspolitieke maatregelen overwegen, zoals de inzet van (bestaande) handelsdefensieve regelingen.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Het Nederlandse beleid is erop gericht dat consumenten en professionele gebruikers erop moeten kunnen vertrouwen dat producten voldoen aan de regelgeving op het gebied van veiligheid, milieu, gezondheid, duurzaamheid, intellectuele eigendom en effectiviteit. Daarnaast is het belangrijk dat er op de Europese interne markt een gelijk speelveld voor ondernemers is. Het kabinet werkt hieraan op grond van de kabinetsbrede interne marktactie-agenda, onder meer door betere en meer uniforme toepassing van interne-marktregels.5

De regelgeving voor producten en het markttoezicht hierop is EU-beleid. Lidstaten zijn verantwoordelijk voor de implementatie hiervan en de invulling van het toezicht. In Nederland is er een nauwe samenwerking tussen het stelselverantwoordelijke departement voor markttoezicht6, de beleidsverantwoordelijke departementen voor productregelgeving7, de markttoezichthouders8 en de Douane. Door middel van steekproeven en risico gebaseerd toezicht werken markttoezichthouders en de Douane samen. Hierbij voert de Douane de eerste check uit en kan zij zendingen tegenhouden. Ook kan de Douane de gespecialiseerde toezichthouder wijzen op een verdachte zending. De toezichthouder kan dan vervolgstappen nemen.

Daarnaast ziet het kabinetsbeleid op een aantal specifieke acties. Het kabinet zet zich bijvoorbeeld in voor een effectieve handhaving van de DSA en de GPSR met betrekking tot online marktplaatsen. Het kabinet zet ook in op voorlichting van consumenten en ondernemers. Zo lanceerde het kabinet in 2024 de Productenmeldwijzer en een bijbehorende campagne.9 De Productenmeldwijzer verwijst ondernemers en consumenten naar de juiste toezichthouder wanneer hun product non-conform is. Daarnaast informeert de Productenmeldwijzer consumenten over veilig online aankopen. Ondernemers die vragen hebben over de werking van Europese productregelgeving, kunnen terecht bij het nationale productcontactpunt.10 De toezichthouders zetten daarnaast actief in op het informeren van Nederlandse en Europese marktdeelnemers over relevante productwet- en regelgeving.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Het kabinet herkent de e-commerce problematiek zoals de Commissie schetst en verwelkomt het voorstel voor een integrale EU-aanpak. Het kabinet is positief over de aanjagende en coördinerende rol die de Commissie oppakt en ziet ook de belangrijke rol die de lidstaten hebben om de voorgestelde maatregelen tot een succes te maken. Het kabinet merkt hierbij op dat veel van de maatregelen van de Commissie niet nieuw zijn. De maatregelen worden wel voor het eerst als één integrale aanpak voor de e-commerce problematiek gepresenteerd. Daarnaast is de effectiviteit van deze aanpak mede afhankelijk is van de bereidheid van lidstaten om deel te nemen aan de in de mededeling genoemde initiatieven.

Het kabinet steunt de ambitie van de Commissie om de onderhandelingen van het nDWU zo spoedig mogelijk af te ronden (a). Het kabinet wil de stroom pakketjes via online marktplaatsen uit derde landen beheersbaarder maken. Het kabinet staat daarom positief tegenover het schrappen van de drempel voor het betalen van invoerrechten, het beter gebruik maken van data (door middel van een EU-douanedatahub), het verbeteren van de EU-brede risicoanalyses (onder andere door de oprichting van een EU-douaneagentschap) en het onderzoeken van een non-discriminatoire heffing voor dergelijke zendingen.

Het kabinet vindt het van belang dat het voorstel voor een non-discriminatoire heffing verder wordt uitgewerkt en is bereid om actief mee te werken hieraan. Hierbij hecht het kabinet waarde aan de conformiteit van eventuele maatregelen met internationale verplichtingen (zoals vastgelegd in WTO-verband en in handelsakkoorden) en dient de maatregel uitvoerbaar en handhaafbaar te zijn. Deze heffing kan aansluiten bij het non-paper dat het kabinet onlangs publiceerde met als doel de stroom individuele pakketjes te doen verminderen en bulkimporten te stimuleren, waardoor toezicht behapbaarder wordt.11

Het kabinet verwelkomt een brede uitrol van de Ecodesign-eisen voor verschillende productgroepen (b) en ziet dit graag terug in het volgende Ecodesign-werkplan van de Commissie in april 2025. Het kabinet steunt het voornemen om het DPP de norm te maken voor verschillende productgroepen en om het DPP ook te gaan gebruiken voor het controleren van productconformiteitsinformatie. Het kabinet is positief over het voorstel om (c) de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid12 onder de geplande Circular Economy Act te harmoniseren en deze verder uit te breiden naar andere productgroepen. Hierbij benadrukt het kabinet het belang van effectieve handhaving ter borging van het gelijke speelveld. Bij de voorgenomen herziening van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen zal het kabinet daarom aandacht vragen voor het Europees vastleggen van de rol en verantwoordelijkheid van online marktplaatsen in het naleven van de verplichtingen die rusten op producenten onder de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.

Het kabinet verwelkomt de nieuwe AI-webcrawler die de Commissie beschikbaar wil stellen (d). Het is daarbij belangrijk dat dit voldoet aan onder andere privacy- en AI-wetgeving. Het kabinet is verder positief over de inzet van de Commissie om EU-testfaciliteiten op te zetten in het kader van de Markttoezichtverordening (e).

Het kabinet steunt de inzet op versterkte samenwerking tussen douaneautoriteiten en markttoezichtautoriteiten, bijvoorbeeld onder een PCA en CASP (f), waarbij de focus ligt op e-commerce zendingen met hoge veiligheidsrisico’s. Het kabinet merkt hierbij op dat meer fysieke controles aan de grens in beperkte mate zullen leiden tot een vermindering van non-conforme producten. Hiervoor is de e-commerce stroom te groot en te divers. Mede om deze reden controleren toezichthouders nadrukkelijk of marktdeelnemers, zoals online marktplaatsen, hun interne procedures voor productveiligheid op orde hebben. Het kabinet ziet echter wel de meerwaarde van de voorgestelde gecoördineerde toezichtacties van de Commissie. De uitkomsten van deze controles kunnen immers gebruikt worden als bewijs in onderzoeken onder de DSA en om risicoanalyses effectiever te maken.

Het kabinet is positief over de prioriteit die de Commissie geeft aan een effectieve handhaving van de DSA op online marktplaatsen (g). Daarnaast ziet het kabinet de meerwaarde van een sterk Europees handhavingsnetwerk en steunt daarom een verdere samenwerking tussen bevoegde autoriteiten toe. Het kabinet is positief dat de Commissie wil inzetten op informatiecampagnes voor consumenten over de risico’s van e-commerce en om bewustwording te vergroten (h).

Het kabinet vindt het positief dat de Commissie de bilaterale samenwerking wil voortzetten met exporterende derde landen (i) en hun autoriteiten beter wil informeren over de productveiligheidsregels binnen de EU. Het kabinet deelt het standpunt van de Commissie dat de inzet van verdergaande instrumenten niet kan worden uitgesloten wanneer derde landen aan dumping doen of wanneer sprake is van (onrechtvaardige) gesubsidieerde export.

De Europese aanpak van e-commerce kan volgens het kabinet versterkt worden door de volgende drie punten. Allereerst pleit het kabinet voor een spoedige evaluatie van de Markttoezichtverordening om deze in lijn te brengen met de GPSR. De Markttoezichtverordening ziet op zeventig productcategorieën waarvoor geharmoniseerde productregelgeving bestaat, zoals speelgoed en textiel. De verplichting voor fabrikanten om een gemachtigde vertegenwoordiger in de EU13 aan te wijzen geldt voor slechts vijftien productcategorieën. Het kabinet vindt het van belang dat deze bepaling op alle geharmoniseerde productcategorieën van toepassing wordt en dat de naleving van deze verplichting beter wordt gehandhaafd.

Ten tweede moet het makkelijker worden voor toezichthouders om toezicht te houden onder een fictieve identiteit. Op dit moment zit Europese financiële regelgeving dit in de weg, terwijl dit een belangrijk middel is voor toezichthouders om testaankopen te kunnen doen zonder het risico te lopen te worden herkend door online aanbieders.14 Het kabinet zal hier opnieuw voor pleiten bij de Commissie.

Ten derde ziet het kabinet meerwaarde in een Europees onderzoek naar alle partijen die een rol spelen in de e-commerceketen. Naast online marktplaatsen zijn bijvoorbeeld ook logistieke dienstverleners, betaalproviders, conformiteitsbeoordelende instanties en het industriebeleid van herkomstlanden bepalende factoren in de e-commerce problematiek. Een onderzoek kan de ontwikkelingen rondom e-commerce en de rol van overige actoren helpen duiden, wat alternatieve beleidsopties ter verbetering van de situatie in kaart kan brengen. Het kabinet zal pleiten voor zo’n Europees onderzoek bij de Commissie.

d) Eerste inschatting van krachtenveld

Van de twaalf miljoen producten die dagelijks de EU binnenkomen, komen drie miljoen producten via Nederland de EU binnen, veelal via Schiphol. Nederland is daarmee een van de zes lidstaten die een sleutelrol spelen in de e-commerce problematiek. Nederland en twaalf andere lidstaten hebben in een gemeenschappelijk non-paper met input voor de nog te publiceren horizontale interne-marktstrategie gepleit voor maatregelen om de e-commerce problematiek aan te pakken15.

Daarnaast pleitte Nederland samen met vier andere lidstaten tijdens de Raad van Concurrentievermogen van 26 september 2024 voor een gezamenlijke Europese aanpak voor e-commerce uit derde landen.

Deze lidstaten verzochten de Commissie eerder op om onderzoek te doen naar de veiligheid van producten die via niet-Europese online marktplaatsen worden verkocht.16

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

a) Bevoegdheid

De grondhouding van het kabinet is positief. Het voorstel heeft betrekking op de douane-unie. Op dit terrein is er sprake van exclusieve bevoegdheid van de EU op grond van artikel 2, lid 1, juncto artikel 3, lid 1, EU-Werkingsverdrag. Ook heeft het voorstel betrekking op de interne markt, product wet- en regelgeving, duurzaamheid, circulariteit, consumentenbescherming en online platforms. Op deze terreinen is sprake van een gedeelde bevoegdheid van de EU en de lidstaten op grond van artikel 2, lid 2, juncto artikel 4, lid 2, onder a), EU-Werkingsverdrag. De mededeling stelt geen nieuwe maatregelen voor. Nadere beoordeling van de rechtsgrondslag zal daarom te zijner tijd plaatsvinden, als de Commissie bij voorstellen voor nieuwe wetgevende maatregelen een rechtsgrondslag kiest.

b) Subsidiariteit

De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft tot doel minder non-conforme producten op de interne markt en een gelijk speelveld voor bedrijven. Dit wil de Commissie onder andere bereiken door toezicht aan de grens te intensiveren, de goederenstroom beheersbaarder te maken, consumenten beter te beschermen, duurzaamheidswetgeving uit te breiden en effectiever te handhaven op bestaande wet- en regelgeving, zoals de DSA en GPSR. Gezien de Europese interne markt waar producten vrij kunnen bewegen kan dit doel onvoldoende door lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt. Een EU-aanpak is daarom nodig. De verschillende maatregelen van de Commissie zijn nodig om non-conforme producten op de interne markt tegen te gaan en het gelijke speelveld te verbeteren. Om die redenen is optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd. De subsidiariteitsvraag is niet van toepassing voor zover het de douane-unie betreft, gegeven de exclusieve bevoegdheid van de EU ten aanzien daarvan.

c) Proportionaliteit

De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft tot doel minder non-conforme producten op de interne markt en een gelijk speelveld voor bedrijven. De voorgestelde maatregelen zijn proportioneel om deze doelstelling te bereiken, omdat het gaat om niet-bindende maatregelen. Bovendien gaat het voorgestelde optreden niet verder dan noodzakelijk, omdat de Commissie met de maatregelen voornamelijk de handhaving van bestaande wettelijke instrumenten wil verbeteren. Er wordt dus voldoende ruimte aan de lidstaten gelaten.

d) Financiële gevolgen

De mededeling kan gevolgen hebben voor de Nederlandse begroting en de inzet van de betrokken autoriteiten. De precieze gevolgen zijn niet bekend en behoeven verduidelijking van de Commissie. Het instellen van een non-discriminatoire heffing op goederen die van buiten de Unie direct aan consumenten worden geleverd heeft – afhankelijk van de precieze uitwerking van het voorstel – naar verwachting gevolgen voor de inkomsten van de Nederlandse en EU-begroting. Een dergelijke heffing kan mogelijk extra inkomsten voor de EU en Nederland genereren. Het is van belang dat dit in samenhang wordt bezien met de onderhandelingen over een nieuw Eigenmiddelenbesluit (verwacht in de zomer van 2025).

Tevens kunnen de voorgestelde maatregelen ook leiden tot extra uitvoeringskosten voor de douane en markttoezichthouders. Voorbeelden zijn de EU-breed gecoördineerde controles onder een PCA en CASP. De Commissie zal deze controles coördineren, maar lidstaten worden verzocht hieraan deel te nemen. In de mededeling wordt vermeld dat het meerjaarlijkse werkprogramma van het Customs Control Equipment Instrument17 wordt vastgesteld in 2025. Hierin wordt een bedrag gereserveerd van 100 miljoen euro voor het toezicht op e-commerce door Europese douaneautoriteiten.18 Of, en in hoeverre dit bedrag de deelname dekt door de nationale bevoegde autoriteiten aan de EU-breed gecoördineerde controles is op dit moment niet duidelijk. (Eventuele) budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het/de beleidsverantwoordelijk(e) departement(en), conform de regels van de budgetdiscipline. Daarbij zal het kabinet oog houden voor de uitvoerbaarheid van initiatieven die volgen uit de mededeling voor de markttoezichthouders en de Douane.

De mededeling roept ook op tot effectievere handhaving van bestaande EU wet- en regelgeving, zoals de DSA en de GPSR. Deze handhaving is al deels belegd bij de Commissie en deels bij nationale autoriteiten. Gelet op het vrijblijvende karakter van de mededeling, behoudt het kabinet de ruimte in hoeverre zij navolging geeft hieraan. De mededeling gaat verder niet in op de financiële gevolgen van de voorgestelde maatregelen voor de Europese begroting. Het kabinet is van mening dat eventueel benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de Europese jaarbegroting.

e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

De voorgestelde maatregelen in de mededeling kunnen consequenties hebben voor toezichthouders en de Douane, onder andere door de invoering van gecoördineerde toezicht acties en het versterken van de samenwerking tussen Europese autoriteiten. Het beschikbaar stellen van een AI-webcrawler door de Commissie biedt kans om het werk voor toezichthouders te vereenvoudigen. Voor bedrijven introduceert de mededeling geen nieuwe verplichtingen. Nadere beoordeling van de regeldruk heeft voor het merendeel van de voorstellen al plaatsgevonden in eerdere kabinetsappreciaties (BNC-fiches). Destijds is geoordeeld dat deze niet disproportioneel zijn. Nieuwe regeldrukbeoordelingen zullen te zijner tijd opnieuw plaatsvinden indien de Commissie concretere vervolgmaatregelen voorstelt.

Naar verwachting heeft de mededeling een positief effect op het Europese concurrentievermogen. Het kabinet streeft naar een gelijk speelveld op de interne markt en een eerlijk mondiaal speelveld, waarin bedrijven, en niet (lid)staten met elkaar concurreren.19 De voorgestelde Europese en integrale aanpak richt zich op het versterken van het gelijke speelveld door effectiever toe te zien op de naleving van Europese regelgeving door markdeelnemers uit derde landen. Zo gelden er strengere verplichtingen voor grotere online marktplaatsen. Dit zijn voornamelijk marktplaatsen gevestigd in derde landen. Daarnaast worden er extra (gerechtvaardigde) belemmeringen opgelegd aan marktdeelnemers uit derde landen. Hierdoor is de verwachting dat de mededeling gaat leiden tot een gelijker speelveld.

De maatregelen in de mededeling zien grotendeels toe op verplichtingen voor marktdeelnemers uit derde landen. Zo zal het schrappen van de vrijstelling van invoerrechten onder de € 150, de invoering van een non-discriminatoire heffing en meer douanecontroles impact hebben op marktdeelnemers uit derde landen die hun producten (direct) verkopen aan Europese consumenten. Naar verwachting wordt directe verzending naar de consument minder aantrekkelijk voor deze marktdeelnemers. Daarnaast kunnen deze maatregelen een signaal afgeven aan derde landen dat de EU haar markt wil beschermen en kan dit een negatief effect hebben op de verhouding van de EU tot derde landen.

De uitrol van Ecodesign eisen voor verschillende productgroepen en de implementatie van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid leidt tot hogere administratieve lasten voor fabrikanten in derde landen. Dit voornemen van de Commissie is echter niet nieuw en de gevolgen op het gebied van regeldruk voor deze partijen zijn eerder geanalyseerd in de effectbeoordelingen bij deze regelgeving.20

Effectieve handhaving van de DSA en de GPSR heeft directe impact op online marktplaatsen in derde landen. Zo kan de Commissie online marktplaatsen onder de DSA verplichten non-conforme producten van hun platform te verwijderen. De mededeling draagt tot slot bij aan het waarborgen van de publieke belangen in de EU door op te treden tegen non-conforme producten uit derde landen en een ongelijk speelveld voor Europese bedrijven.


  1. Het Ministerie van Economische Zaken ontving signalen vanuit het bedrijfsleven, brancheverenigingen en maatschappelijke organisaties. Ook de markttoezichthouders en de Douane wezen onlangs op de ontwikkelingen met betrekking tot e-commerce: Nederlandse toezichthouders: gezamenlijke aanpak e-commerce producten nodig om consumenten te beschermen | Nieuwsbericht | Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Het kabinet heeft daarom gesproken met een aantal bedrijven, brancheorganisaties, maatschappelijke organisaties en toezichthouders over de e-commerce problematiek.↩︎

  2. Inspectieresultaten uit ICSMS (een Europees registratiesysteem voor toezichthouders om toezicht bevindingen te registreren) van verschillende Europese markttoezichthouders laten zien dat 85–95% van de producten afkomstig van niet-Europese online marktplaatsen non-conform zijn: E-commerce platforms buiten de EU zorgen voor onveilige (markt)producten | Signaalrapportage | Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)↩︎

  3. De onderhandelingen over deze verordening lopen sinds publicatie van de voorstellen op 17 mei 2023.↩︎

  4. Verordening 2024/1781 (EU).↩︎

  5. Kamerstuk 22 112, nr. 3437.↩︎

  6. Het Ministerie van Economische Zaken↩︎

  7. De Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Infrastructuur en Waterstaat, Landbouw Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, Klimaat en Groene Groei, en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.↩︎

  8. de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).↩︎

  9. Kamerstuk 27 879, nr. 105. Zie ook: www.productenmeldwijzer.nl.↩︎

  10. Ondernemersplein, «toelating EU-producten in Nederland», https://ondernemersplein.kvk.nl/toelating-eu-producten-in-nederland/.↩︎

  11. Rijksoverheid, «Non-paper E-commerce», https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2025/01/10/bijlage-2-non-paper-e-commerce, 10 januari 2025.↩︎

  12. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, «Beleidsprogramma circulair textiel 2025–2030», https://www.eerstekamer.nl/overig/20241204/beleidsprogramma_circulair_textiel/document, p.29↩︎

  13. Dit is een bedrijf of persoon in de EU die namens de fabrikant administratieve wettelijke verplichtingen nakomt, zoals het verstrekken van een technisch dossier van een product als toezichthouders hierom vragen. Door het verplichten van een gemachtigde in de EU hebben toezichthouders altijd een aanspreekpunt in de EU waar ze informatie over een product kunnen opvragen.↩︎

  14. Het kabinet heeft de Europese Commissie per brief verzocht om belemmeringen voor het toezicht onder een fictieve identiteit weg te nemen. Zie ook: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brieven/2024/06/10/bijlage-brief-mcguinness-the-power-of-authorities-to-use-a-cover-identity↩︎

  15. De Kamer wordt hierover geïnformeerd via de geannoteerde agenda voor de Raad voor Concurrentievermogen – deze brief moet nog uitgaan. Er is nu nog geen nummer).↩︎

  16. European Parliament, «Protecting consumers and tackling unfair competition by boosting EU oversight in e-commerce and imports», https://www.europarl.europa.eu/RegData/etudes/ATAG/2024/762456/EPRS_ATA(2024)762456_EN.pd f, oktober 2024.↩︎

  17. European Commission, Customs Control Equipment Instrument, https://taxation-customs.ec.europa.eu/about-us/eu-funding-customs-and-tax/customs-control-equipment-instrument_en?prefLang=nl↩︎

  18. Mededeling van de Europese Commissie, «A comprehensive EU toolbox for safe and sustainable e-commerce», 5 februari 2025, p.11.↩︎

  19. Kamerstuk 21 501-30, nr. 621↩︎

  20. Zie bijvoorbeeld: European Commission, «Impact Assessment accompanying the document Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council establishing a framework for setting ecodesign requierements for sustainable products and repealing directive 2009/125/EC», https://eur-lex.europa.eu/resource.html?uri=cellar:ccd71fda-b1b5-11ec-9d96-01aa75ed71a1.0001.02/DOC_1&format=PDF, 2022.↩︎