Verslag van de buitengewone Europese Raad van 6 maart 2025
Europese Raad
Brief regering
Nummer: 2025D11123, datum: 2025-03-14, bijgewerkt: 2025-03-20 11:07, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-20-2216).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Verslag van de buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad van 6 maart 2025
- Beslisnota bij Verslag van de buitengewone Europese Raad van 6 maart 2025
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 20-2216 Europese Raad.
Onderdeel van zaak 2025Z04810:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2025-03-18 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-18 16:45: Debat over de Europese top van 20 en 21 maart 2025 (Plenair debat (overig)), TK
- 2025-03-27 13:59: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-04-03 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
21 501-20 Europese Raad
Nr. 2216 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 maart 2025
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de buitengewone Europese Raad van 6 maart 2025.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Verslag van de buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad van 6 maart 2025
Op donderdag 6 maart 2025 vond een buitengewone bijeenkomst van de leden van de Europese Raad (ER) plaats om te spreken over de ontwikkelingen rondom de Russische agressieoorlog in Oekraïne en over het versterken van Europese samenwerking op het gebied van veiligheid en defensie, mede in het licht van de veranderde inzet van de nieuwe Amerikaanse regering.
Russische agressie tegen Oekraïne
De ER sprak, mede in aanwezigheid van de President van Oekraïne Volodymir Zelensky, over de Russische agressieoorlog en de brede EU-steun aan Oekraïne. Hierbij onderstreepten 26 leden van de ER dat de EU Oekraïne onverminderd zal blijven steunen alsook het belang om te komen tot een alomvattende, rechtvaardige en duurzame vrede. Hierbij is en blijft het uitgangspunt: niets over Oekraïne, zonder Oekraïne en niets over Europese veiligheid, zonder Europa. Een wapenstilstand zou alleen ingesteld moeten worden als onderdeel van een breder vredesakkoord, waarbij robuuste en geloofwaardige veiligheidsgaranties aan Oekraïne moeten worden gegeven die voldoende afschrikkend zijn om toekomstige Russische agressie te voorkomen. Nederland en andere lidstaten onderstreepten in dit kader het belang hierbij zeer nauw met de VS te blijven samenwerken (in lijn met motie Eerdmans-Wilders1). De ER herhaalde de inzet om te komen tot «peace through strength» teneinde Oekraïne de best mogelijke uitgangspositie te geven gedurende en na onderhandelingen. Er bestond een breed gedeelde visie dat Europa meer zal moeten gaan doen en in dit verband werd afgesproken dat hiertoe Oekraïne politiek, militair, financieel, economisch, diplomatiek en humanitair onverminderd ondersteund blijft worden. Nederland wees hierbij op de invulling van de in het Regeerprogramma (bijlage bij Kamerstuk 36 471, nr. 96) vastgelegde onverminderde steun aan Oekraïne.
De sancties tegen Rusland moeten verder worden uitgebreid en handhaving van bestaande sancties moet worden versterkt, waarbij Nederland opriep om het werk richting een 17e sanctiepakket actief op te pakken en de mogelijkheden voor het gebruik van de Russische bevroren Centrale Banktegoeden te blijven onderzoeken. Gedegen onderzoek naar zowel de juridische en financieel-economische risico’s als de aanvullende mogelijkheden is hierbij van belang. De EU blijft Oekraïne ruimschoots financieel ondersteunen vanuit de Oekraïne Faciliteit en vanuit het EU-aandeel in het door de G7 geïnitieerde Extraordinary Revenue Acceleration-initiatief, waarbij rente-inkomsten over de bevroren Russische Centrale Banktegoeden aan Oekraïne ter beschikking worden gesteld voor afbetaling van leningen en rentebetalingen. De ER verzocht de Commissie maatregelen te treffen om te zorgen dat deze steun eerder kan worden uitbetaald. Ook op militair terrein onderstreepte de ER dat Oekraïne ondersteund moet blijven worden en riep lidstaten op om militaire en defensiebijdragen te verhogen. De ER riep in dit licht de Raad op om het werk aan EU-initiatieven voor militaire steun spoedig voort te zetten. Ook werd herbevestigd dat de EU gecommitteerd is aan het trainen en bewapenen van de Oekraïne strijdkrachten en de verdere ontwikkeling van de Oekraïense defensie-capaciteiten. In het licht van een alomvattend vredesakkoord verklaarden de EU en de lidstaten zich bereid bij te dragen aan veiligheidsgaranties, gebaseerd op de nationale competenties van lidstaten en in lijn met het internationaal recht. Hierbij werd het belang van samenwerking met Oekraïne, gelijkgezinde derde landen en NAVO-partners onderstreept. Tot slot herbevestigde de ER de steun aan de Oekraïense hervormingsagenda in het licht van het toetredingstraject van het land.
Veiligheid en defensie
Tijdens de discussie over veiligheid en defensie was er een breed gedeeld gevoel van urgentie dat Europa meer moet doen aan zijn eigen defensie en zich beter moet toerusten om meer autonoom huidige en toekomstige veiligheidsdreigingen het hoofd te kunnen bieden. Europa moet meer verantwoordelijkheid nemen voor de afschrikking en verdediging van het eigen continent; dat betekent dat de bijdrage van Europese bondgenoten aan de NAVO vergroot zal moeten worden. De EU zal financiering mobiliseren voor een versterkt defensie- en industriebeleid. Nederland wees er hierbij op dat dit ook in nauwe samenwerking met partners van buiten de EU moet gebeuren. De ER heeft een aantal intenties van de Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen verwelkomd, met daarin contouren van ideeën om substantieel defensie-uitgaven te verhogen (ReARM). De ER heeft verder kennisgenomen van de intentie van de Commissie om een voorstel te doen voor een nieuw instrument dat leningen verschaft aan lidstaten. Nederland benadrukte hierbij de concrete uitwerking van de voorstellen af te wachten alvorens zich hierover een inhoudelijk oordeel te kunnen vormen en herhaalde de kabinetspositie tegen eurobonds te zijn. Het kabinet heeft kennisgenomen van de aangenomen motie-Eerdmans2 inzake ideeën van de voorzitter van de Commissie voor versterking van de Europese defensie (REARM) en heeft uw Kamer vandaag hierover nader geïnformeerd in de Kamerbrief inzake motie-Eerdmans (ReArm Europe) en de Europese Raad van 20–21 maart (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2215).
De ER verwelkomde de intenties van de Commissie om met een voorstel te komen om de bestaande flexibiliteit binnen de regels van het Stabiliteit- en Groeipact te gebruiken in de vorm van de activatie van de landspecifieke ontsnappingsclausule om meer middelen voor defensie te genereren, en riep de Commissie op om eventuele verdere mogelijkheden te onderzoeken. Dit met inachtneming van de positie van de Raad en met de verzekering dat schuldhoudbaarheid gewaarborgd blijft. Nederland wees in de discussie expliciet op het grote belang van de schuldhoudbaarheid. Ook werd kennis genomen van de intentie van een concreet voorstel van de Commissie voor een leningeninstrument voor defensieprojecten, en van een concreet voorstel voor meer flexibiliteit in de besteding van cohesiefondsen voor defensie-uitgaven onder bestaande EU-programma’s. Tot slot werden de plannen verwelkomd van de president van de Europese Investeringsbank voor verruimde investeringsmogelijkheden in de defensiesector en werd het belang van private investeringen benadrukt en het belang van de kapitaalmarktunie daarvoor. Nederland wees erop dat het evenzeer van belang is dat alle NAVO-bondgenoten nationaal zo snel mogelijk 2% van hun begrotingen aan defensie-uitgaven besteden.
De ER concludeerde voorts dat investeringen op een aantal terreinen prioriteit hebben, in lijn met de NAVO prioriteiten, waaronder luchtverdediging, artillerie-systemen, raketten en munitie, cyber en de bescherming van kritische infrastructuur. Hierbij werd benadrukt dat de bescherming van alle land-, lucht- en zeegrenzen bijdragen aan de veiligheid van Europa. Nederland vroeg hierbij aandacht voor het belang van civiele paraatheid als onderdeel van het versterken van de veiligheid van Europa. Verder werd benadrukt dat er snel verder moet worden gewerkt aan harmonisatie van aanbestedingen, en aan standaardisatie en interoperabiliteit om zo kosten te drukken en de Europese industrie te versterken, waaronder het MKB. Dit draagt ook bij aan een versterkte Europese markt voor industrie. Het Europese Defensie Agentschap (EDA) moet samen met de Hoge Vertegenwoordiger, de Commissie en de lidstaten hiertoe de benodigde processen onder de loep nemen.
Ook riep de ER op de onderhandelingen over het European Defence Industry Program (EDIP) snel af te ronden, om steun voor onderzoek, innovatie en ontwikkeling via het European Defence Fund voort te zetten, en riep het de Commissie op om snel werk te maken van het versimpelen van het juridische en administratieve raamwerk op gebied van defensie op het terrein van o.a. aanbestedingen, industriebeleid, vergunningverlening. De Commissie zou op korte termijn een defensie-omnibus moeten presenteren. Nederland ondersteunde dit en wees op het belang van het bieden van mogelijkheden voor versnelde paraatheid van defensie.
De ER wees vervolgens op het belang van complementariteit met de NAVO en goede coördinatie in aanloop naar de NAVO top in juni 2025 in Den Haag, waaronder met de partners die niet lid zijn van de EU. De ER keek tot slot vooruit naar het white paper dat de Commissie zal uitbrengen om de defensie in Europa te versterken, waaronder de Europese defensie-industrie en technologische basis. De ER zal in maart en juni 2025 hierover verder spreken.