Onderzoek naar het dalende aantal sollicitanten voor burgemeestersvacatures
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2025D11167, datum: 2025-03-17, bijgewerkt: 2025-03-20 10:55, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-VII-132).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Beslisnota bij Kamerbrief Onderzoek naar het dalende aantal sollicitanten voor burgemeestersvacatures
- Rapport 'Wie wil nog burgemeester worden'
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VII-132 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2025Z04826:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- : Versterking lokaal bestuur (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-03-18 16:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-27 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Nr. 132 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 maart 2025
In opdracht van mijn ministerie hebben onderzoekers van de Universiteit van Leiden en de Universiteit van Amsterdam een onderzoek uitgevoerd naar de ontwikkelingen in het aantal sollicitanten voor burgemeestersvacatures in de afgelopen jaren en mogelijke verklaringen hiervoor. Hierbij bied ik u het rapport «Wie wil nog burgemeester worden? Onderzoek naar het dalende aantal sollicitanten voor burgemeestersvacatures» aan. Het rapport bevat zowel kwalitatieve als kwantitatieve analyses over de overwegingen om wel of niet voor het burgemeesterschap te kiezen, de factoren die invloed hebben op het aantal sollicitanten en de rol van werving en selectie in het proces.
De aanleiding voor dit onderzoek is de daling in het gemiddelde aantal sollicitanten per vacature in de periode 2016–2023, waarbij het aantal afnam van gemiddeld dertig naar achttien. Een kleiner aantal sollicitanten zegt niets over de geschiktheid van de kandidaten en de lat voor het ambt blijft onveranderd hoog. Het is echter van belang dat gemeenten kunnen blijven kiezen uit een breed en divers palet aan kandidaten voor het burgemeesterschap. Dit vraagt om inzicht in de oorzaken van deze trend en mogelijke handelingsperspectieven om meer geschikte kandidaten aan te spreken.
Uit het onderzoek komen enkele relevante inzichten naar voren. De onderzoekers constateren dat de dalende trend deels volgt op een uitzonderlijk hoog aantal sollicitanten in 2016 en dat het aantal in 2024 hoger ligt dan in het begin van dit decennium. Zij signaleren een verband tussen het aantal sollicitanten en de krapte op de arbeidsmarkt en geven aan dat groeiende veiligheidsrisico’s geen direct effect hebben op het totaal aantal sollicitanten. Tegelijkertijd constateren ze wel dat deze factor de ambitie bij vrouwen verminderd, terwijl dat bij mannen andersom is.
Daarnaast benadrukken zij het belang van een actieve wervings- en selectiestrategie door het Ministerie van BZK, het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) en de commissarissen van de Koning, evenals gerichte rekruteringsinspanningen door gemeenten zelf. Er zijn kansen om nieuwe groepen aan te spreken, bijvoorbeeld door programma’s voor mensen buiten gevestigde partijen uit te breiden en in te zetten op zij-instromers met werkervaring op het gebied van veiligheid of gemeentelijke organisaties.
Alvorens een inhoudelijk standpunt in te nemen over de bevindingen en aanbevelingen, zal ik in overleg treden met de Kring van commissarissen van de Koning en het NGB om hun appreciatie van het rapport te verkrijgen. Mede op basis daarvan zal ik uw Kamer rond de zomer van 2025 nader informeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark