[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Voortgang Nederlandse Kanker Agenda (Kamerstuk 32793-808)

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2025D11217, datum: 2025-03-17, bijgewerkt: 2025-03-24 15:20, versie: 3 (versie 1)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2025D11217).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z02745:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2025D11217 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 13 februari 2025 inzake de «Voortgang Nederlandse Kanker Agenda» (Kamerstuk 32 793, nr. 808).

De voorzitter van de commissie,

Mohandis

Adjunct-griffier van de commissie,

Sjerp

Inhoudsopgave

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
II. Reactie van de Minister

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de «Voortgang Nederlandse Kanker Agenda», die bij voorkeur Nederlandse Oncologie Agenda wordt genoemd, zoals reeds eerder gevraagd de naamgeving om te buigen. Genoemde leden hebben hierover nog een aantal vragen.

De leden van de PVV-fractie zijn blij te lezen dat het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) constateerde dat bij verschillende soorten kanker aanzienlijke verbeteringen zijn aangetoond in de 3-jaarsoverleving. Het is echter spijtig dat de overlevingskans van patiënten met een lagere sociaaleconomische status 10% lager is op de 5-jaaroverleving dan andere patiënten. Het is goed dat de Minister de aanpak om deze laatste groep te helpen over alle domeinen heen aanpakt, veel beleidsterreinen liggen immers buiten VWS maar beïnvloeden wel de gezondheid.

Genoemde leden lezen dat het aantal nieuwe kankerdiagnoses blijft stijgen, ondanks alle preventieve maatregelen en beperkingen van de overheid. Hoe verklaart de Minister deze stijging nadat er, met name op het gebied van tabak, enorme preventieve maatregelen en beperkingen zijn doorgevoerd? Wat verwacht de Minister in de toekomst van het aantal nieuwe diagnoses?

De leden van de PVV-fractie zijn benieuwd wat de concrete resultaten zijn van de aanvullende HPV-campagne voor jongvolwassenen van 18 tot 26 jaar? Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat ook in de toekomst een hoge vaccinatiegraad wordt bereikt? Zeker gezien het feit dat onlangs bekend werd dat jonge vrouwen met baarmoederhalskanker vaak niet gevaccineerd zijn.

De leden van de PVV-fractie lezen dat er de afgelopen tijd 23 nieuwe kanker gerelateerde projecten via ZonMw-programma’s zijn gestart. Zou de Minister een overzicht kunnen geven van deze projecten en de te verwachten resultaten en de reeds verkregen inzichten?

Tot slot willen de deze leden weten op welke manier Nederland concreet bijdraagt aan de uitvoering van het Europe’s Beating Cancer Plan en de EU Mission on Cancer? Welke concrete resultaten heeft deze Europese samenwerking tot nu toe opgeleverd voor de Nederlandse situatie?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief «Voortgang Nederlandse Kanker Agenda» en hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het positief nieuws in de brief van de Minister te lezen dat de 5-jaarsoverleving van kanker toeneemt en bij verschillende soorten kanker de 3-jaarsoverleving ook significant toeneemt. Er is echter ook een andere werkelijkheid. De kankerincidentie en -mortaliteit in Nederland ligt boven het EU-gemiddelde. Daarnaast laten de recente cijfers zien dat het aantal kankerdiagnoses stijgt naar 156.000 in 2032. Eén op de twee Nederlanders krijgt hiermee direct of indirect te maken. Er is dus grote urgentie voor de verder uitvoering van Nederlandse Kanker Agenda. Onderschrijft u de doelen uit de Nederlandse Kanker Agenda? Hoe draagt uw ministerie actief bij aan de versnelling van de Nederlandse Kanker Agenda? Eerder gaf uw voorganger aan veel van de acties al terug te zien in het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Kunt u aangeven hoe en of u hiermee de nodige versnelling ziet optreden?

Een grote zorg van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie is het verschil in overlevingskans tussen kankerpatiënten met een lage sociaaleconomische status (SES) en hogere-inkomensgroepen. Hoe kijkt de Minister hier tegenaan? Wat gaat de Minister concreet doen om de overlevingskans voor kankerpatiënten met een lage sociaaleconomische status (SES) te verbeteren? En op welke termijn?

Doordat zowel het aantal mensen met een kankerdiagnose toeneemt als de 5-jaarsoverleving zal de zorgvraag veranderen met meer nadruk op leven met en na kanker. Hoe kijkt de Minister tegen deze veranderende zorgvraag aan? Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat voorzieningen die bijdragen aan de kwaliteit van leven van mensen die leven met en na kanker geborgd worden en breder bekend worden?

In uw brief stelt u dat «het bereiken van de doelen in eerder gesloten landelijke akkoorden zoals het Nationaal Preventieakkoord (NPA), het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) van groot belang». Hoe rijmt u deze uitspraak met de bezuinigingen van € 230 miljoen minder incidentele middelen, 10% korting op SPUK-gelden en een bezuinigingstaak van € 1 miljard bij VWS? Zijn er inschattingen wat deze bezuinigingen betekenen voor het voorkomen van kanker?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het spijtig dat «Verbinding Aanpak Kanker» voor de zomer al wordt opgeheven. Hiermee komt een belangrijke partner te vervallen, die een essentiële schakel vormt in de doelstellingen die we met elkaar geformuleerd hebben. Waarom wordt het team «Verbinding Aanpak Kanker» opgeheven, terwijl verschillende veldpartijen dit erg waardeerden? Welke stappen neemt het ministerie om de opgebouwde kennis en samenwerkingsverbanden te behouden? Hoe bouwt het ministerie verder aan een aanpak tegen kanker? Welke structurele oplossing biedt het kabinet om de betrokkenheid bij de resultaten vanuit het ministerie bij de Nederlandse Kanker Agenda te garanderen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over de «Voortgang Nederlandse Kanker Agenda» (NKA). Deze leden waarderen het initiatief van het Nederlands Kanker Collectief (NKC) en hebben nog enkele vragen naar aanleiding van deze brief.

De doelen van de NKA en de inzet vanuit de overheid zijn niet precies dezelfde, zo lezen de leden van de VVD-fractie. Zij willen graag van de Minister weten wat volgens haar de belangrijkste overeenkomsten en verschillen zijn. De Nederlandse Kanker Agenda (NKA) is een initiatief vanuit zorgpartijen zelf. Welke acties onderneemt de Minister om deze agenda te ondersteunen en ook toekomstbestendig te implementeren in beleid? Daarnaast vragen deze leden de Minister om mede-eigenaarschap te nemen voor deze agenda, zoals beschreven in de motie Tielen-Kuik1. Genoemde leden lezen een verwijzing naar een nog te publiceren brede preventiestrategie, maar kankerzorg is breder dan preventie en gaat ook over vroegsignalering, behandelingen (met aandacht voor kwaliteit van leven) en het leven met en na kanker. Is de Minister bereid zelf met een beleidsagenda te komen waarin wordt ingegaan op deze aspecten gerelateerd aan de NKA? En zo nee, op welke manier zorgt de Minister dat de Nederlandse Kanker Agenda in synergie is met kabinetsbeleid en op die manier ook bijdraagt aan het behalen van de doelen.

De leden van de VVD-fractie zijn positief over de constatering dat mede dankzij bevolkingsonderzoek, darmkanker vaker in een vroeg(er) stadium wordt ontdekt en tot betere overleving leidt. Zij zien helaas ook dat de deelnamegraad achterblijft bij alle aangeboden bevolkingsonderzoeken. Klopt het dat het telefoonnummer van de «twijfeltelefoon» niet wordt vermeld in de uitnodigingsbrieven voor bevolkingsonderzoeken? Hoe staat de Minister tegenover het idee om dit daar wel in op te nemen zoals inmiddels gebeurt in herinneringsbrieven voor vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma?

Onlangs bleek uit onderzoek van IKNL dat de stijgende zorgkosten op het gebied van kankerzorg voornamelijk worden veroorzaak door nieuwe (dure) geneesmiddelen en niet door een stijgend aantal patiënten2. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister om een reactie op dit onderzoek en de uitkomsten. Welke rol hebben de Minister, de farmaceutische industrie en de zorg om te voorkomen dat deze kosten andere zorg verdringt?

De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat mensen met en na kankerdiagnose zo veel mogelijk mee kunnen blijven doen in de maatschappij. In het Landenprofiel 20253 lezen zij dat de impact van kanker op de Nederlandse arbeidsmarkt groter is dan gemiddeld in de EU. Waar heeft dat volgens de Minister mee te maken? Wat kan Nederland leren van andere landen? Wat is de stand van zaken van het subsidieprogramma Kanker en Werk? Welke concrete acties zijn voortgekomen uit dit subsidieprogramma en wat zijn de ervaringen? Welke acties worden vanuit de Ministeries van VWS en van SZW ondernomen als het gaat om werken met en na kanker?

IKNL maakte onlangs bekend dat jonge vrouwen met baarmoederhalskanker vaak niet gevaccineerd zijn4. De vorige Staatssecretaris onderschreef de doelstelling van het Europees Kankerbestrijdingsplan in het kader van HPV-vaccinatie, namelijk het elimineren van baarmoederhalskanker en andere vormen van HPV-gerelateerde kankers5. Onderschrijft de huidige Minister deze doelstelling ook? Zo ja, welke concrete acties worden ondernomen om deze doelstelling te behalen?

Dat IKNL bovenstaand onderzoek heeft kunnen uitvoeren komt door gegevensuitwisseling en inzicht in data vanuit onder meer het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het benadrukt dus het belang van goede gegevensuitwisseling. Deelt de Minister de mening dat dergelijk onderzoek zeer nuttig is voor het vormen van effectief beleid en dat het mogelijk maken van gegevensuitwisseling hierbij onmisbaar is? Zo ja, hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat veilig secundair datagebruik makkelijker wordt?

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben de brief over de «Voortgang Nederlandse Kanker Agenda» (NKA) gelezen. Zij zijn van mening dat een samenhangende, lange termijnaanpak met preventie als speerpunt cruciaal is in de strijd tegen kanker. Genoemde leden zijn verheugd te constateren dat een jaar na de lancering van het NKA de doelstellingen, met name die met betrekking tot rookgedrag, worden omgezet in actieplannen. Desondanks benadrukken deze leden dat de doelstellingen uit landelijke akkoorden, zoals het Nationaal Preventieakkoord, gerealiseerd moeten worden. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de NSC-fractie lezen in de brief dat de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) op 3 februari 2025 geactualiseerde landenprofielen heeft gepresenteerd, waaruit blijkt dat het aantal kankergevallen en -sterfgevallen per 100.000 inwoners in Nederland hoger is dan het EU-gemiddelde. Hoe verklaart de Minister deze cijfers en welke uitdagingen ziet de Minister momenteel in de strijd tegen kanker? Daarnaast lezen deze leden dat in landen als Zweden het aantal sterfgevallen aan kanker per 100.000 inwoners aanzienlijk lager is, ondanks dat de Net Survival Rates voor verschillende kankervormen niet significant hoger liggen dan het EU-gemiddelde. Hoe duidt de Minister deze relatief goede resultaten van Zweden en welke positieve initiatieven zou de Minister kunnen overnemen om het aantal kankergevallen in Nederland te verlagen?

De leden van de NSC-fractie constateren dat uit een uitgebreid onderzoek van IKNL naar voren komt dat mensen met een lage sociaaleconomische status (SES), een hoger risico op kanker hebben. Kan de Minister aangeven hoe zij ervoor gaat zorgen dat de sociaaleconomische verschillen in de kankerzorg worden verkleind, gezien de aanzienlijke impact van factoren zoals lagere deelname aan bevolkingsonderzoeken en grotere moeilijkheden voor mensen met een lage SES in het zorgsysteem? Welke concrete maatregelen worden genomen om de samenwerking tussen VWS en andere beleidsdomeinen, zoals werk en inkomen, te versterken om de volksgezondheid op deze gebieden te verbeteren?

De leden van de NSC-fractie lezen dat de verkoop van tabaksproducten vanaf 2032 uitsluitend zal worden toegestaan in tabak speciaalzaken. Onlangs werd echter een motie van Danielle Jansen6 aangenomen, waarin wordt voorgesteld de verkoop van nicotineproducten al vanaf 2028 te beperken tot speciaalzaken. Kan de Minister garanderen dat zij deze motie, die inmiddels is aangenomen, ook daadwerkelijk zal uitvoeren?

De leden van de NSC-fractie merken op dat uit de Kanker Barometer van het NKC naar voren komt dat de cijfers rondom alcoholgebruik momenteel onvoldoende zijn om de doelen van het NKA van 2032 te halen. De leden van de NSC-fractie zijn benieuwd wat de Minister van deze cijfers vindt. Ziet zij noodzaak om de aanpak en bewustwording van alcoholpreventie te verstevigen? Zo ja, hoe wordt dit concreet vormgegeven?

De leden van de NSC-fractie waarderen de aandacht voor voeding in de brief, maar zijn benieuwd naar de voortgang van de NKA-doelen rondom beweging. In het NKA worden oplossingsrichtingen genoemd, zoals het verlagen van de drempel tot sport- en beweegaanbod en het creëren van een beweegvriendelijke leefomgeving. Deze leden merken op dat deze punten eerder besproken zijn in de context van het vastleggen van de taken en verantwoordelijkheden van overheden op dit gebied. In het kader hiervan is een motie van het lid Saris7 aangenomen. Kan de Minister aangeven wat de stand van zaken is van deze motie?

De leden van de NSC-fractie merken op dat de Staatssecretaris eerder heeft aangegeven met een Samenhangende Effectieve Preventie Strategie te komen. Deze leden vragen hoe het thema voeding in deze strategie terugkomt. Is de Minister van plan om ongezonde voeding minder aantrekkelijk of toegankelijk te maken en zo ja, hoe? Genoemde leden merken daarnaast op dat er kritiek is op de Nutri-Score, zoals het onvoldoende aansluiten bij de Schijf van Vijf en de mogelijkheid om de score kunstmatig te verhogen door water toe te voegen aan producten. Is de Minister tevreden met de huidige versie van de Nutri-Score? Hoe ziet de Minister de toekomst van dit systeem, en worden er verbeteringen onderzocht om de gezondere keuze voor consumenten makkelijker te maken?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Met interesse hebben de leden van de D66-fractie kennisgenomen van de brief van de Minister over de «Voortgang Nederlandse Kanker Agenda». Daartoe hebben deze leden verdere vragen.

In de brief besteed de Minister aandacht aan de kwaliteit van leven van kankerpatiënten: een ontzettend belangrijk onderwerp. Echter beperkt de aandacht voor kwaliteit van leven zich in de desbetreffende brief slechts tot het thema kanker en werk. Daartoe vragen de leden van de D66-fractie hoe de Minister ervoor gaat zorgen dat ook andere voorzieningen die bijdragen aan de kwaliteit van leven voor kankerpatiënten, zoals psychologische hulp en ondersteuning bij angst, depressie en eenzaamheid als gevolg van het leven met kanker, zowel breder bekend worden, als ook breder gedragen worden? Welke beleidsinstrumenten gaat de Minister hiervoor inzetten? Wanneer gaat de Minister deze stappen zetten, en wanneer wordt de Kamer hierover geïnformeerd?

Daarnaast wordt er in de brief geen aandacht besteed aan de afweging tussen kwaliteit van leven en behandelen. Dit is een onderwerp waar nog veel taboe op rust, terwijl uit onderzoek blijkt dat patiënten vaak een andere keuze zouden maken als er in de spreekkamer meer ruimte en tijd was geweest om stil te staan bij alle behandelopties, inclusief de optie om niet te behandelen8. Het gebrek aan openheid in de spreekkamer zorgt ervoor dat patiënten het gesprek over niet-behandelen vaak uit de weg gaan of het gevoel hebben dat hun wensen niet serieus genomen worden. Voorts vragen de leden van de D66-fractie of de Minister het ook als belangrijk ziet dat er meer ruimte komt voor het behandelend personeel en de patiënt om samen een afweging te maken tussen kwaliteit van leven en het kiezen voor een behandeling. Welke stappen zullen ondernomen worden om hier meer aandacht voor te vragen? Op welke wijze en welke termijn zal de Minister hierover in gesprek gaan met veldpartijen, en hoe gaat de Minister de Kamer hiervan op de hoogte houden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de «Voortgang Nederlandse Kanker Agenda». Deze leden hebben de volgende vragen aan de Minister.

De leden van de BBB-fractie lezen in de brief dat om besmettingen met het HPV-virus zo veel mogelijk te voorkomen, het belangrijk is om een zo hoog mogelijke deelname aan het HPV-vaccinatieprogramma te realiseren. Hoe kijkt de Staatssecretaris aan tegen de recente berichtgeving van de NOS waarin staat dat jonge vrouwen met baarmoederhalskanker vaak niet gevaccineerd zijn9? En wat gaat de Staatssecretaris doen, met aandacht voor de keuze om wel of niet te vaccineren, om het percentage van het HPV-vaccinatieprogramma te verhogen?

Daarnaast hebben deze leden signalen bereikt dat uit onderzoek blijkt dat het bezoeken van IPSO centra, bijdraagt aan een snellere en succesvolle terugkeer naar werk na ziekte. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat voorzieningen die bijdragen aan de kwaliteit van leven van mensen die leven met en na kanker geborgd en breder bekend worden?

II. Reactie van de Minister


  1. Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 48.↩︎

  2. IKNL, Stijgende incidentie en vergrijzing beperkt van invloed op stijging zorguitgaven kanker.↩︎

  3. OECD, https://www.oecd.org/nl/publications/landenprofiel-voor-kanker-nederland-2025_132c6cf3-nl.html.↩︎

  4. IKNL, Nederlandse studie bevestigt: jonge vrouwen met baarmoederhalskanker zijn vaak niet gevaccineerd.↩︎

  5. Kamerstuk 32 793, nr. 633.↩︎

  6. Kamerstuk 36 541, nr. 8.↩︎

  7. Kamerstuk 36 600 XVI, nr. 129.↩︎

  8. Patiëntenfederatie Nederland, 4 maart 2024, https://www.patientenfederatie.nl/actueel/nieuws/patienten-ervaren-regelmatig-onnodige-zorg-het-gesprek-hierover-moet-beter.↩︎

  9. NOS Nieuws, 4 maart 2025, Jonge vrouwen met baarmoederhalskanker vaak niet gevaccineerd.↩︎