[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Ellian over termijnoverschrijding bij onderzoekswensen

Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)

Amendement

Nummer: 2025D11612, datum: 2025-03-19, bijgewerkt: 2025-03-19 13:59, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36327 -57 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering).

Onderdeel van zaak 2025Z05011:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2
Vergaderjaar 2024-2025
36 327 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)
Nr. 57 AMENDEMENT VAN HET LID Ellian
Ontvangen 19 maart 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 2.10.65 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Indien een vordering of verzoek wordt ingediend na verloop van een op grond van het eerste lid gestelde termijn, betrekt de rechter-commissaris deze overschrijding in zijn beslissing daarop.

Toelichting

Als onderdeel van de beweging naar voren krijgt de rechter-commissaris in het nieuwe wetboek ruimere onderzoeks- en regiemogelijkheden. De verdachte en de verdediging worden gestimuleerd om al in een zo vroeg mogelijk stadium de rechter-commissaris te verzoeken onderzoek te verrichten. De rechter-commissaris kan daarbij een termijn stellen aan het opgeven of onderbouwen van die onderzoekswensen, maar heeft zelf geen enkele sanctiemogelijkheid wanneer onderzoekswensen niet tijdig worden ingediend of worden onderbouwd.

Inspanning van alle partijen in het strafproces is noodzakelijk om van de beweging naar voren een succes te maken. Het gevolg van het pas vlak voor of op de zitting indienen van onderzoekwensen is immers in de praktijk dat een zaak alsnog moet worden aangehouden om bijvoorbeeld getuigen te horen, die bij een tijdig verzoek daartoe al daarvoor hadden kunnen zijn gehoord. Het opmerkelijke is echter dat de rechter-commissaris wel de wettelijke taak krijgt om de voortgang te bewaken, maar feitelijk maar weinig kan doen om voortgang af te dwingen of in te grijpen indien de voortgang belemmerd wordt. Dat is niet logisch, nu juist de essentie van de vlucht naar voren is dat in de fase bij de rechter-commissaris zoveel mogelijk onderzoekswensen worden ingediend. Die essentie is vervolgens gebaseerd op het uitgangspunt dat geen kostbare zittingscapaciteit verloren moet gaan en de doorlooptijden in het strafprocesrecht moeten worden teruggedrongen. Daarom is het volgens indiener noodzakelijk om de rechter-commissaris een instrument te geven zodat hij daadwerkelijk invulling kan geven aan zijn taak als voortgangsbewaker als bedoeld als in Boek 2, hoofdstuk 10, Titel 10.6. Het amendement regelt derhalve dat het overschrijden van de genoemde termijnstelling in artikel 2.10.65 wordt meegewogen bij de afweging van de rechter-commissaris of (voorzitter van) de rechtbank of een onderzoekswens nog moet worden gehonoreerd. De omstandigheid dat een verzoek of vordering buiten de gestelde termijn is ingediend, kan (mede) ten grondslag worden gelegd aan de afwijzing van het verzoek of de vordering.

Ellian