Uitstel beantwoording vragen van het lid Patijn over de premiestelling en fondsen van werknemersverzekeringen
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2025D11651, datum: 2025-03-19, bijgewerkt: 2025-04-15 15:27, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiรซle HTML versie (ah-tk-20242025-1670).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z03251:
- Gericht aan: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: M.H. Patijn, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (๐ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1670
Vragen van het lid Patijn (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de premiestelling en fondsen van werknemersverzekeringen (ingezonden 20 februari 2025).
Mededeling van Minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 19 maart 2025).
Vraag 1
Kunt u de systematiek rondom de premiestelling van de verschillende werknemersverzekeringen en bijbehorende fondsen uitleggen?
Vraag 2
Op welke manier worden de premies voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid vastgesteld?
Vraag 3
Klopt het dat er een verschil is in de manier waarop de premie voor het Algemeen werkloosheidsfonds en het Arbeidsongeschiktheidsfonds enerzijds en anderzijds het Werkhervattingsfonds worden vastgesteld?
Vraag 4
Deelt u de opvatting dat de loonruimte daalt als de premies stijgen? En dat de loonruimte stijgt als de premies dalen?
Vraag 5
Hoe is de premiestelling en het vullen van de fondsen voor werknemersverzekeringen historisch gegroeid? Welke keuzes zijn daarin gemaakt en waarom?
Vraag 6
Kunt u aangeven hoe de relatie tussen premie en de lasten over de tijd is veranderd? Kunt u dit ook kwantitatief uiteenzetten?
Vraag 7
Klopt het dat er gedurende de tijd steeds meer doelen voor de premies zijn bijgekomen, die los staan van het lastendekkend ophalen van de benodigde middelen voor het gebruik van de werknemersverzekeringen?
Vraag 8
Welke doelen zijn dit? Kunt u deze beschrijven?
Vraag 9
Kunt u kwantificeren uit welke onderdelen de premies voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid bestaan?
Vraag 10
Welk deel van de premie gaat naar het dekken van feitelijke lasten voor de instroom in de regeling en welk deel naar het beprijzen van instroomverschillen (bijvoorbeeld bij de hoge en lage Werkloosheidswet (WW-)premie)?
Vraag 11
Welk deel van de premie bestaat uit het stimuleren van andere beleidsdoelen, zoals het aanbieden van vaste contracten?
Vraag 12
Klopt het dat de inkomsten en uitgaven van de fondsen collectieve inkomsten en uitgaven zijn en daarmee Economische en Monetaire Unie (EMU-)relevant?
Vraag 13
Bestaat er een norm voor hoe hoog de buffers in fondsen moeten zijn voor zwaardere tijden? Welk deel van de premie wordt hiervoor gebruikt?
Vraag 14
Hoe kijkt u naar deze relatie tussen de premie en de lasten? Hoe beoordeelt u de nieuwe doelen die er bij zijn gekomen?
Vraag 15
Ziet u een verband tussen de relatie tussen premie en verzekerd risico enerzijds en anderzijds zeggenschap over, solidariteit binnen of draagvlak voor werknemersverzekeringen?
Mededeling
De vragen van het lid Patijn (GroenLinks-PvdA) over de premiestelling en fondsen kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. Om de vragen goed te kunnen beantwoorden is meer tijd nodig. Het kabinet zal zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen aan de Kamer doen toekomen.