Nederlandse oorlogsmusea
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D12012, datum: 2025-03-20, bijgewerkt: 2025-03-24 15:26, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2025Z05224).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van der Wal, Tweede Kamerlid
Onderdeel van zaak 2025Z05224:
- Gericht aan: E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: C. van der Wal, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2025Z05224
Vragen van het lid Van der Wal (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over Nederlandse oorlogsmusea (ingezonden 20 maart 2025).
Vraag 1
Deelt u de mening dat oorlogsmusea ontzettend waardevol zijn voor educatie alsook de Nederlandse herinneringscultuur, zeker in deze tijd van grote internationale turbulentie?
Vraag 2
Ontvangen Nederlandse oorlogsmusea op dit moment rijkssubsidies? Zo ja, hoeveel subsidie ontvangen oorlogsmusea jaarlijks vanuit het Rijk en hoe verhoudt dit zich tot de bijdragen van de provincie Noord-Brabant, gemeente Land van Cuijk en private fondsen?
Vraag 3
Klopt het dat oorlogsmusea op dit moment niet worden meegenomen in de culturele basisinfrastructuur (BIS)? Waarom niet?
Vraag 4
Klopt het dat de Rijkscultuurfondsen binnen alle culturele disciplines, dus ook erfgoed, actief zijn? In hoeverre zijn zij ook actief in het ondersteunen van musea?
Vraag 5
Is bij u bekend of het Mondriaan Fonds bijdraagt aan projecten van oorlogsmusea? Zo nee, zouden oorlogsmusea zich wel kwalificeren voor een bijdrage uit de andere Rijkscultuurfondsen?
Vraag 6
In hoeverre heeft u inzicht in de financiële situatie van de verschillende Nederlandse oorlogsmusea? Zijn er u signalen bekend van musea die er financieel niet gezond voorstaan? Wat doet u om dergelijke musea te helpen?
Vraag 7
Hoe beziet u het betrekken van andere museale instellingen naast de herinneringsinstellingen in het licht van de wens om méér aan Holocaust-educatie te doen in Nederland?