Geannoteerde Agenda informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie 2 en 3 april 2025
Defensieraad
Brief regering
Nummer: 2025D12462, datum: 2025-03-24, bijgewerkt: 2025-03-24 13:33, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.P. Brekelmans, minister van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 28-275 Defensieraad.
Onderdeel van zaak 2025Z05447:
- Indiener: R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2025-03-25 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-03-25 19:00: Informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie (Commissiedebat), vaste commissie voor Defensie
- 2025-04-03 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
Preview document (🔗 origineel)
> Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag | |
---|---|
de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag |
|
Datum | 24 maart 2025 |
Betreft | Geannoteerde Agenda informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie d.d. 2 en 3 april 2025 |
Ministerie van Defensie
Plein 4
MPC 58 B
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
www.defensie.nl
Onze referentie
MINDEF20250012350/ D2025-001329
Bij beantwoording, datum, onze referentie en onderwerp vermelden.
Geachte voorzitter,
Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) met ministers van Defensie die op 2 en 3 april in Warschau plaatsvindt. Op het moment van schrijven is er nog geen agenda beschikbaar. Naar verwachting start de dag met een gesprek over militaire EU steun aan Oekraïne. Daarna spreken de ministers waarschijnlijk over het Witboek van de Europese Commissie over de toekomst van EU-defensiesamenwerking (hierna: Witboek) dat de Commissie op 19 maart presenteerde. De verwachting is dat de Raad afsluit met een agendapunt over actuele ontwikkelingen. Naast de geannoteerde agenda die u hieronder vindt, deel ik uw Kamer aan het einde van deze brief volledigheidshalve de actuele stand van zaken mee ten aanzien van de Nederlandse bijdrage in de Rode Zee.
A. Geannoteerde agenda
1. Militaire EU-steun aan Oekraïne
De ministers van Defensie zullen spreken over de voortdurende Russische agressieoorlog tegen Oekraïne. In navolging van de extra Europese Raad van 6 maart jl. en 20 maart as. zal worden gesproken over het militaire steunpakket voor Oekraïne.
Nederland blijft Oekraïne onverminderd steunen. De veiligheid van Europa is onlosmakelijk verbonden met de veiligheid van Oekraïne. Het kabinet acht het van belang dat Europese lidstaten de militaire steun opschalen om Oekraïne bij eventuele onderhandelingen een krachtige uitgangspositie te bieden. Tijdens het ER- en Oekraïnedebat van 5 maart jl. heeft het kabinet bevestigd 3,5 miljard euro voor 2026 toe te kennen, met de mogelijkheid om steun naar voren te halen. Zo kan de steun aan Oekraïne adequaat worden geïntensiveerd en versneld. Defensie werkt aan plannen om hier, op basis van de acute Oekraïense behoefte, spoedig invulling aan te geven. Militaire steun blijft ook bij een eventueel staakt-het-vuren van belang, als afschrikking tegen de Russische agressie, en om Oekraïne een zo sterk mogelijke positie te geven. In internationaal verband spant het kabinet zich dan ook in om Oekraïne te voorzien van de wapensystemen en bijbehorende munitie die het land nodig heeft. Zo noemde premier Schoof in zijn telefoongesprek met president Zelensky onlangs 700 miljoen euro voor de verwerving van drones, waarbij zowel de Nederlandse als Oekraïense defensie-industrie betrokken zijn. Over recente leveringen wordt uw Kamer vertrouwelijk geïnformeerd met de periodieke update van de leveringenbrief.
Ook de buitengewone rente-inkomsten van de bevroren Russische Centrale Banktegoeden zullen aan de orde komen. In juni jl. is een akkoord bereikt om deze ‘windfall profits’ via het EPF aan Oekraïne uit te keren. De tweede tranche (a €1,9 miljard) aan ‘windfall profits’ komt op korte termijn beschikbaar. Dit bedrag wordt via de EPF door verschillende lidstaten besteed aan militaire steun.
2. Witboek over de toekomst van EU-defensiesamenwerking
De Commissie presenteerde op 19 maart het Witboek. Uw Kamer ontving het non-paper met de Nederlandse inzet voor dit Witboek op 21 februari 2025.1 De plannen van de Commissie in het Witboek bouwen voort op de richting die de Europese regeringsleiders in de Europese Raad van 6 maart hebben gegeven en geven vorm aan het EU-defensiebeleid van de komende jaren.
De Commissie schetst in het Witboek haar plan om Europese defensie te versterken en daarmee bij te dragen aan ‘Europese gereedheid in 2030’ (European readiness 2030). Europa wordt geconfronteerd met acute en groeiende dreiging en de internationale orde ondergaat grote veranderingen. Europa moet daarom meer verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de eigen veiligheid, dit versterkt ook de NAVO. Het Witboek gaat in op de noodzakelijke stappen om de Europese defensie op te bouwen, Oekraïne te ondersteunen, kritieke NAVO capability tekortkomingen in te vullen en een sterke en concurrerende defensie-industriële basis te vestigen. De Commissie benadrukt in het paper dat lidstaten altijd verantwoordelijk zullen blijven voor de eigen krijgsmacht - van doctrine en inzet tot het stellen van de capaciteitsdoelstellingen.
Tegelijkertijd kan de EU met haar uitgebreide economische toolbox bijdragen aan de gereedstelling van Europese krijgsmachten door voorwaarden te scheppen voor forse investeringen in de defensiesector, voorspelbaarheid te creëren voor de industrie en door administratieve lasten te verlichten en door belemmerende wetgeving aan te passen. Voor de korte termijn schetst de Commissie concrete opties voor samenwerking tussen lidstaten om hun voorraden munitie, wapens en militair materieel aan te vullen. Dit is essentieel, ook om de militaire steun aan Oekraïne te behouden en te versterken. Voor de middellange roept de Commissie de lidstaten op hun inspanningen te bundelen om hun kritieke NAVO capability tekortkomingen aan te pakken, onder meer via een reeks defensieprojecten van gemeenschappelijk Europees belang, die door de lidstaten moeten worden gedefinieerd. De Commissie schept de voorwaarden en biedt financiële stimulans om die samenwerking te bevorderen.
De inzet van het kabinet ten aanzien van het Witboek, zoals geformuleerd in het non-paper, is dat Europese landen meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor de eigen veiligheid en daarmee meer moeten bijdragen aan de collectieve afschrikking en verdediging in het kader van de NAVO. Een sterkere Europese defensie-industrie is daarvoor voorwaardelijk. Nederland vindt dat de EU een rol moet spelen bij het versterken van de defensie-industrie, gericht op de ontwikkeling van militaire capabilities die bijdragen aan de NAVO-doelstellingen. Daarnaast pleit Nederland ervoor dat de EU streeft naar het verminderen van juridische barrières voor de inzet en gereedstelling van nationale krijgsmachten, mogelijk toewerkend naar een ‘Defence Readiness Act’. Verder moet de EU bijdragen aan militaire mobiliteit. Ook partnerschappen met de NAVO en derde landen zijn van belang, waaronder de VS en het VK. Het kabinet zal uw Kamer per brief een uitgebreide reactie geven op de voorstellen uit het Witboek.
Het vergroten van onze militaire capaciteiten en versterking van de Europese defensie-industrie vereisen ook financiering. De Europese Commissie presenteerde tijdens de buitengewone Europese Raad van 6 maart jl. een aantal contouren van ideeën om defensie-uitgaven substantieel te verhogen. Het gaat om vijf initiatieven onder de vlag van ‘ReArm Europe’. De Europese Commissie presenteerde op 19 maart de beleidsvoorstellen en de SAFE Verordening. Behandeling van deze voorstellen zal via de betreffende Raad (zoals de EcoFin) lopen. De Europese Raad van 20 maart jl. riep op om de inhoudelijke behandeling van de EU Defensie voorstellen snel op te pakken. Het kabinet roept in Europees verband op tot een ordentelijk proces met betrekking tot besluitvorming, zodat nationale parlementen maximaal betrokken kunnen zijn, en gaf tijdens de Europese Raad aan dat Eurobonds voor Nederland niet acceptabel zijn, in lijn met de aangenomen motie Eerdmans (ReArm Europe).2 Ook noemde Nederland het belang van tijdelijkheid en gerichtheid van de voorstellen en benadrukte het belang van schuldhoudbaarheid en financiële stabiliteit. De leden van de Europese Raad benadrukten dat een sterke EU op het gebied van veiligheid positief bijdraagt aan trans-Atlantische veiligheid en complementair is aan de NAVO. Er werd afgesproken bij de volgende bijeenkomst weer op dit onderwerp terug te komen.
3. Actuele ontwikkelingen
De ministers van defensie zullen naar verwachting spreken over de EU-VS relatie. Het kabinet acht het van belang om doorlopend de samenwerking met de VS te versterken nu de ontwikkelingen elkaar snel opvolgen. De VS hebben eens te meer benadrukt dat Europa meer verantwoordelijkheid moet nemen voor de afschrikking en verdediging van het eigen continent. De trans-Atlantische relatie blijft van wezenlijk belang voor de Nederlandse en Europese veiligheid. Nederland vindt het belangrijk dat de EU de Amerikaanse regering eensgezind, proactief, constructief en pragmatisch benadert.
De ministers van Defensie staan naar verwachting stil bij de Rapid Deployment Capacity (RDC), de snel inzetbare militaire capaciteit van de EU, die sinds dit jaar operationeel is. Sinds 1 januari jl. staan ongeveer 150 Nederlandse militairen gereed als onderdeel van de door Duitsland geleide EU Battle Group (EUBG), die voor het eerst de kern vormt van de RDC.3 Het gaat om een compagnie van de luchtmobiele brigade en een role 1 medische faciliteit (mobiele post voor het verlenen van de meest acute zorg). Deze Nederlandse bijdrage duurt tot het einde van 2025. De EU RDC is een modulaire macht van maximaal 5000 militairen met maritieme, land- en luchtcomponenten alsook strategic enablers. Op dit moment is de RDC gereed verklaard voor drie operationele scenario’s, namelijk voor het ondersteunen van humanitaire hulp en rampenbestrijding, het uitvoeren van evacuatie operaties en het inzetten tijdens de initiële fase van een stabilisatieoperatie.
B. Overig
Hierbij deel ik uw Kamer tevens volledigheidshalve mee dat, ten aanzien van de Nederlandse bijdrage in de Rode Zee, Nederland niet langer binnen Combined Maritime Forces (CMF) een personele bijdrage levert aan Operatie Prosperity Guardian (OPG). In plaats daarvan is de Nederlandse stafofficier werkzaam binnen het Joint Maritime Information Center (JMIC) dat valt onder CMF in Bahrein.4
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN DEFENSIE
Ruben Brekelmans